Kiekje
 
 
 
afbeelding afbeelding
«  Aflevering 135: Over vermoorde cineasten en zinnige zelfcensuur  »
 
Manon, Felix en Bert eten bij Fadona die vreselijk aangeslagen is door de moord op Theo van Gogh. Ze is voor het eerst in haar leven op straat uitgescholden vanwege haar Arabische uiterlijk. Ze is ontsteld dat de moordenaar een Marokkaanse moslim is. Ze praten over de grenzen van de vrijheid van meningsuiting.

“Manon, Felix. Kom binnen.” Fadona’s gezicht is bleek in het flauwe schijnsel van de straatlantaarns. Voor ze de deur achter hen dicht trekt kijkt ze snel even links en rechts de straat in.
“We zijn echt maar samen, hoor. Nou ja... ” Felix trekt Bobbe uit zijn jas, “en Bobbe natuurlijk.”
“Ja, Bobbe.” Fadona strijkt het hondje afwezig over het kopje. Ze gaat hen voor naar de woonkamer waar Bert onderuitgezakt op de fluwelen bank hangt met een glas wijn in zijn hand. De witte hond naast hem springt overeind om hen te begroeten.
“Willen jullie ook wat drinken?” Vraagt Fadona.
“Doe maar thee.” Manon wrijft in haar handen. “Ik voel me rillerig en bovendien past het goed bij de Marokkaanse maaltijd.”
“Jullie krijgen geen Marokkaanse maaltijd.” Fadona kijkt naar de grond. “Gewoon spaghetti.”
“Wat krijgen we nou?” Vraagt Felix verbaasd. “Geen Marokkaanse maaltijd? Daar had ik me nou net zo op verheugd. Het is toch ramadan?”
Fadona knikt. Haar onderlip trilt en haar donkere ogen vullen zich met tranen.
“Nu ga je me eerst vertellen wat er is.” Manon trekt haar vriendin naast zich op de bank.
“Ik wilde zo graag een uitgebreide maaltijd voor jullie maken. Allemaal lekkere dingen...” er biggelen nu tranen over Fadona’s wangen. “Toen ik boodschappen ging doen ben ik op straat uitgescholden.”
“Jij?”
“Vuile kut-Marokkaan, geitenneuker... dat soort dingen. En niet een keer, wel drie keer.” Fadona pakt de zakdoek aan die Bert haar aanreikt. “Dus na de eerste winkel hield ik het maar voor gezien.”
“De moord op van Gogh.” Begrijpt Felix.
“Toen ik het nieuws vanochtend hoorde hoopte ik zo dat het geen moslim zou zijn.” Snift Fadona. “Nu is het niet alleen een moslim, maar ook nog een Marokkaan. Wij krijgen nu natuurlijk als volk de schuld. Oh, het is zo slecht voor iedereen.” Ze begint weer hard te huilen.
“De meeste mensen realiseren zich heus wel dat je een moord niet kunt toeschrijven aan een religie en dat de moordenaar persoonlijk verantwoordelijk is.” Probeert Felix haar te troosten. “Alleen domme mensen scheren alle moslims over één kam.”
“Maar domme mensen zijn wel gevaarlijk.” Zegt Fadona fel.
“Niets zo gevaarlijk als mensen die niet nadenken.” Beaamt Felix.
“Moord is slecht.” Fadona kijkt hem met behuilde ogen aan. “Ik weet zeker dat de hele moslimwereld dit zal afkeuren. Natuurlijk waren we niet blij met van Gogh omdat hij de islam zo beledigde, maar dat is nog geen reden om hem te vermoorden. Als hij iets heeft misdaan moet hij zich voor Allah verantwoorden op de Dag des Oordeels.’
“Of je gaat gewoon naar de rechter.” Bert nipt van zijn wijn en kijkt ongemakkelijk naar Fadona in de armen van Manon. “Die is er voor iedereen die zich gediscrimeerd en beledigd voelt. Van Gogh had dan vast wel een flinke douw gekregen...”
“Ik geloof er niets van.” Fadona maakt zich voorzichtig los uit Manon’s knellende omhelzing. “Ik weet dat moslimorganisaties dat onderzocht hebben, maar volgens een aantal juristen was de kans heel klein dat hij veroordeeld zou worden. Ze dachten dat ze er alleen maar een heleboel negatieve publiciteit mee zouden trekken. Bovendien, als je hoort dat wethouders het over kut-Marokkanen hebben en dat politici de profeet een perverseling noemen dan geloof je toch nooit dat je je gelijk bij de rechter kunt halen?”
“Dus dan maar niks doen!” Felix schudt ongelovig zijn hoofd. “Fadona, zo ken ik je helemaal niet. Ik zou trouwens niet weten waarom van Gogh niet veroordeeld zou zijn, hij heeft toen ook een boete gekregen omdat hij de joden zo grof had beledigd.”
“Oh, ja.” Bert giechelt. “Daar is toen ook zo’n heisa over geweest. Hij had het toen over de lucht van caramel die ontstond door de verbranding van suikerzieke joden.”
“Gatverdamme!” Fadona kijkt hem vernietigend aan. “Maar de joden zijn heel goed georganiseerd en hebben fantastische juristen. In onze samenleving hebben de mensen nooit geleerd hun mond open te doen. Dat werd niet op prijs gesteld.”
“Ze hadden op zijn minst moeten laten weten dat ze gekwetst waren.” Vindt Bert. “Zo werkt het hier in onze maatschappij.”
“Bert heeft wel gelijk.” Zegt Manon voorzichtig. “Jullie hadden dan ook kunnen uitleggen waarom van Gogh zo beledigend was en dat de koran iets heel anders is dan de bijbel.”
“En dan had de moslimgemeenschap gezien dat het merendeel van de Nederlanders daar ook begrip voor had gehad.” Is Felix het met haar eens. “Maar nu is er iemand vermoord en dat maakt de discussie zo moeilijk.”
“En nog wel een kunstenaar.” Bert spreidt theatraal zijn armen. “Vermoord om zijn vrije mening.”
“Een kunstenaar, vermoord om zijn vrije mening!” Schampert Fadona. “De meeste mensen hadden een bloedhekel aan van Gogh. En nu wordt hij door iedereen op een voetstuk gezet en wordt hij door de politiek en de media gezien als voorvechter van het vrije woord. Voor het gemak is iedereen maar even vergeten dat de meeste politici zijn bloed wel konden drinken. Hypocriet zootje!” Ze vertrekt vol minachting haar mond. “Natuurlijk verdiende hij het niet om als een beest te worden afgeslacht, maar om moslims als geitenneukers te positioneren, dat is puur beledigend en ik vind dat dat echt niet kan.”
“Dat ben ik niet helemaal met je eens.” Manon kijkt naar het silhouet van de gerbera op de vensterbank. “Je moet kunnen zeggen wat je wilt. Nederland is een vrij en democratisch land waar iedereen het volste recht heeft om zijn mening te verkondigen.”
“Maar je hoeft niet alles te pikken.”
“Natuurlijk niet.” Zegt Felix sussend. “Het recht op gelijke behandeling is een fundamenteel recht in onze democratie. Dat betekent respect voor de medemens, ongeacht ras, overtuiging of godsdienst. Dus als je tot op het bot beledigd bent dan moet je naar de rechter, net als die joden. We zijn tenslotte niet alleen een democratie maar ook een rechtstaat.”
“Maar verdraagzaamheid is ook een kenmerk van democratie.” Fadona snuift misnoegd.” Misschien nog wel belangrijker dan de vrijheid van meningsuiting.”
“Ho, ho, ho!” Bert steekt zijn hand op. “De vrije meningsuiting is heiliger dan welke godsdienst ook.”
“Maar vrije meningsuiting betekent toch niet dat je alles maar mag zeggen tegen iedereen?”
“Je màg het wel doen, maar je hoeft het niet te doen.” Zegt Felix. “Hoe zei Cicero het ook alweer: vrijheid van meningsuiting kan alleen bestaan bij de gratie van zelfcensuur. Je mag best vinden dat Allah een varken is, maar als je dat ook daadwerkelijk publiekelijk uitdraagt moet je niet gek opkijken dat de moslims zwaar op hun ziel getrapt zijn.”
“Juist!” Roept Fadona dankbaar uit. “En van Gogh deed dat heel bewust. Hij wist heel goed dat je mensen kapot kan maken door zomaar dingen te roepen. Herinneren jullie je nog die voetbaltrainer die afgelopen zomer ook zo gekwetst werd?”
“Dick Advocaat.” Mompelt Manon.
“Ja, die. Die hebben ze toch helemaal kapot gemaakt.” Fadona’s stem slaat over. “Die man zal nooit meer de oude worden. Nederland noemt zichzelf een beschaafd land. Ik vind dat je dan ook je mening duidelijk moet kunnen overbrengen zonder te beledigen en te kwetsen.”
“Volgens mij is het nooit de bedoeling van Van Gogh geweest om echt te kwetsen.” Zegt Bert voorzichtig.
“Nou wordt hij helemaal mooi!” Fadona kijkt hem gechoqueerd aan.
“Nee, serieus.” Bert, geschrokken van Fadona’s felle reactie, zoekt zorgvuldig naar zijn woorden. “Theo was een intelligente man die heel goed geïnformeerd was over de zaken die hij aan de orde stelde. Volgens mij wilde hij gewoon provoceren, een reactie uitlokken.”
“Nou, die heeft hij gekregen.” Zegt Fadona cynisch.
“Maar hij heeft nooit aangezet tot haat en geweld.” Vervolgt Bert. “Hij heeft alleen dingen belachelijk gemaakt.”
“Blijkbaar heeft hij wel aangezet tot haat en geweld, anders was hij niet vermoord. Misschien is het handig om je van tevoren te verdiepen in de cultuur van de mensen die je belachelijk maakt. Als hij zo goed geïnformeerd was, had hij moeten weten dat het beledigen van Allah een heel andere reactie kan oproepen dan het beledigen van de christelijke God.”
“Als je niet met onze regeltjes kunt leven moet je daar je eigen conclusie maar uit trekken.”
“Wat bedoel je daarme?” Fadona kijkt hem scherp aan.
“Nou ja,” zegt Bert ongemakkelijk, “of je wel in Nederland thuis hoort. Zeg nou zelf. Ze spreken vaak onze taal niet eens.”
“Ze?” Fadona wijst op zichzelf. “Dank je wel!”
“Zo bedoel ik het niet.” Bert realiseert zich dat hij te ver is gegaan. “Jij bent goed geïntegreerd. Jij verdient je eigen boterham en spreekt uitstekend Nederlands.”
“Dus moet je niet generaliseren!” Fadona trilt van woede. “Heb je wel verstand in je kop? Voor de meeste jonge Marokkanen is Nederland hun thuisland. Ze zijn hier geboren, ze zijn hier naar school gegaan en hebben hier banen gekregen. Als er al banen voor hen waren. Voor hen is Marokko, net als voor de Nederlanders, een vakantieland. De mensen waar jij het over hebt is een handjevol extremistische fundamentalisten. ”
Er valt een ongemakkelijke stilte, de witte hond kreunt zachtjes.
“Hirsi Ali zal zich ook wel zorgen maken.” Manon probeert het gesprek een andere wending te geven.
“Oh, die zal zeker ondergedoken zijn.” Fadona gaat er gelukkig op in. “Ik heb een vriendin die heeft meegewerkt aan Submission. Ze belde me vanmiddag dat ze voor de zekerheid een paar dagen naar haar nichtje in Duitsland gaat.”
“Hee, ik heb pas ook iemand ontmoet die daaraan heeft meegewerkt.” Manon kijkt Fadona verrast aan. “Een cameravrouw, een Afrikaanse.”
“Sikhanysio?” Vraagt Fadona.
“Ja.” Manon knikt. “Is dat jouw vriendin?”
“Ja. Waar heb jij die nou ontmoet?”
“Op een feestje met vrouwen uit de culturele wereld. Submission was net uitgezonden. Ze maakte zich toen niet zo’n zorgen omdat de namen van de acteurs en medewerkers geheim waren gehouden.”
“Ik weet het, maar je weet natuurlijk nooit of zoiets toch uitlekt.” Fadona kijkt op haar horloge en staat op. “Afijn, ik hoop dat jullie nu begrijpen waarom je spaghetti krijgt.”

Gepubliceerd: 02-11-06. Vond plaats op: 02-11-04. Tags:  islam ; regisseur ; terrorisme ; vrijheid van meningsuiting ;