Kiekje
 
 
 
afbeelding afbeelding
«  Aflevering 83: Over bewuste kinderloosheid en lousy sexbelevingen  »
 
Manon en Felix ontmoeten Adriaan, de nieuwe vriend van Godelieve in de foyer van het theater. Helen is er ook. Ze hebben zojuist de voorstelling Het Tapijt van Riek Swarte gezien. Helen is weer manloos, want het bleek een vermoeiende relatie met een verhoogd kinderrisico. Ze praten over het geluk van de bewust kinderlozen en de evolutionaire (...)

Manon doet even haar ogen dicht en knijpt in Felix’ hand. Het lawaai van houten paardjes, zwaardjes, hertengeweitjes en vallende mensen is oorverdovend. Als ze haar ogen weer open doet is het toneel bezaaid met rotzooi en ligt de acteur die Harald speelt doodstil op het toneel. Willem zit voorover gebogen en ziet er eigenlijk helemaal niet blij uit. Het licht dooft en gaat weer aan. Er klinkt een hartverwarmend applaus als de drie acteurs diep voor hen buigen.
“Gaaf, hè?“ Helen stoot haar al klappend aan.
“Erg leuk, maar die slag bij Hastings aan het eind trok ik maar net.” Bekent Manon als het applaus is verstomd. Ze lopen met zijn drieën naar de uitgang.
“Dat gegooi is alleen maar leuk als je zelf mee mag doen, niet om naar te kijken,” beaamt Helen, “maar ik vind het wel geweldig zoals ze de gebeurtenissen van dat tapijt hebben verbeeld. Ik heb het nog nooit in het echt gezien. Jullie wel?”
“Oh, Helen, dat moet echt een keer, hoor. In de boeken zie je altijd alleen maar details en je kunt het alleen live maar als één geheel zien. Het is een lap van 70 meter dus ze hebben er een speciaal museum voor moeten bouwen om het te kunnen presenteren.”
“Maar het is dan ook een icoon voor Frankrijk.” Felix pakt een informatieblaadje van het tafeltje bij de uitgang. “De Slag bij Hastings was namelijk de eerste grote overwinning van Normandië op Engeland.”
“Dat kwam er in de voorstelling niet zo goed uit.” Helen zwaait naar iemand in de menigte. “Kijk, daar heb je Adriaan en Go ook. Die zaten bijna vooraan.”
Manon ziet haar vriendin op haar afkomen. Naast haar loopt een donkere man met zijn arm om haar schouders.
“Jongens, dit is nou Adriaan.” Godelieve geeft haar vriend een zetje.
“Adriaan, leuk je te ontmoeten. We hebben al zoveel over je gehoord van Go.” Manon steekt haar hand naar hem uit.
“Dat zal best, ja.” Hij kijkt haar met zijn sepiabruine ogen indringend aan en lacht een rij perfecte tanden bloot.
“Leuk was het, hè?” Godelieve heeft rode vlekken op haar wangen en kijkt Manon stralend aan. “Maar ik kreeg het op het laatst Spaans benauwd.”
“Ja, jullie zaten nog dichter op dat lawaai.”
“Ik heb er een droge keel van.” Adriaan wijst naar de bar. “Zullen we nog wat gaan drinken?”
“Eerst even naar het toilet.” Zegt Manon.
“Ik ook.” Godelieve geeft haar een arm. “We zien jullie wel in de foyer.”
“Wat is hij knap.” Sist Manon beschuldigend in Godelieve’s oor als ze naar de toiletten lopen. “Maar je hebt helemaal niet verteld dat het een Surinamer is.”
“Het is ook geen Surinamer.” Godelieve schudt haar hoofd. “Adriaan is een Palestijn.”
“Een Palestijn die Adriaan heet?”
“Hij is door een Nederlands echtpaar geadopteerd toen hij acht was. Zijn ouders zijn omgekomen bij een aanslag. Maar hij is knap, hè? En zo lief.”

“Wist je dat ze al die attributen zelf maken?” Felix kijkt op van het informatieblaadje als ze gaan zitten. “Die zwaarden, paardjes, kastelen, en bootjes, allemaal zelf gemaakt. Daar staat Riek Swarte om bekend.”
“Die komeet was een vondst .” Adriaan zet een glas cola light voor Manon neer met een half partje citroen aan de rand geklemd. Helen krijgt een kom warme chocolademelk. “Ik wist niet zeker of je er slagroom op wilde. Ik heb er maar op gegokt.”
“Eigenlijk ben ik op dieet,” Helen kijkt aarzelend naar de vettige crèmelaag in de kom, “als jullie me blijven vetmesten krijg ik nooit een man.”
“En Barend dan?” Vraagt Godelieve.
“Uit.” Helen zucht. “Het was allemaal zo ingewikkeld. Dan wilde hij weer wel, dan weer niet. Dat hou je niet vol.”
“Jammer voor je.”
“Ach, beter alleen dan een ongelukkige relatie.” Helen haalt haar schouders op. “Krijgen we tenminste ook geen discussies over kinderen. Want dat wilde hij eigenlijk wel.”
“Maar goed dat het uit is dan.” Zegt Felix droog. “Je bent aan een groot gevaar ontsnapt.”
“Je zit hier tussen allemaal bewust kinderlozen.” Godelieve schurkt zich tegen Adriaan aan.
“Jullie ook niet?” Adriaan kijkt naar Manon en Felix.
“Nee, wij vinden de verantwoording om in deze maatschappij een kind op de wereld te zetten te groot.” Zegt Manon. “Ik heb het ook veel te druk. Het is niet zo dat ik een hekel heb aan kinderen. Ik vind het zelfs het best leuk om mijn verse, kleine neefje even in mijn armen te kunnen houden, maar eigenlijk vind ik het nog veel leuker om hem weer aan zijn moeder terug te geven.”
“Wat een verademing dat ik me nu eens een keertje niet hoef te verdedigen als ik zeg dat ik geen kinderen wil. Bij veel van mijn vrienden is de reactie vaak dat het onnatuurlijk is.”
“Onnatuurlijk?” Felix lacht. “In Nederland is vijftien procent van de gehuwden bewust kinderloos. Dan kun je toch niet meer spreken van een onnatuurlijke situatie? Ik geloof absoluut niet in de gedachte dat ieder mens een aangeboren behoefte heeft om kinderen groot te brengen.”
“En we geloven zeker niet in het fabeltje dat het de enige manier zou zijn om gelukkig te worden.” Manon nestelt zich tegen Felix aan. “Gelukkig is dat nu bewezen ook. Kinderloze mensen voelen zich niet minder gelukkig. Ze voelen zich gezonder bij het ouder worden en beleven meer plezier aan hun huwelijk. Volgens mij zíjn ze gewoon gelukkiger.”
“Toch moet er wel zoiets bestaan als een aangeboren drang tot voortplanting.” Zegt Helen.
“Gelukkig heb ik dat nooit gehad.” Zegt Godelieve. “Maar ik heb ook nooit iets gemerkt van die legendarische biologische klok.”
“Toch is hij er, anders zou toch niemand kinderen nemen?”
“Ik weet het niet.” Godelieve aarzelt. “De meeste mensen vinden kinderen toch wel leuk.”
“Dat zeggen ze.” Zegt Felix schamper. “Ik geloof er niets van. Nou ja, een enkeling misschien. Volgens mij is het krijgen van kinderen meer een gewoonte. Vanaf het moment dat je een vaste relatie hebt wordt je lastig gevallen met vragen of toespelingen over je nageslacht.”
“Als je dat soort mensen dan vraagt of ze een paar redenen kunnen geven waarom je wèl kinderen zou moeten nemen, weten ze niks te zeggen.” Adriaan lacht smalend.
“Of je krijgt te horen dat het de natuur is.” Felix knikt. “Alsof we nog in het oerwoud leven. Dieren brengen nageslacht voort, maar dat wil nog niet zeggen dat ze het daarom ook willen. Ze zijn niet in staat om daarover na te denken. Wìj kunnen die keuze wel maken. Je zou zelfs durven stellen dat heel tegennatuurlijk is dat mensen vóór kinderen kiezen. Het is namelijk helemaal niet in je belang om een kind te hebben. Bevallen is een uitermate pijnlijke en risicovolle bezigheid en het kind zorgt dat je veel kwetsbaarder bent. Bovendien kost het handen vol geld en het zit je vreselijk in de weg met je persoonlijke ontwikkeling.”
“Egoïsme,” Godelieve steekt haar vinger op, “dat wordt ons ook vaak verweten.”
“Maar aangezien onze soort zich toch moet voorplanten, zo werkt het nou eenmaal, moet er een gevoel zijn dat sterker is dan de ratio.” Houdt Helen vol. “En het is niet alleen emotie. Kinderen worden tegenwoordig zorgvuldig gepland. Alles financieel op orde, een huis met genoeg kamers... nog één keer een verre reis en dan huppekee, in de val.”
“Geef mij maar gezellige vrienden...” Adriaan heft zijn glas, “daar kun je beter mee oud worden.”
Manon wendt haar blik af van de foto van de twee zwanen die boven de bar hangen en heft eveneens haar glas. “Beter dan gaan zitten wachten op je kinderen die sporadisch en met tegenzin langs komen.”
“The future doesn’t need us.” Felix heft zijn glas. “Om Billy Joy te citeren. Op de cyborgs.”
“Dat heeft mij nou net weer een iets te hoog Star-trek gehalte.” Adriaan fronst zijn wenkbrauwen. “Volgens mij gaat dat nog heel lang duren, als het al gaat gebeuren.”
“Het gaat gebeuren.” Zegt Felix resoluut. “Kijk eens naar je zelf, je bent omringd door computers. Je auto, je telefoon, je laptop, je wasmachine. Zonder al die hulpmiddelen kun je amper functioneren. En over een poosje worden er elektronische componenten in je hersenen geïmplanteerd.”
“Bij mij niet, hoor.” Adriaan schudt zijn hoofd.
“Wat is het alternatief? De mensen worden steeds dommer. Dat kan niet anders. De hoog opgeleiden, en nu ga ik er even vanuit dat dat ook de slimmeriken zijn, nemen geen kinderen meer of hooguit twee. Bij de lager opgeleiden zie je vaker grote gezinnen ontstaan, die ook weer de genetische eigenschap hebben om zich in grote getale voort te planten, dus het kan bijna niet anders dan dat de mensheid langzaam maar zeker dommer wordt. Sinds we geboortebeperkende middelen hebben, dus sinds je ook daadwerkelijk de keuze kunt maken tussen wel of geen kinderen, zal de verdomming alleen maar versnellen.”
“En nu halen ze ook nog de pil uit het ziekenfonds.” Adriaan grijpt naar zijn voorhoofd. “We zijn gedoemd.”
“Interessante hypothese.” Helen knikt bedachtzaam. “Dat zou dus betekenen dat hoger opgeleiden juist meer kinderen zouden moeten krijgen.”
“Als je de mens in zijn huidige, intelligente vorm wilt behouden wel.” Zegt Felix. “Maar waarom zouden we dat nou willen? We hebben straks alle technische hulpmiddelen voorhanden om ons lichaam en onze geest te versterken. In feite zijn we daar al druk mee bezig. Het is nu al zo dat we internet gebruiken om onze informatie en kennis te delen en contacten te leggen, als een elektronisch hulpmiddel voor de geest. Het is een interactieve wereld die groeit en zich ontwikkelt en het is niet onvoorstelbaar dat je over niet al te lange tijd kunt inpluggen op deze virtuele werkelijkheid.”
“Met je elektronische componenten.” Godelieve zucht. “Ik vind het maar een raar idee.”
“Waarom?” Felix kijkt haar verbaasd aan. “Ik vind het idee dat het menselijk ras blijft voortbestaan juist belachelijk. Wij vormen hoogstens een evolutionaire stap op weg naar een veel intelligentere en efficiëntere levensvorm.”
“Vind jij dat niet eng?”
“Nee. Ik begrijp niet waarom iedereen daar toch zo bang voor is. Waarom hechten we zo aan ons menselijke lichaam dat in zijn huidige vorm waarschijnlijk zowieso niet meer kan overleven op de door ons uitgewoonde planeet? Ik denk dat we juist in onze handjes mogen knijpen als we deze inefficiënte, snel verouderende cocon in de toekomst af kunnen stropen. Het is slechts een huls voor je geest. Hier,” hij klopt met de knokkels van zijn hand op zijn hoofd, “zit onze identiteit, het meest wezenlijke deel van ons mens-zijn. Dat is het karakterbepalende deel. Zeg nou zelf, het zou toch prachtig zijn als je niet meer zou verouderen?”
“En je hersenen verouderen niet dan?” Adriaan kijkt hem licht spottend aan.
“Op den duur wordt dat ook allemaal elektronica.” Felix haalt zijn schouders op. “Hersenen zijn nu in feite al biologische computers. Als de computers genoeg rekensnelheid krijgen, zullen ze heel goed de hersenen kunnen vervangen.”
“Het lijkt me zo’n klinische wereld.” Zegt Godelieve klaaglijk. “Zo onnatuurlijk.”
“Onnatuurlijk! Ha, daar hebben we het weer.” Roept Felix uit. “Mensen die tegen de elektronische revolutie zijn komen altijd op de proppen met de onnatuurlijkheid ervan. Dat zijn dezelfde mensen die er geen enkel probleem mee hebben om met een pacemaker rond te lopen of, als ze zelf niet op een natuurlijke,” hij houdt zijn vingers als quotes gekromd, “manier kinderen kunnen krijgen, dankbaar gebruik maken van IVF, dat met allerlei elektronische en kunstmatige middelen gerealiseerd wordt. Dan is het ineens wel natuurlijk”
“Dat is waar.” Helen knikt. “Maar toch geloof ik meer in biotechnologische ontwikkelingen. Klonen en zo.”
“Alsof dat wel bespreekbaar is.” Felix lacht smalend.
“Dat is een kwestie van tijd.”
“Ik weet het niet.” Manon schudt haar hoofd. “Ik ben bang dat we de domheidsgrens al hebben overschreden. Als je kijkt hoeveel weerstand tegen dit soort ontwikkelingen is.”
“Ben je gek! De mensen zijn er gewoon nog niet rijp voor. Als we met zijn allen zo ver zijn, is ook het probleem dat jij net schetste opgelost. Dan kunnen we de foetussen in de baarmoeder dusdanig manipuleren dat ze mooi en intelligent worden en dan gaan we weer de goede kant op.”
“De foetussen van de rijke mensen dan,” zegt Felix, “want daar zul je flink wat geld voor moeten neerleggen.”
“Voor cyborg-onderdelen niet dan?”
“Dat is waarschijnlijk ook alleen maar weggelegd voor de welvarenden onder ons. Hoe dan ook zullen de verschillen tussen arm en rijk steeds groter worden, daar ontkom je niet aan.”
“Ik zou de seks wel missen als ik cyborg was.” Adriaan trekt Godelieve tegen zich aan.
“Die seksuele ervaring die je wilt hebben, kun je dan zo downloaden. En ik kan je voorspellen dat die ervaring beter zal zijn dan je gewend bent.”
“Hoe weet jij dat nou?” Godelieve kijkt haar quasi verontwaardigd aan. “Jij weet niks van ons seksleven.”
“En dat wil ik graag zo houden.” Felix maakt een afwerend gebaar.
“Maar de beste seksuele ervaring zal wel de duurste zijn.”
“Krijgen we dat weer.” Helen zucht. “Dan zit ik dus weer vast aan lousy seksbelevingen.”

Gepubliceerd: 23-01-06. Vond plaats op: 23-01-04. Tags:  beeldende kunst ; biotechnologie ; evolutie ; film ; Middeleeuwen ; theater ;