Kiekje
 
 
 
afbeelding afbeelding
«  Aflevering 81: Over onwillige Vutters en destructieve probleemleerlingen  »
 
Manon en Evelyn zijn bij Carla en Albert. Fien en Gert komen op babybezoek. Ze staan op het punt om naar Gert’s afscheid bij de zaak gegaan. Hij is na vijfendertig jaar verplicht met de VUT gestuurd en is er niet blij mee. Manon probeert hem op te beuren dat hij nu juist tijd heeft om muziek te maken en te tennissen. Gert moppert dat hij van (...)

“Waren jullie met Joost bezig?” Manon zet haar koffiemok voorzichtig naast de legpuzzel neer. Carla gaat aan de andere kant van het puzzelblad zitten. Ze zitten bij het grote glazen raam dat uitkijkt over de sombere, van vocht doortrokken achtertuin. De takken van de dennen zwiepen in de stormachtige wind heen en weer en de regen striemt tegen de ramen.
“Ik mocht hem aankleden.” Carla’s gezicht betrekt als ze naar de puzzel kijkt. “Het is ook altijd hetzelfde. Ik kan niet even de kamer uit of jij hebt de makkelijke stukken eruit gepikt.”
Manon kijkt schuldbewust naar de puzzelstukjes die tezamen het gelige paard en de rode mantel van de ruiter uit het donkerbruine jachttafereel vormen.
“Je zegt altijd dat je dat niet erg vindt, mama.” Evelyn komt aanlopen met Joost in haar armen. Hij heeft kleine belletjes op zijn lippen en kijkt loensend naar de puzzel.
“Is dat zo?” Carla kijkt haar ongelovig aan.
“Mag ik hem even?” Manon strekt haar armen uit naar de baby. Evelyn legt het kindje voorzichtig in Manon’s armen.
“Wat hebben baby’s toch zachte hoofdjes.” Ze kust het zachte bolletje. Joost probeert krampachtig te focussen op haar gezicht en wendt vervolgens zijn blik af als dit niet lukt.
“Volluk” Roept een mannenstem bij de achterdeur.
“Dat zijn Gert en Fien.” Carla staat op. “Ze willen zo graag de baby bewonderen. Ik heb gezegd dat ze vanochtend wel even langs mochten komen. Dat vinden jullie toch niet erg?”
“Je ziet er moe uit.” Constateert Fien nadat ze het gezicht van Carla bestudeerd heeft.
“Ik ben juist zo energiek.” Sputtert Carla tegen. “En jullie komen trouwens niet voor mij maar voor Joost.” Ze duwt Fien zachtjes in de richting van de eettafel.
“Ahhh, wat een mooie vent.” De buurvrouw buigt zich over Manon heen en plant haar priemende ogen nu in het babygezichtje. “Nou, Manon, dat misstaat je niet.” Ze draait haar gezicht naar Carla en knipoogt. Manon vangt een vlaag mierzoet parfum op en Joost vertrekt zijn gezichtje in een aanzet tot een jengelbui.
“Wacht, ik geef hem even aan zijn moeder.” Manon duwt zachtjes tegen Fiens’s schouder en staat op.
Evelyn pakt het ventje aan dat het inmiddels op een brullen heeft gezet. “Dat zal je altijd zien.” Zegt ze zenuwachtig.
“Kind, dat geeft toch niets.” Fien heeft zich nu over Evelyn heen gebogen.
“Hallo, Gert.” Manon kust de buurman hartelijk op beide wangen. “Hoe is het me je?”
“Niet zo goed.” Ondanks deze mededeling zijn er lachrimpeltjes rond Gert’s mond, maar zijn ogen lachen niet mee.
“Wat is er dan aan de hand?”
“Vandaag is mijn afscheid op de zaak.” Gert wendt zijn blik af.
“Dat is toch heerlijk.” Roept Manon uit. “Alle tijd voor je muziek!”
“Ik mag niet veel trompet meer spelen van de dokter. Als ik deze...” Gert wijst op zijn wangen “een beetje wil sparen.”
“Computeren dan.” Probeert Manon.
“Tennissen.” Helpt Carla. “Dat doet hij graag.”
“Tennissen kan niet in de winter.” Gert laat mismoedig zijn schouders hangen.
“Dan koop je een x-box.” Manon houdt moedig vol. “Daar kun je fantastisch op tennissen.”
“Dat is waar.” Zegt Carla. “Gert, dat zou je moeten zien. Het is prachtig en het ziet er zo echt uit.”
“Wat is dat dan, een x-box?” Vraagt Gert wantrouwig.
“Een spelcomputer, maar die komt er bij ons niet in.” Zegt Fien resoluut. Die dingen zouden ze moeten verbieden. Het zet die kinderen tot de meest vreselijke dingen aan. Nou weer die leraar die door zijn hoofd geschoten is door die scholier.”
“Wat heeft dat met spelcomputers te maken?”
“Die kinderen zien het verschil niet meer tussen een spelletje en de werkelijkheid. In hun vrije tijd doen ze niks anders dan anderen neerschieten. En leren ze het niet van die spelletjes, dan zien ze wel op tv dat je je problemen kunt oplossen met geweld.”
“Dat vind ik wel een beetje kort door de bocht.” Evelyn kijkt Fien misprijzend aan. “Alsof elk kind een potentiële moordenaar is.”
“Dat is natuurlijk niet zo. Maar het was wel een Turk.” Fien kijkt uitdagend de tafel rond. “Dat zijn toch heel andere types dan wij. Zijn eergevoel was aangetast. Die man die doodgeschoten is, die adjunct-directeur, wilde een gesprek met de moeder om over de gedragsproblemen van haar zoon te praten. Dat vond die jongen waarschijnlijk zo vernederend dat hij heeft gekozen voor deze oplossing. Zo zijn die jongens nou eenmaal.”
“Nou ja.” Evelyn kijkt haar strijdlustig aan “Iemand die een leraar door zijn hoofd schiet is gewoon niet goed snik. Dat heeft niks met nationaliteit te maken. Je denkt toch niet dat het in Turkije normaal is om je leraar neer te schieten als iets je niet bevalt?”
“Maar je kunt de culturele achtergrond van deze jongen toch niet negeren.” Steunt Gert zijn vrouw. “Het was onvermijdelijk dat dit eens moest gebeuren. Die allochtone jongeren worden steeds brutaler en aggressiever.”
“Misschien hebben ze daar wel een reden voor.” Werpt Manon tegen. “Veel toekomst hebben ze hier niet.”
“En veel toekomst krijgen ze niet ook als ze dit soort dingen gaan doen. Laat ze maar lekker terug gaan naar hun eigen land.”
“Dit ìs hun eigen land.”
“Ik denk dat dit drama veel eerder terug te voeren is op de miserabele familieomstandigheden van die jongen.” Komt Carla tussenbeide. “Toen hij drie was ging zijn vader al de gevangenis in. Zijn moeder moest voor het inkomen en de kinderen zorgen en had natuurlijk amper tijd voor hem. Die jongen miste gewoon een vaderfiguur.”
“En dat is een reden om iemand neer te schieten.” Fien kijkt haar beschuldigend aan.
“Ik probeer het niet goed te praten,” zegt Carla verontschuldigend, “ik probeer het alleen te verklaren. Ik denk dat je voorzichtig moet zijn, dat je niet met één zo’n incident een hele bevolkingsgroep stigmatiseert. Ik denk dat bij een geval als dit de huiselijke situatie een belangrijke rol speelt. De kans dat zoiets gebeurt met een kind uit een welvarend en harmonieus gezin,” ze knikt naar de baby op Evelyn’s schoot die nu tevreden ligt te pruttelen, “lijkt me nogal klein.”
“Toch maak ik me ernstig zorgen over de toenemende agressie op de scholen.” Zegt Fien. “De allochtonen even buiten beschouwing gelaten. Kees zegt ook dat het erger wordt en dan zit zijn school niet eens in een grote stad. Daar worden collega’s regelmatig op agressieve wijze lastig worden gevallen door leerlingen. En als je de ouders erop aanspreekt krijg je een grote bek of ze dreigen je in elkaar te slaan.”
“Op wat voor school geeft Kees les?” Vraagt Carla.
“VMBO. Net als dat Terra-college.”
“Dat was toch een VWO?”
“Dat komt door dat college, dat klinkt zo chique.”
“Oh!” Carla haalt haar schouders op. “Van de foto in de krant werd je ook niet veel wijzer, je ziet heel vaag zo’n man in een wit pak achter een raam bij een cola-automaat.”
“VMBO is het allerergste.” Zegt Gert. “Daar verzamelt zich het tuig van de richel. Ik begrijp niet wat er mis was met de MAVO’s en het lager beroeps onderwijs. Die scholen zijn massale leerlingfabrieken geworden waar ze nauwelijks nog iets leren.”
“Kees wil graag naar een andere school.” Zegt Fien, “Maar dat is niet zo makkelijk op dit moment. Hopelijk gaan ze nou wat aan de veiligheid doen.”
“Wat ik zo raar vind is dat zo’n jonge knul zomaar aan een pistool kan komen.” Zegt Carla bezorgd.
“Met zo’n criminele vader kan alles.”
“Ach, zo’n schietpartij is niet te voorkomen!” Evelyn streelt het mollige handje van Joost, die in slaap is gevallen. “Je kunt toch ook niet op alle scholen detectiepoortjes neerzetten?”
“Misschien de risicoscholen?” Oppert Gert.
“Maar wat is een risicoschool? Volgens mij had het Terra-college een uistekende naam in de omgeving.”
“Oh ja? Misschien op inhoudelijk vlak dan, want ik heb juist gehoord dat er al eerder problemen waren met de veiligheid. Ze hebben niet voor niks overal bewakingscameraatjes opgehangen.”
“Ik weet niet of dat iets oplost.” Zegt Fien. “Ik denk dat de ouders ook eens hun verantwoordelijkheid moeten nemen bij de opvoeding van hun kinderen.”
“Ik denk dat dààr het grootste probleem ligt.” Carla staat op. “Willen jullie koffie?”
“Nee!” Fien maakt een afwerend gebaar. “We kwamen alleen even naar Joost kijken. We moeten naar dat afscheid. Maar veel zullen ze er niet aan doen als je op deze manier weg gaat.”
“Hoe bedoel je?” Manon vangt een waarschuwende blik van Carla op,
“Ik ben eruit gezet.” Gert’s mond is een smalle streep. “Vijfendertig jaar heb ik bij die zaak gewerkt en met veel plezier. Zo maar aan de kant gezet. Ik wilde nog helemaal niet en nu moest ik verplicht met de VUT.”
“Niet zo zeuren.” Zegt Fien. “Er zijn zat mensen die graag met je zouden willen ruilen.”

Murat D. definitief vijf jaar cel - DEN HAAG, 22 NOV. De straf van Murat D., die in januari 2004 conrector Hans van Wieren op het Haagse Terra College doodschoot, is definitief vijf jaar cel en tbs met dwangverppleging. De Hoge Raad maakte vandaag bekend dat hij het cassatieberoep tegen deze straf heeft verworpen. (ANP)

Gepubliceerd: 15-01-06. Vond plaats op: 15-01-04. Tags:  asielbeleid en integratie ; gaming ; misdaad en corruptie ; pensioenen sociale verzekeringen ; veiligheid en beveiliging ;