Kiekje
 
 
 
afbeelding afbeelding
«  Aflevering 92: Over collectieve emotie en pacifistische vorstinnen   »
 
Adriaan en Godelieve zijn op bezoek bij Manon en Felix. Ze praten over prinses Juliana die de dag daarvoor overleden is. Manon verbaast zich over het feit dat er zoveel rouwende mensen zijn.

“Hoor je nog wel eens wat van Guus?” Godelieve zit op de grond en gooit een bal voor Bobbe weg.
“Hij is terug van vakantie.” Manon knipt met een tang een stukje van een kastanjetak af.
“Is hij alleen geweest?”
“Nee, met een vriend.” Manon kijkt haar vriendin even aan en gaat dan weer verder met het schikken van de takken in de vaas.
“Hij is toch geen homo geworden?” Adriaan stopt met piano spelen en kijkt hen afwachtend aan. Zijn ogen twinkelen. “Van de weeromstuit?”
“Dat heeft Pauline ook al gezegd.” Felix laat het koffiedoosje even onbeweeglijk in de lucht hangen. “Die denkt ook dat Guus homo is.”
“Hoezo dan?” Godelieve’s stem klinkt onzeker.
“De manier waarop hij over andere mannen praat. Mooie lichamen, fijne gelaatsuitdrukkingen... dat soort dingen.”
“Dat zegt toch niks? Ik vind sommige vrouwen ook opwindend mooi. Heb jij dat nooit bij andere mannen?” Godelieve kijkt Adriaan vragend aan terwijl ze de bal van Bobbe aanpakt.
“Nooit!” Adriaan doet de klep van de piano met een resoluut gebaar dicht.
“Ik ook niet.” Zegt Felix. “Maar als hij homo is dan is het in ieder geval fijn dat je nu dat pad voor hem geëffend hebt, Go.”
“Belachelijk.” Godelieve kijkt Manon hulpzoekend aan. "Wat denk jij?
“Ik weet het niet.” Manon aarzelt. Ze denkt aan de opmerking van Guus over de jongen op het strand. “Het zou misschien kunnen, maar dan zou hij het toch niet zo lang met jou uitgehouden hebben? En hij heeft nog steeds zo veel verdriet over jullie breuk.”
"Nog steeds?" Godelieve fronst haar wenkbrauwen. "Hij zal toch zonder mij verder moeten, mijn taak zit erop.”
“Taak?” Manon kijkt haar vragend aan. “Heeft dat met dat karma te maken?”
“Ja...” Godelieve aarzelt. Ze kijkt even naar Adriaan. “Guus en ik hadden een aantal zaken in een vorig leven niet verwerkt samen en dat moesten we nu afmaken.”
“Wat dan?” Manon trekt voorzichtig een gedroogd blaadje van een van de kleverige kastanjeknoppen.
“Dat weet ik niet precies. Maar wat ik in ieder geval wel weet is dat ik er klaar mee ben.”
“Daar kun je Guus toch niet zomaar mee afschepen? Waar komt dat nou ineens vandaan?” Manon kijkt beschuldigend naar Adriaan.
“Ikke niet.” Adriaan maakt een afwerend gebaar. “Ik ben zo nuchter als een koe in de wei. Dit heeft ze allemaal zelf verzonnen.”
“Ik heb regressietherapie ondergaan.” Bekent Godelieve. “Dat is een manier om terug te gaan in de tijd, zelfs voor de geboorte. Het helpt je om delen van jezelf terug te vinden en een nieuwe leefstructuur op te bouwen. Nu realiseer ik me dat Guus maar een onbeduidende rol speelt in mijn proces van zelfverwerkelijking. Hij is een onderdeel geweest van mijn levenstaak, maar nu moet ik hem loslaten want als een relatie verkeerd loopt kan dat alleen maar verstoringen geven in mijn eigen spanningsveld. Het zijn allemaal beproevingen op mijn levenspad.”
“En wat ben ik?” Adriaan kijkt haar onderzoekend aan. “Ook een beproeving?”
“Misschien.” Godelieve kijkt hem verliefd aan. “Maar wel een hele fijne.”
“Maar, Go...” Manon kijkt nu wanhopig naar Felix, die zijn schouders ophaalt. “Sorry, hoor, maar ik kan hier helemaal niks mee.”
“Dat had ik ook niet verwacht.” Godelieve glimlacht sereen. “Maar dat geeft niet, hoor. Misschien dat jullie er over een poosje wel aan toe zijn.”
“Laten we dat dan maar hopen.” Felix schudt met een pak melk bij zijn oor. “Willen jullie allemaal nog melk in de koffie?”
Ze knikken.
“Jammer, dan heb ik niet genoeg.”
“Geef mij dan maar zwart.” Zegt Adriaan.
“Weet je het zeker? Dat is echt niet te drinken uit dit apparaatje, hoor.”
“Veel slechter dan de koffie van Go kan het niet zijn.” Adriaan knipoogt naar Godelieve.
“Nee, daar zou je wel eens gelijk in kunnen hebben.” Felix schenkt de melk in een glazen kom en zet deze in de magnetron. “Dat is echt de belabberdste koffie die ik ooit op heb.”
“Ik weet het, mijn koffie is berucht.” Godelieve staat op, Bobbe teleurgesteld op het kleed achterlatend. Haar blik valt op de kleine televisie die in een hoek van de keuken geluidloos aan staat. “Dat Juliana nou toch dood is, hè?”
“Het werd tijd.” Zegt Adriaan. “Dat mens was op.”
“Maar het is wel de afsluiting van een tijdperk.” Zegt Felix, enigszins geëmotioneerd. “Juul is toch altijd het meest onze koningin geweest.”
“Dat gevoel heb ik nou helemaal niet.” Zegt Adriaan. “Voor mij is Trix altijd dè koningin geweest.”
“Jij bent jonger.” Felix klopt de melk op. “Maar je moet toch toegeven dat Juliana echt de moeder des Vaderlands was. Ze straalde zoiets gezelligs uit.”
“Daar betalen we haar niet voor.” Vindt Adriaan. “Gezellige mensen zijn er al genoeg. Een koningin moet koninklijk zijn en zich aan het ceremoniële protocol houden. Dat is Trix op het lijf geschreven.”
“Juliana was wel een leuke koningin.” Godelieve pakt een bonbon uit het doosje, dat ze zelf heeft meegebracht. “Ze hield zo van gewoon zijn. Haar liefste wens was om mens te zijn tussen de mensen. Ze heeft natuurlijk altijd in een gouden kooitje gezeten als kind.”
“Dan had ze maar niet als prinses geboren moeten worden.” Felix zet de mokken op tafel. “En dat gewoon zijn van haar, was ook maar betrekkelijk, hoor. Als het maar aangepast werd aan haar beeld van de werkelijkheid van de gewone mens. Ik herinner me dat ze geen blote borstjes wilde zien tijdens haar bezoek aan Afrika.”
“Is dat zo?” Godelieve lacht. “Maar ze ging wel. En als er een ramp gebeurde stond Juliana met rubberlaarzen in de modder om de mensen te steunen. Ze heeft in ieder geval het koningschap fantastisch benut om zich sterk te maken voor de zwakkeren in de samenleving. En iedereen begreep haar toespraken. Zelfs ik.”
“Wat mij zo in haar aansprak,” Manon kijkt naar het televisiescherm, waarop beelden te zien zijn van een jonge Juliana, “was dat zij zich altijd heeft ingezet voor de wereldvrede.”
“Daar heeft ze de regering anders wel vaak mee in verlegenheid gebracht.” Zegt Felix cynisch. “Geloof me, als je aan het discussiëren bent over herbewapening en een eventueel lidmaatschap van de NAVO, zit je niet te wachten op een koningin die in het openbaar loopt te verkondigen dat vrede het wapen is dat het beste doel treft.”
“Dat was de schuld van die Hollandse Raspoetin, hoe heette die ook al weer?" Adriaan kijkt hen hulpzoekend aan.
"Greet Hofmans."
"Ja, die. Die fluisterde haar al die pacifistisch-religieuze praatjes in.”
“Oh ja, dat was die gebedsgenezeres die zich had ingevreten op Soestdijk. Die was ik even vergeten.” Manon schudt haar hoofd. “Juul was toch wel erg goedgelovig. Dat zou Trix toch niet kunnen overkomen.”
“Ik weet niet of het goedgelovigheid was.” Zegt Godelieve aarzelend. “Ik denk dat ze wanhopig was omdat de reguliere geneeskunde niks met de ogen van Christientje kon. Als er dan iemand komt die zegt dat je dochtertje beter wordt als jij en je man maar diep genoeg in God geloven zou ik dat misschien ook wel aannemen.”
“Maar jij bent misschien ook wel een beetje naïef.” Adriaan strijkt even liefkozend met zijn hand door Godelieve’s kortgeknipte haar.
“Hoe dan ook, het heeft in ieder geval niet veel geholpen.” Felix trekt het bonbondoosje naar zich toe.
“Maar dat was de schuld van Bernhard,” Adriaan lacht, “want die geloofde niet diep genoeg. Die zal zich wel de haren uit het hoofd getrokken hebben dat hij die voormalige badjuffrouw ooit aan het hof geïntroduceerd heeft. Dat mens heeft een diepe wig geslagen in zijn huwelijk. Heel Soestdijk was in twee kampen verdeeld en ze leefden ieder in een aparte vleugel."
"Hij heeft haar er toch uitgegooid toen ze hem had geadviseerd zijn Olympische springpaard soep met balletjes te geven?” vraagt Goedlieve.
"Daar weet ik niks van." zegt Adriaan.
“En toch vraag ik me af of die Greet Hofmans nou wel zo slecht geweest is voor Juliana.” Godelieve pakt nog een bonbon.
“Ze knapte er indertijd wel vreselijk van op." Is Manon het met haar eens. "En dat mens gaf haar wel zelfvertrouwen. Bovendien maakte haar pacifistische instelling haar wel zeer geliefd bij het volk, dat het Bernhard en de regering niet goed uitkwam was natuurlijk jammer voor haar.”
“Het was een zwevertje, maar ze was wel principieel.” Zegt Felix. “Ze was faliekant tegen de doodstraf. Ook voor oorlogsmisdadigers. Ze is bijna afgetreden toen ze een document moest ondertekenen waarin een gratieverzoek werd afgewezen. Alleen omdat Beatrix nog minderjarig was, heeft ze het niet gedaan.”
“Die had er wel raad mee geweten.” Zegt Adriaan. “Ik ben trouwens wel benieuwd naar dat Hofmansdossier, maar volgens mij ben ik al dood voordat dat vrijgegeven gaat worden. Wat zou er van haar geworden zijn?”
“Ze is al jaren dood.” Manon schraapt met een lepeltje de laatste restjes melkschuim uit haar kopje. “En Juul is nu ook dood. Wie interesseert het dan nog? Het lijkt me een mooi moment om alles maar eens te begraven. Wat vonden jullie trouwens van die toespraak van Balkenende gisterenavond. Dat was toch een partij gênant?”
“Ik heb het niet gezien maar ik heb begrepen dat het een foutje van de NOS was.” Zegt Adriaan. “Ze hebben per ongeluk een eerdere, mislukte opname uitgezonden .”
“Dus het was niet live?” Manon kijkt hem verbaasd aan.
“Dit soort dingen doen ze bijna nooit live. Maar het schijnt dat de RVD zich wel beraadt op samenwerking met de NOS na dit foutje.”
“Wat overdreven!” Godelieve schudt haar hoofd. “Als het wordt uitgelegd heeft iedereen daar toch begrip voor. Moet dit soort nieuws dan naar de commerciëlen?”
“Het is wel het overlijdensbericht van een lid van het Koninklijk huis.” Zegt Adriaan. “Ze zullen door het stof moeten anders geven ze de uitzendrechten van de begrafenis vast aan RTL.”
“Wanneer is die begrafenis eigenlijk?” wil Manon weten.
“Bijzetting.” Zegt Felix.
“Wat?”
“Bijzetting. Bij koninklijke personen heet een begrafenis een bijzetting. Volgens mij staat daar iets van acht werkdagen voor."
“Het is natuurlijk niet niks, zo’n koninklijke bijzetting in elkaar draaien.” Manon benadrukt het woord bijzetting.
“Ben je gek. Die draaiboeken liggen al lang klaar. En bovendien hebben ze een paar jaar geleden nog kunnen oefenen met Claus.”
“Waarom worden de Oranjes eigenlijk in Delft begraven, sorry, bijgezet? ”
“Toeval.” Zegt Felix. “Omdat Willem van Oranje daar werd doodgeschoten. Normaalgesproken werden de Oranje Nassaus bijgezet in Breda, maar dat was toen bezet door de Spanjaarden. Dus werd het de Nieuwe Kerk in Delft. Toen Frederik Hendrik daarna besloot ook in Delft begraven te willen worden is het een traditie geworden.”
“Ik zou er best eens naartoe willen.” Zegt Manon. “Het is raar. In het buitenland ga je bijna elke kerk of kathedraal wel in, maar in je eigen omgeving doe je dat eigenlijk nooit.”
“Dan doen we dat toch een keer.” Zegt Felix. “Maar nu kan het niet want het eerste wat ze doen als bekend is dat een lid van het Koninklijk Huis dood is, is de kerk verzegelen, zodat daar geen ongewenste bezoekers meer in kunnen. Er komen straks natuurlijk enorm veel hoogwaardigheidsbekleders en dat maakt de kerk buitengewoon aantrekkelijk voor een terroristische aanslag.”
“En die grafkelder kom je ook niet in, die is straks weer hermetisch afgesloten!” Adriaan neemt een slokje koffie en vertrekt zijn gezicht. “Jezus, wat bitter. Gootje, volgens mij ben je van de eerste plaats verdreven.”
“Ik heb nog thee.” Manon staat op om de thermoskan te pakken. “Moet je nou eens kijken wat een prachtig staaltje nationale hysterie.” Ze wijst naar het beeldscherm waarop huilende mensen te zien zijn die bij de hekken van Paleis Soestdijk bloemen neerleggen. “Ik begrijp niet dat mensen er zò emotioneel bij betrokken kunnen zijn. Dat Juliana’s kinderen en Bernhard verdriet hebben, okay. Die hebben de nabije herinnering aan haar. Maar ik heb zelfs iemand horen zeggen dat het niet eerlijk is dat ze dood is. Weet je wat niet eerlijk is...” Manon legt een krant op tafel waarop een afbeelding te zien is van een Pakistaanse grootvader die afscheid neemt van zijn kleinzoon, een militair die gesneuveld is. De man buigt zich voorover en kust de pet van zijn kleinzoon die op een bed van bloemen ligt. “dat er zoveel jonge mensen sneuvelen bij zinloze oorlogen. Waarom zijn we niet gewoon blij dat Juliana zo’n rijk en lang leven heeft gehad? Ze is vierennegentig geworden. Ik teken ervoor.”
“Maar niet zo.” Felix blaast over zijn thee en kijkt naar Manon. “Als ik zo verschrikkelijk dement wordt moet je me laten inslapen, hoor.”
“Dat zeg je nou wel, maar dat is nog niet zo makkelijk, hoor.” Godelieve trekt een rimpel in haar voorhoofd. “Het gaat heel geleidelijk met Alzheimer. Ik zie dat nu bij mijn moeder...”
“Ja, hoe is het daar eigenlijk mee?” vraagt Manon.
“Ze heeft niet zo’n besef van tijd meer.” Godelieve staart naar haar mok, waarop een afdruk van haar twee rode lippen te zien zijn. “En ze begint nu echt vergeetachtig te worden. Ze vergeet bijvoorbeeld dat ze mij vorige week nog gezien heeft en ik krijg dan te horen dat het al weer weken geleden is dat ik geweest ben en dat ik haar verwaarloos.”
“Ja, dat ga je dan krijgen en zie dat maar eens uit te leggen.”
“We hebben haar met kerst een kunstkerstboom gegeven.”Adriaan grinnikt. “Lekker makkelijk. Je hoefde hem alleen maar neer te zetten, stekker in het stopcontact en je hebt een compleet versierde boom met verlichting, want de elektriciteit zit in de stam. Ze vond het prachtig, alleen deden de lampjes het na een paar dagen al niet meer. Ik wilde het ding terug brengen naar de winkel. Bij het inpakken merkte ik dat de onderkant helemaal nat was. Had ze de boom water gegeven!”

Gepubliceerd: 21-03-06. Vond plaats op: 21-03-04. Tags:  alternatief ; koninklijk huis ;