“Gefeliciteerd met het nieuwe pand.” Manon geeft Leny een pakje en gaat tegenover haar, naast Teun, aan tafel zitten. Aan het andere einde zitten vier jonge mannen die groetend hun hand opsteken. Ze hebben hun overall’s half uitgetrokken, zodat de armen als lange pandjesjassen achter hen hangen.
“Een foto!” Leny houdt het lijstje een eindje van zich af. “Je hebt hem alleen verkeerd om ingelijst volgens mij.”
“Nee, dat hoort zo." Manon zucht, ze wist dat dit ging komen. "Het is de weerspiegeling van de boom in het water.”
“Oh!” Leny zet de foto achter zich in de vensterbank.
“Ik heb gehoord dat je een opvolger hebt gevonden?” Vraagt Manon.
“Joep.” Leny lacht zuurzoet.
“Ben je er niet blij mee?”
“Hij is wel goed, maar ik had ook nog wel even willen blijven.”
“Waarom doe je dat dan niet?”
Leny lacht vaag en trekt het broodmandje naar zich toe. Teun geeft haar een schop en schudt bijna onmerkbaar met zijn hoofd.
“Leny, er is telefoon voor je." Freek komt aanlopen. “De directeur van de Noordelijke stichting.”
“Gatsie!” Ze kijkt op haar horloge en staat op. “Die belt altijd tijdens lunchtijd.”
“Ze moet weg vanwege haar leeftijd.” Sist Teun in haar oor, als Leny met tegenzin de gang uitloopt. “Maar dat wil ze niet weten.”
“Is Leny al zo oud?” Manon’s mond valt open. “Dat zou je niet zeggen.”
“Goeie plek zitten we, hè?” Freek gaat zitten.
"Vind je? Ik kon amper een parkeerplaats vinden."
"En dan valt het nu nog mee." Teun schuift Manon een bordje toe. "Had je vorige week moeten komen toen die prins hier verderop opgebaard lag. Ik wist niet dat die ouwe zo geliefd was. Freek is twee keer afscheid wezen nemen. Hij kon er maar niet genoeg van krijgen.”
“De kist stond er zo mooi en plechtig bij.” Freek kijkt haar enigszins verlegen aan. “In gedempt licht met vier kaarsen eromheen. Op een paar kussens lagen al zijn medailles en lintjes.”
“Ik wist niet dat jij zo dol op hem was.” Manon kijkt hem verbaasd aan.
“Ben ik ook niet. Maar ik vond dat ik dit toch een keertje mee moest maken want zo snel zal het niet weer gebeuren. Bij Juul en Claus was het veel te druk. Hier viel het nog wel mee.”
“Ik vond de rijen anders nog aardig lang.”
“Ach, dat hoort erbij.” Freek haalt zijn schouders op. “En het heeft wel wat als je zo langzaam met andere, vreemde mensen langs de baar schuifelt. En alle nationaliteiten, hoor. Ik stond achter een paar Surinamers en achter mij liepen twee Marokkanen. Het geeft een soort verbondenheid en je voelt je je echt Nederlanders met elkaar.”
“He, jakkie, Freek.” Manon rilt. “Ik weet dat Nederland zijn nuchterheid verloren heeft, maar ik dacht dat ik in ieder geval niemand kende die mee doet aan dit soort collectieve gerouw.”
“Dat is nog niet alles.” Zegt Teun triomfantelijk terwijl hij zijn boterham dik met sandwich-spread belegt. “Freek is ook naar de bijzetting in Delft geweest zaterdag.”
"Ik dacht dat daar alleen hoogwaardigheidsbekleders bij mochten.” Zegt Manon verbaasd.
“Ik stond buiten.” Legt Freek uit. “Maar wel helemaal vooraan, vlak bij de ingang.”
“Hij heeft er vanaf 5 uur in de ochtend zitten kleumen.” Grinnikt Teun.
“Ik had mijn klapstoel en thermoskan bij me.” Zegt Freek verdedigend. “Het was eigenlijk heel gezellig. En ik heb alles gezien. Vorsten, ministers, prinsen, prinsessen en de koningin natuurlijk. Maar de F-16’s hebben het meeste indruk gemaakt. Man, wat was dat gaaf! Dat geluid toen ze aan kwamen vliegen op de Nieuwe Kerk en die emotie die los kwam toen de spitfire steil omhoog wegdraaide, recht de hemel in, in Missing Man-formatie.” Hij slaakt een diepe zucht. “Een mooi symbolisch afscheid van de luchtmacht.”
“Het was sowieso een hele militaire toestand.” Zegt Teun. “Die kist die op het onderstel van een kanon lag, die marsmuziek en al die militairen in vol ornaat. Wat ik wel mooi vond was dat ze de Last Post speelden vlak voor hij de grafkelder inging. Dat spelen ze ook altijd bij de Dodenherdenking op de Waalsdorpervlakte. Zo’n plechtige trompet, daar gingen mijn haren van overeind staan.”
“Dat heb ik dus niet kunnen horen.” Er klinkt een beetje spijt in Freek’s stem door.
“Ik heb gehoord dat de grafkelder nu bijna vol is.” Manon pikt een radijsje van de schaal. “Er schijnen er nog maar een paar bij te kunnen. Dan zullen ze toch wat anders moeten zoeken.”
“Wat anders zoeken?” Freek pakt een sneetje ontbijtkoek. “Ik denk niet dat Trix dat wil. Volgens mij wil ze dat alle Oranjes bij elkaar blijven. Ze zullen wel moeten gaan uitbreiden.”
“Een crypte is niet makkelijk uit te breiden.” Teun kijkt bedenkelijk. “Klinkt duur.”
“Geld speelt toch geen rol bij de Oranjes.” Freek besmeert het sneetje koek dik met boter. “Heeft iemand trouwens de Volkskrant gezien? Volgens Francisca staat er een interview in met Prins Bernhard.”
“Hij lag vanochtend nog op de leestafel.” Zegt Teun.
“Ik heb een paar kranten gepakt om oude verfkwasten in weg te gooien.” Zegt een van de mannen in overall.
“Een nieuwe krant?” Freek kijkt hem verstoord aan.
"Ik zag zo gauw niets anders." Zegt de man verontschuldigend. "Ik haal straks wel een nieuwe als het belangrijk is."
“Een interview met Prins Bernhard?” Vraagt Manon verbaasd. "Alweer?"
“Het schijnt wel spectaculair te zijn."
"Misschien worden de geheimen van Soestdijk eindelijk eens onthuld.” Teun pakt opnieuw een boterham. "Ik ben trouwens benieuwd wat ze nu met dat paleis gaan doen.”
“Ik vind dat het een asielzoekerscentrum moet worden.” Zegt Freek. “Het is al gemeubileerd. En ze hoeven het personeel ook niet te ontslaan. Die kunnen dan inburgeringcursussen gaan geven. Even omscholen en huppekee.”
“Goed idee!” Zegt Manon enthousiast. “En we noemen het Het Koninklijk Instituut voor Integratie en Inburgeringzaken. En Rita Verdonk mag er de scepter gaan zwaaien, want die krijgt toch geen tweede keer de kans in een nieuw kabinet met dat onzinnige inburgeringplan van haar.”
“Daar heb je wel een punt." Teun wijst op het schoteltje kaasplakjes. "Straks zijn er geen asielzoekers meer die hier moeten inburgeren, want dat moeten ze al doen voor ze naar Nederland komen.”
“Ja, belachelijk.” Manon geeft Teun de kaas aan. “Verdonk wil nu weer dat alle Nederlanders die minder dan acht jaar school hebben gevolgd, op inburgeringcursus moeten. Wat wil ze daar nou mee bereiken?”
“Bij voorkeur wilde ze iedereen van buiten de Europese Unie laten inburgeren, maar dat was gelukkig niet mogelijk omdat je volgens de grondwet geen onderscheid mag maken naar geboorteplaats of datum van naturalisatie.” Freek snijdt het plakje koek in miniscule stukjes. “Daarom heeft ze dat regeltje met die scholing bedacht. Daarmee heeft ze toch wel voornamelijk de doelgroep te pakken en sluit ze de autochtone Nederlanders uit.”
“Ze voert een raar en inconsequent beleid.” Vindt Manon. “Enerzijds worden de regels voor immigratie aangescherpt en anderzijds komt er een spoedloket voor allochtone kenniswerkers. Daar zijn geen wachttijden voor en die hebben geen werkvergunning nodig.”
“Ook alleen maar als je een bruto jaarsalaris van minstens 45.000 euro gaat verdienen.” Zegt Freek schamper.
“En geen imam of hoer bent.” Vult Teun aan.
“Of voetballer.” Zegt Manon. “Die worden ook niet als kenniswerkers gezien.
"Eigenlijk kun je dus alleen nog maar Nederlander worden als je geld hebt. Dan hoef je ook niet in te burgeren." Freek prikt een stukje koek aan zijn vork. "Je zal verdorie maar politiek vluchteling zijn. Terwijl je als een beest opgejaagd wordt moet je je eerst inschrijven bij een inburgeringbureau met alle risico’s van dien en vervolgens moet je geld bij elkaar sprokkelen voor die cursus. Tegen die tijd hebben ze je al lang te grazen genomen.”
“Wat een gezeur!” Leny veegt langs haar voorhoofd en gaat weer zitten. "Teun, hij wil jou ook nog spreken."
"Nu?" Teun kijkt naar zijn half opgegeten boterham. "Is het dringend?"
"Ja."
Teun staat op en loopt naar zijn kamer.
"Zo dringend is het niet," Leny knipoogt naar Manon en buigt zich voorover, "maar nu kunnen we even over hem praten. Doe jij nog mee met het huwelijkscadeau?"
"Teun en Cor willen toch niks?" Herinnert Manon zich.
"We kunnen niet met lege handen aankomen." Besluit Leny. "We willen ze een kunstwerkje geven."
"Ik denk dat ik iets van mezelf geef." Zegt Manon aarzelend. "Mag ik je trouwens nog iets vragen? Felix en ik willen in april naar New York. Jij bent daar zo vaak geweest, weet jij daar niet een leuk hotel?”
“Heb je al geboekt?”
Manon schudt haar hoofd.
“Waarom ga je dan niet in februari? Christo bouwt dan een enorme installatie in Central Park. Hij gaat er iets van 7000 poorten van oranje doek plaatsen. Volgens mij wordt het heel spectaculair.”
“Wauw!” Manon is geïmponeerd. “Maar dan staat het er in april toch nog wel.”
“Nee!" Leny schudt haar hoofd. "Het opent half februari en het blijft maar twee weken staan. Eigenlijk moet je dan gaan.”