Plinia is met Helen en een pan soep naar Amsterdam afgereisd om Geert’s zoon Jochem op te zoeken in het Occupy-tentenkamp op het Beursplein. Ze is onder de indruk van de gemoedelijke sfeer maar snapt nog steeds niet goed waar de demonstranten nu tegen zijn. Met Jochem’s Angolese vriend, Nito, bespreekt ze de zaak van de uitgeprocedeerde asielzoeker Mauro die een studievisum krijgt en voorlopig nog even in Nederland mag blijven.