“Hoe was het, Gaby?” Manon draait zich om naar nichtje die naast haar moeder op de achterbank zit.
“Super, tante Non!” Gaby’s ogen stralen en ze buigt zich voorover om tegen haar broertje te zeggen: “You really missed something, Jim.”
“I know.” Zegt Jim nurks. “I saw it on tv.” Hij zet zijn cd-man demonstratief wat harder om zijn zusje te negeren.
“We hebben jullie niet gezien.” Zegt Manon.
“Nee, vind je het gek!” Kim schudt haar hoofd. “Er waren iets van 200 duizend mensen in Hyde Park. Ik vond het wel een beetje eng, hoor. Zeker na al die rust die we in Ierland hebben gehad met dat paardrijden.”
“Nee, joh.” Gaby geeft haar moeder een stomp. “Het was juist cool.”
“The Who was goed, hè?” Felix draait vanaf Schiphol de A4 op.
“Spectaculair! En gaaf om Pink Floyd weer eens te zien.” Zegt Kim. “Dat is ook iets van 25 jaar geleden dat die samen hebben opgetreden, toch?”
“Zoiets.” Felix knikt.
“Maar goed dat je die niet van dichtbij hebt gezien.” Zegt Manon. “Dat zijn een partij oude heren geworden! De tv is natuurlijk onverbiddelijk.”
“Dat konden wij niet zien.” Beaamt Kim. “Maar muzikaal waren ze in ieder geval nog even goed. Dat kan je overigens niet zeggen van Mister Charity himself. Good heaven, wat zong Bob Geldof slecht, dan kan hij zich beter met het regelen van dit soort evenementen bezig houden, het was namelijk perfect georganiseerd.”
“Onze politieke sterrenactivist.” Felix lacht schamper. “Bijna niet voor te stellen dat een tegendraadse, Ierse punkmuzikant nu in ongenuanceerde Jip-en-Janneketaal loopt uit te leggen dat we beter voor de negertjes in Afrika moeten zorgen.”
“Dat kan wel zijn, maar hij weet wel damned goed waar hij het over heeft.” Werpt Kim tegen. “Hij is vaak in Afrika geweest als lid van de internationale Afrika Commissie. En doordat hij zijn Jip-en-Janneketaal, zoals jij dat zo mooi noemt, met zoveel passie brengt weet hij wel een heleboel mensen te bereiken die het diplomatieke geneuzel van de politici niet begrijpen.”
“Hij heeft overtuigingskracht.” Manon kijkt naar een KLM-vliegtuig dat zojuist boven de kassen langs de weg opstijgt. “Juist doordat hij zo lekker losgeslagen is en zich niks aantrekt van de autoriteiten. Het is een echte rockdiplomaat.”
“Wat is een rockdiplomaat?” Wil Gaby weten.
“Dat zijn rockmusicians die druk willen uitoefenen op politicians.” Legt Kim uit. “Bob Geldof en Bono, die Live8 georganiseerd hebben, zijn - of liever gezegd waren - belangrijke popsterren en zij gebruiken de macht van hun beroemdheid om mensen te mobiliseren en om aandacht te vragen voor wereldproblemen.”
“Een hype.” Zegt Felix. “En ik vraag me af of het echt zal helpen.”
“In ieder geval praten nu miljoenen mensen over honger in Afrika en dat had je op geen enkele andere manier kunnen bereiken. Daar zullen de heren politici bij de G8-top overmorgen niet omheen kunnen. Heel slim om zo’n groot popconcert juist nu in Engeland te organiseren.
“Het was niet alleen in Londen.” Zegt Gaby. “Het was in wel tien landen.”
“Maar Bono en Bob Geldof hebben het georganiseerd en die wonen in Engeland.” Zegt Kim. “En wìj hadden de beste artiesten.”
“In ieder geval is Blair erg enthousiast.” Zegt Manon. “En zijn minister van Financiën heeft al aangekondigd mee te gaan lopen in de mars naar Gleneagles na afloop van het concert.”
“Phony Tony Blair!” Felix trekt een vies gezicht. “Ik vind het getuigen van een gebrek aan visie als je je voor het karretje van een paar versleten popsterren laat spannen.”
“Ik vraag me af wie wie gebruikt.” Manon haalt haar schouders op. “En het is nou eenmaal een trend. Politici en diplomaten gebruiken steeds vaker celebrities om hun positie te versterken. De media hebben er voor gezorgd dat filmsterren, muzikanten en supermodellen een ongekende impact hebben op het volk. De mensen luisteren beter naar hen dan naar politici, die toch altijd een beetje een onbetrouwbaar imago hebben. Dus als je je politieke ideeën toch aan de man wilt brengen flirt je wat met een celebrity in de hoop dat die kan overbrengen wat jij wilt zeggen.”
“Maar wat me zo tegenstaat is dat ze gezellig bij Bush en Blair op visite gaan.” Zegt Felix.
“En vergeet de paus niet.” Manon steekt haar vinger op.
“Ja, die ook nog.” Felix knikt. “Daarmee wekken ze wel de indruk dat ze achter het beleid van dergelijke mannetjes staan.”
“Wat maakt het uit!” Kim steekt haar handen in de lucht. “Het gaat er toch om dat je je doel bereikt? Het is toch weerzinwekkend dat we in een wereld leven waarin elke dag tienduizenden mensen doodgaan van de honger.”
“Daar zijn anders wel diezelfde mannetjes mede verantwoordelijk voor.” Felix fronst zijn wenkbrauwen. “Zoiets zou Zappa nooit gedaan hebben.”
“Ja, daar noem je er ook een.” Zegt Kim. “Maar die bereikte volgens mij ook niks.”
“Het is nog maar de vraag of deze heren zoveel bereiken. Na Live Aid in 1985 is de situatie er in Ethiopië niet veel beter op geworden, ondanks dat er minstens 100 miljoen dollar met de actie is binnengehaald. De helft van de mensen leeft nog steeds onder de armoedegrens van minder dan een dollar per dag.”
“Een dollar per dag?” Gaby kijkt haar moeder onthutst aan.
“Met de opbrengst van dat concert zijn wel heel veel levens gered indertijd.” Zegt Kim. “Weet je nog die donkere vrouw die op het podium kwam, Gab?” Ze stoot haar dochter aan. “Dat was een van de kinderen die toen bijna dood ging van de honger. Nu een mooie vrouw die met een studie bezig is. Dat is toch prachtig?”
“Sentimeel effectbejag.” Moppert Felix.
“Nou, en? Elk leven wat gered is, is toch waardevol?”
“Dat wel. Maar er zijn ook mensen die zeggen dat Live Aid juist levens heeft gekost omdat het voedseltekort niet alleen veroorzaakt werd door droogte in Ethiopië. De burgeroorlog en de gedwongen verplaatsing van de verzwakte bevolking door Mengistu speelde ook een hele grote rol. Tijdens die tocht zijn naar schatting vijftig- tot honderdduizend mensen omgekomen. Tegen adviezen van experts in bleven Geldof en zijn hulporganisaties toch voedselhulp geven...”
“Wat hadden ze anders moeten doen?” Valt Kim hem in de rede. “Dat is toch alleen maar goed.”
“Niet per definitie. Je kunt ook als hulpverlener de politieke situatie niet negeren. Door gedwongen verplaatsingen komen mensen vaak in een armoedeval terecht waar ze niet meer uit komen.”
“Daarom vragen ze nou ook geen geld, maar ze roepen de mensen op om druk uit te oefenen op de regeringsleiders niet alleen om de uitgaven voor ontwikkelingshulp te verdubbelen, maar ook om de handel voor Afrika eerlijker te maken.”
“Ik ben bang dat dat ook niet veel zal helpen.” Felix gelooft er niet in. “Misschien wat vage beloftes, maar als het erop aankomt laten ze het afweten. Bush heeft trouwens al aangekondigd dat hij allereerst voor eigen land gaat. Hij vindt dat hij zijn budget voor Afrika de laatste jaren al verdrievoudigd heeft, daarbij maar even vergetend dat driemaal niks nog steeds niks is.”
“En van de Europese leiders valt ook niet veel te verwachten.” Zegt Manon bedrukt. “Die zijn moe gestreden na de compleet mislukte Europese begroting.”
“Oh?” Kim trekt vragend haar wenkbrauwen op.
“Dat soort dingen hoor je natuurlijk niet in de States,” begrijpt Felix, “maar we zijn hier de afgelopen weken in de ban geweest van de verbeten strijd tussen Nederland, Engeland en Frankrijk. Er moest een nieuwe Europese begroting goedgekeurd worden voor de komende jaren en Nederland wilde minder gaan betalen.”
“Betalen jullie zoveel dan?”
“We zijn koploper. We betalen 180 euro per inwoner. Op zich niet zo erg, want we zijn een rijk land, maar we betalen veel meer dan landen die even rijk of rijker zijn.”
“Hoe kan dat?”
“Met name slechte onderhandelingen door de Nederlandse regering in het begin van de jaren negentig. Daar komt nog bij dat we in de loop der tijd relatief weinig uit de Europese landbouwruif mee eten.”
“En dat is een hele vette.” Vult Manon aan. Ze kijkt naar Gaby die met haar hoofd op haar moeders schouder in slaap is gevallen. “Ongeveer veertig procent van de hele EU-begroting. Een kwart daarvan gaat naar Frankrijk en daar maakt Groot-Brittannië zich zo kwaad over.”
“Wat op zich ook weer niet zo vreemd is,” zegt Felix, “want de EU wil dat de Britten afzien van hun korting. En die is aanzienlijk. Ze betalen iets van 4,5 miljard euro minder aan de Unie dan dat ze volgens de verdeelsleutel zouden moeten doen en dus veel minder dan landen die even welvarend zijn. Dat heeft de Iron lady nog geregeld indertijd.”
“Dat is toch niet fair?”
“De fair is wat je in de subway betaalt.” Zegt Felix. “Thatcher heeft dat begin jaren tachtig voor elkaar gekregen omdat de Britse economie een van de zwakste van Europa was. Maar de tijden zijn natuurlijk veranderd: de Britse economie is nu een van de sterkste.”
“Het klinkt allemaal erg egoïstisch.” Kim schudt haar hoofd. “Ik kan me voorstellen dat daar heibel over ontstaan is. Hoe verantwoorden de Britten dat naar zichzelf?”
“Die vinden hun korting nog steeds volkomen gerechtvaardigd omdat ze naar hun zeggen al tweeënhalf keer meer bijdragen aan de Unie dan bijvoorbeeld Frankrijk, dat 10 miljard landbouwsubsidie krijgt.” Legt Felix uit. “Zij stellen dat het belachelijk is dat 40 procent van het EU-budget opgaat aan een sector waarin maar een paar procent van de beroepsbevolking actief is. Zij willen wel van die korting af als het hele subsidiestelsel opnieuw wordt bekeken maar dat is voor de Fransen natuurlijk geen issue.”
“Die arme Chirac zit ook muurvast tussen de EU en zijn machtige boeren.” Zegt Manon. “Die hebben al demonstraties aangekondigd voor het geval hij de deur naar de onderhandelingen op een kier zet. En we hebben het dan niet over de kleine keuterboertjes, die zien amper wat van het subsidiegeld terug. Het zijn de grote, machtige landbouwcoöperaties die de ruif voornamelijk leeg eten.”
“Kortom: een impasse.” Concludeert Kim. “Jeetje, wat ingewikkeld allemaal. Je hoort bij ons eigenlijk alleen maar de mooie dingen van Europa. Hoe knap het is dat zoveel landen op een idealistische manier met elkaar een samenwerkingsverband aangaan.”
“Idealistisch!” Felix lacht schamper. “Iedereen heeft de mond vol over solidariteit. Maar als het erop aan komt draait het allemaal om macht en geld en heeft niemand er problemen mee dat de nieuwe, relatief arme EU-landen flink moeten lappen om de Britse korting en de landbouwsubsidies van de welvarende Franse boeren in stand te houden. En daarom geloof ik ook niet dat je met een popconcert solidariteit voor Afrika kunt afdwingen.”