“Gevonden!” Manon komt puffend de zolderkamer binnen waar Suna achter een groot bureau zit. Ze ziet er onverwacht elegant uit zonder haar dikke trui en lijkt veel minder mollig. Ze is in gesprek met een lange vrouw, met kortgeknipt, bleek, geblondeerd haar en een ringetje door haar neus, die tegenover haar zit.
“Hee, Manon!” Suna kijkt even op haar horloge en staat op. “Je bent vroeg.”
“Is het heel erg?” Manon veegt met haar hand het zweet dat op haar voorhoofd staat weg.”
“Nee, hoor, maar ik ben nog even iets aan het afronden met Anja.” Ze maakt een vaag gebaar naar de blonde vrouw die overeind komt en Manon een hand geeft.
“Een hele klim, hè?” Zegt Anja, terwijl ze Manon onderzoekend aankijkt.
“En ik ben er niet goed in.” Bekent Manon.
“Oh jee!” Suna slaat met haar hand tegen haar voorhoofd. “Aleona heeft het me nog zo gezegd. Had even naar boven laten bellen, dan was ik naar beneden gekomen.”
“Het geeft niet.” Manon laat zich op de bezoekersstoel naast het bureau zakken. “Zolang het maar bij een enkel keertje blijft...”
“Toch stom van me.” Suna kijkt haar verontschuldigend aan. “Hier, neem een stukje chocola.” Ze trekt een schoteltje met donkere chocolade naar Manon toe.
“Geen snoep tussen Kerst en Oud en Nieuw.” Manon maakt een afwerend gebaar.
“Maar dit is goed voor je.” Suna steekt zelf een stukje in haar mond. “Het is pure chocola. Volgens Anja, en die heeft een neef die het kan weten, laat het het bloed beter stromen.”
“En het verlaagt de kans op bloedstolsels.” Vult Anja aan. “Dat komt door stoffen met een anti-oxidante werking. Maar die zitten alleen in pure chocola.”
“Toch doe ik het niet.” Zegt Manon koppig.
“Wil je wat drinken dan?”
“Straks. Maken jullie eerst maar af waar je mee bezig bent.”
“We zijn zo’n beetje klaar.” Suna gaat op de rand van haar bureau zitten en richt haar blik op Anja. “Ik zou zeggen: sluit dat dossier nou voorlopig.”
“Maar wie weet wat we nog vinden.” Protesteert Anja. “Als nou blijkt dat er toch mensen de dupe zijn geworden door de onachtzaamheid van Verdonk wordt ze misschien alsnog gewipt.”
“Maar het is veel werk.” Werpt Suna tegen. “En dus duur.”
“We kunnen toch de internationale afdeling om hulp vragen?”
“Die zitten echt niet te wachten op dit soort dingen. Je denkt toch niet dat die zich interesseren voor de carrière van een Nederlandse minister?”
“Wat vind jij ervan?” Anja kijkt Manon aan.
“Waar gaat het over?” Manon doet beleefd voor dat ze het gesprek niet heeft gevolgd.
“Nou, over het feit dat de IND persoonsgegevens over uitgeprocedeerde asielzoekers heeft doorgestuurd naar verschillende landen waaruit blijkt dat ze asiel hebben aangevraagd in Nederland.”
“Dat ging toch alleen over die Congolezen?” Manon kijkt onzeker van Anja naar Suna.
“Was dat maar waar.” Zegt Anja grimmig. “Dat is maar het topje van de ijsberg geweest, wat toevallig kwam bovendrijven door het speurwerk van Netwerk. Er zijn meer dan honderd zaken fout gegaan en er zijn 31 landen bij betrokken. Volgens Verdonk administratieve slordigheden." Ze draait aan het ringetje dat zich door haar linkerneusvleugel heeft geboord. Manon ziet dat de randen een beetje rood zijn. “Wie weet hoeveel mensen door deze administratieve slordigheden in levensgevaar zijn?”
“Voorlopig is daar nog niets over bekend.” Probeert Suna haar collega te sussen. “En Verdonk heeft haar excuses aangeboden omdat ze de Kamer verkeerd heeft geïnformeerd en bovendien heeft zij beloofd om maatregelen te nemen dat dit soort dingen niet meer zal gebeuren. Wat kun je verder nog doen?” Ze kijkt vragend naar Manon, die haar geamuseerd aankijkt. Vorige week was het nog Aleona die deze fanatieke vrouw moest sussen.
“Ik weet het niet.” Manon aarzelt. “Als er daadwerkelijk mensen in levensgevaar zijn...”
“Voor zover we weten heeft geen enkele uitgewezen asielzoeker door de fouten van de IND repercussie ondervonden.” Zegt Aleona. “Bovendien kan het land altijd zelf gegevens opvragen over een teruggekeerde burger.”
“Dat doen ze nooit. Dat weet je net zo goed als ik.” Anja kijkt haar collega humeurig aan. “En wat betreft de beloftes van Verdonk: die zijn niks waard. Heeft ze niet twee jaar lang bezorgde Kamerleden voorgelogen?" Ze rommelt wat in haar papieren. “Hier. In 2003 al: De IND verstrekt nimmer gegevens gerelateerd aan het asielrelaas van een vreemdeling aan de autoriteiten van het land van herkomst.”
“Misschien wist ze het niet.” Oppert Manon.
“Wist ze het niet!” Anja kijkt Manon hoofdschuddend aan. “We hebben het hier wel over een minister. De minister van Vreemdelingenzaken. Die hoort dit soort dingen eerst te checken voordat ze het woord nimmer in de mond neemt.”
“Dat ben ik met je eens.” Zegt Suna. “En ze heeft zelf ook toegegeven dat dat misschien niet verstandig was.”
“Maar daarmee is de kous toch niet af? Ik word kotsziek van deze Sorry-democratie." Anja slaat met haar vlakke hand op tafel. “Elke fout wordt afgewenteld op ambtenaren en afgedaan als menselijke onkunde terwijl de politiek verantwoordelijke zijn of haar handen in onschuld wast. Je roept iets onnozels, en als je merkt dat dit niet lekker valt maak je je excuses en alles is weer koek en ei. Op deze manier worden de marges van de ministeriële verantwoordelijkheid alleen maar meer opgerekt! Wat maakt het nog uit dat je een foutje maakt als ambtenaar zijnde. Zolang je baas maar excuses aanbiedt komt het allemaal wel weer goed. Nee, als Verdonk zo flink en zo recht-door-zee is, pakt ze haar biezen. Zìj is verantwoordelijk voor ambtenaren die tegen de regels hebben gehandeld, dus zìj had moeten zeggen dat ze niet langer verantwoordelijk kan zijn voor zo’n chaotische organisatie als de IND. Ze konden daar verdorie niet eens informatie over uitgewezen asielzoekers van voor 2005 terugvinden. Dat is toch godgeklaagd? Als ik in de Kamer zat zou ik een grondig onderzoek bij de IND eisen.” Ze staat op en kijkt Suna strijdlustig aan. “En ik vind nog steeds dat wij moeten onderzoeken hoe het met die andere 102 gevallen staat. En dat is voorlopig even het laatste wat ik erover zeg. In ieder geval voor de lunch. Gaan jullie mee?”
“Manon en ik gaan even wat over de Forget-me-not-tentoonstelling bespreken.”
“De wat?” Manon kijkt Suna vragend aan.
“Had je die naam nog niet gehoord? Het is op Forget-me-not-Day, dat is 28 mei, dan herdenken we de oprichting van Amnesty International. Dan is ook de opening.”
“Okay.” Anja steekt haar hand op. “Tot ziens, Manon. Ik zie je dan wel op de opening.” Ze verdwijnt en ze horen haar de trap afroffelen.
“Die Anja.” Suna staat op en pakt het dossier van Anja’s bureau. “Misschien komt ze er niet meer op terug als ze het niet meer ziet.” Ze loopt naar de archiefkast en trekt een la open. “Ze is zo fanatiek.”
Manon glimlacht en pakt het boek wat voor haar op het bureau ligt. Er staat een sneeuwbol op waarin een oosters bouwwerk te zien is. Het regent witte maantjes. Ze leest op de achterflap dat dit boek volgens De Volkskrant de belangrijkste roman uit de moderne Turkse literatuur is. Ze draait het weer om. Het heet Sneeuw.
“Dat heb ik de afgelopen dagen gelezen.” Suna staat naast haar. “Had ik toch een witte kerst. Ken je Pamuk?”
“Is dat niet die schrijver waar op het moment zoveel om te doen is in Turkije?” Manon draait het boek nogmaals om en kijkt naar de foto op de achterflap. Een man van middelbare leeftijd met kort geknipt, beetje vettig haar en een veel te grote bril.
“Juist.” Suna gaat weer zitten. “Dat is hem. Hij is aangeklaagd omdat hij Turkije zou hebben beledigd. Dat was natuurlijk tegen het zere been. Zo gaan ze daar om met de vrije meningsuiting. Tijdens een interview in een Zwitserse krant zei hij dat er in Turkije een miljoen Armeniërs zijn vermoord en later nog 30.000 Koerden.”
“Dat ligt gevoelig volgens mij.”
“Dat is een absoluut understatement. Dit jaar is er fluitend een nieuwe strafwet ingevoerd waarin een artikel staat dat belediging van de Turkse identiteit verbiedt. En geloof me, daar valt heel veel onder. Turken hebben heeeeele lange tenen.”
“Een nieuwe wet? Hoe kan dat nou?” Manon kijkt haar verwonderd aan. “Turkije wil toch graag bij Europa komen? Dit lijkt me niet bevorderlijk voor de besprekingen.”
“Ze hebben zitten slapen toen de wet in het parlement aan de orde kwam.” Suna zucht. “Ook dat kan in Turkije.”
“Is hij al veroordeeld?” Manon kijkt weer naar de foto van de man met de grote bril.
“Het is verdaagd tot 7 februari.” Suna steekt opnieuw een stukje chocola in haar mond. “Maar ik denk niet dat ze het aandurven. Europa kijkt nauwlettend toe. Als hij veroordeeld wordt heb je grote kans dat de onderhandelingen over het Europese lidmaatschap stopgezet zullen worden. Ik denk niet dat ze het zover laten komen.” Ze kijkt naar het boek in Manon’s handen. “Het is een goed boek. Niet mijn lievelingsboek, dat is Sessiz Ev, die heb ik in het Turks gelezen. Je mag deze wel lenen.”
“Is het erg politiek?” Vraagt Manon bezorgd.
“Politiek speelt natuurlijk wel een rol. Altijd bij Orhan Pamuk. Sneeuw gaat onder meer over de worsteling van het moderne Turkije met de radicale islam. En ook over het feit dat Turkije enerzijds zo graag bij het Westen wil horen, maar dat anderzijds de Oosterse wortels hen tegenhouden. Maar het is geen zware kost om te lezen. Hij is een briljant verteller. Ken je Márquez?”
“Dat is een van mijn favorieten.”
“Daar heeft het wel wat van. Dan vind je dit zeker leuk.” Ze leunt achterover en vouwt haar armen over elkaar. “En... heb je nog verder nagedacht over de tentoonstelling?”
PS - 22-1-2006 De rechtbank in Istanbul heeft besloten de verleden jaar tegen de schrijver Orhan Pamuk aanhangig gemaakte strafzaak te laten vallen.