Kiekje
 
 
 
afbeelding afbeelding
«  Aflevering 200: Over reflecterende gletsjerbescherming en geldverslindende vloedkeringen  »
 
Manon en Felix raken tijdens een wandeling over een van de plankiers die boven het gedeeltelijk ondergelopen San Marcoplein ligt in gesprek met een over de aan te leggen vloedkering voor Venetië en de invloed van het broeikaseffect op klimaatverandering.

“Dit is toch absurd?” Manon kijkt verbaasd om zich heen terwijl ze samen met Felix en vele andere toeristen over het verhoogde plankier schuifelt, dat zich minstens een halve meter boven de piazza San Marco bevindt. “Het halve plein staat onder water!”
“Het is wel vreemd.” Beaamt Felix. “Je zou zeggen: maakt een betonnen rand langs het plein, daar waar die vaporetto’s liggen, en je bent in business.”
“Dat zouden ze wel doen als het zo eenvoudig was.” De man voor hen - blijkbaar een Nederlander - draait zich om. “Maar dat is vechten tegen de bierkaai. Venetië zakt langzaam maar zeker onder de zeespiegel.”
“Nog steeds?” Manon kijkt hem fronsend aan.
“Nog steeds.” De man spreidt zijn armen in een wijds gebaar. “De miljoenen palen waarop deze mooie stad gebouwd is zakken nog steeds weg in de bodem. Klei en modder...” hij schudt zijn hoofd, “dan kun je ook problemen verwachten.”
“Dus Venetië wordt straks een tweede Atlantis?” Manon kijkt verbouwereerd naar het klotsende water onder het plankier.
“Zo ver is het nog niet.” De donkerbruine ogen onder de borstelige, grijze wenkbrauwen kijken haar vriendelijk aan. “Diverse ingenieurs en technici zijn bezig met geavanceerde plannen om de stad op te krikken maar dat schijnt enorm kostbaar te zijn.”
“Opkrikken?” Mengt Felix zich in het gesprek. “Ik dacht dat ze nu bezig waren met die vloedkeringen.”
“Oh, ja, daar heeft Ron ons pas uitgebreid over doorgezaagd.” Herinnert Manon zich. “Hij was daar helemaal niet blij mee.”
“Daar heb ik inderdaad ook iets over gehoord.” De man kijkt hen beurtelings vragend aan. “Hoe zit dat precies?”
“Vertel jij het maar.” Manon geeft Felix een duwtje. “Ik weet het niet meer precies.”
“Ze willen tussen de drie inlaten van de lagune waterkeringen met 79 openingen aanleggen. Zoiets als onze Deltawerken, maar deze liggen onder het wateroppervlak zodat ze de visuele skyline van Venetië niet bederven. Als het water in de lagune meer dan een meter boven zijn normale stand rijst, gaan de pompen aan en wordt er lucht in de constructie geblazen waardoor het geheel omhoog komt en de inlaten afsluit. Zoiets. In ieder geval kan de stad dan niet meer onderstromen.”
“Impressive.” De man fluit zachtjes tussen zijn tanden. “Dat zal ook niet goedkoop zijn.”
“Drie miljard euro.”
“En volkomen onverantwoord voor het milieu.” Manon doet haar rugzak af en ritst hem open.
“Ja, volgens Ron.” Felix schudt meewarig zijn hoofd. “Dat is zo’n groene kabouter.” Legt hij de man uit.
“Ron zegt dat de lagune eraan gaat omdat bij langdurige afsluitingen het bijzondere ecosysteem verstoord zal worden.” Zegt Manon verdedigend. “En dat zou best kunnen want het water wordt nu nog voortdurend ververst door het eb- en vloedverschil.”
“Als het Venetië van de ondergang kan redden denk ik dat de keuze gauw gemaakt is.” De man geeft Felix een knipoog en haalt zijn schouders op.
“Dat is nog maar de vraag.” Manon trekt een zakje zuurtjes uit haar tas. “Er zijn wetenschappers die zeggen dat de plannen zijn gebaseerd op verouderde gegevens. Het schijnt dat de zeespiegel veel sneller stijgt door de uitstoot van onze broeikasgassen.”
“Misschien stijgt de zeespiegel...” De man maakt een afwerend gebaar als Manon hem een snoepje aanbiedt, “maar ik denk dat we onszelf een beetje overschatten als we denken dat dat door onze broeikasgassen komt. Zeespiegelstijging door opwarming van de aarde is een normaal natuurverschijnsel dat ook zonder broeikasgassen van de mens voor komt. De aarde is nou eenmaal een grillige bol die voortdurend verandert. Dat wij hebben weten te overleven komt doordat wij ons steeds zo goed wisten aan te passen. Evolutie weet je wel.” Hij zet zijn handen in zijn zij. “Wist je dat in de vorige warme periode van de aarde de zeespiegel drie tot zeven meter hoger stond, terwijl er veel minder broeikasgassen in de atmosfeer zaten dan nu.”
“Maar de opwarming gaat nu wel heel snel.” Werpt Manon tegen.
“Snel?” De man stoot een kort lachje uit. “Aan het einde van de laatste ijstijd steeg de zeespiegel twintig keer zo snel als in de vorige eeuw. Het is gewoon een natuurlijk proces. Maar dat bekt niet lekker in de media.”
“Maar het is niet alleen de stijgende zeespiegel.” Werpt Manon tegen. “We hebben het alleen deze zomer al over zware regenval in de Alpen en de Balkan die tot overstromingen en modderstromen hebben geleid, verwoestende branden in Portugal door de extreme droogte, steeds zwaardere orkanen in het Caraïbisch gebied.... Er moet toch een relatie zijn met de klimaatverandering?”
“Dat ontken ik ook niet.” De man trekt een pakje sigaretten uit zijn zak, tikt er mee op de rug van zijn hand en houdt het Manon voor. “Maar er worden veel te vaak en veel te snel vergaande conclusies getrokken als het om het milieu gaat. Ik wil die vriend van jou niet te kort doen, maar milieuwetenschappers zijn de ergste. Die hebben er een handje van om her en der wat wetenschappelijke gegevens te verzamelen om daar vervolgens wat spectaculaire berekeningen overheen te gooien en dan wordt er nog wat gemanipuleerd om de gewenste uitkomst te krijgen. Die dan natuurlijk breed wordt uitgedragen in de media. Want doomscenario’s doen het nou eenmaal goed. Daar smult de massa van. Zeker als je zegt dat het hun eigen schuld is. Masochisme alom.” Er klinkt een lichte opwinding in zijn stem door. “Een vriend van mij is meteoroloog. Echt zo’n degelijke wetenschapper. Die doet hartstikke goed onderzoek naar wisselwerking tussen ijskappen, gletsjers en het klimaat. Hij meet het ijs. Daar kun je heel veel klimaatinformatie uit halen over de afgelopen honderdduizenden jaren. Maar je denkt toch niet dat iemand daarin geïnteresseerd is behalve een handjevol wetenschappers?” Nadat hij ook Felix tevergeefs een sigaret heeft aangeboden steekt hij er zelf een in zijn mond en stopt het pakje weer in zijn broekzak. “Veel te saai. Hij meet heel zorgvuldig de dikte, de temperatuur en de massa, wat eraf gaat en wat er weer bij komt...”
“Wat er weer bij komt?” valt Manon hem in de rede. “Ik dacht dat alle ijskappen smolten.”
“Dat is helemaal niet zeker!” De man houdt zijn hand om zijn sigaret als hij hem aansteekt. “We weten helemaal niet of de ijskappen nu toe- of afnemen.”
“Maar feit is dat de gletsjers wel smelten.” Manon wappert met haar hand als de man zijn een rookwolk in haar gezicht blaast. “Ik heb gelezen dat ze in Zwitserland deze zomer een gletsjer met reflecterend pvc-folie wilden inpakken om het smelten tegen te gaan. Dat is toch ook een idioot idee!”
“Ik vind het eigenlijk wel slim.” De man blaast zijn rook nu de andere kant op. “Als een gletsjer aan het smelten is zou je het daarmee best wel even kunnen stabiliseren. Normaal gesproken zorgt verse sneeuw er namelijk voor dat een gletsjer niet smelt. Die vormt een soort witte, poreuze laag op het ijs, die, net als dat pvc, de warmte van de zon reflecteert. Dat noem je firn. Maar als je een paar warme zomers achter elkaar hebt en weinig sneeuw, dan wordt het firn aangetast en als die laag eenmaal verdwenen is gaat het heel hard met een gletsjer. Want gletsjerijs is veel donkerder dan die lichte firn-laag en reflecteert de warmte veel minder goed, dus het smelten gaat dan razendsnel. Ik ben een keer mee geweest met mijn vriend naar zijn gletsjer - hij heeft een eigen gletsjer waar hij onderzoek op doet - en dat ding is inderdaad ongelooflijk smerig. Je verwacht een prachtig, stralend witte massa, maar aan de zijkanten is het ijs helemaal zwart, het lijkt wel of daar donkere brokken steen liggen in plaats van ijs, daar is de firn ook bijna helemaal verdwenen.”
“Sneeuw is dus belangrijk.” Constateert Manon. “Maar dan zijn we weer waar we begonnen waren want het sneeuwt weer minder vanwege het broeikaseffect.”
“Misschien.” De man is bij het einde van het plankier aangekomen en stapt er voorzichtig vanaf. Hij biedt Manon zijn hand aan om haar te helpen. “Het zou kunnen dat het minder sneeuwt doordat het zeewater opwarmt, maar die relatie is in ieder geval nog niet wetenschappelijk bewezen. In ieder geval is het zeer onwaarschijnlijk dat de mens hier debet aan is. Gletsjers komen, gaan en komen altijd weer terug. Misschien moeten we ons er maar gewoon bij neerleggen dat klimaatveranderingen nou eenmaal bij de cyclus van onze aardbol horen. We kunnen, zoals we altijd hebben gedaan, ons daar beter aan aanpassen en vloedkeringen en dijken bouwen, in plaats van subsidieverslindende windmolens bouwen, kissebissen over Co2-emissierechten en dan heb ik het nog niet eens over de plannen om miljarden euro’s te steken aan het opslaan van Co2 in de grond, waarvan niemand weet of het wel gaat werken.”
“Hoezo niet?” Manon draait zich om, om een foto te maken van het San Marcoplein.
“Omdat we niet eens zeker weten of het verhoogde Co2-gehalte in de lucht de oorzaak is van temperatuurstijgingen. Trouwens, als de aarde weer een boer laat en er een flinke vulkaanuitbarsting komt, zoals die van Krakatau bijvoorbeeld of als de vulkaan onder Yellowstone wakker schrikt, zal het ineens veel kouder worden. Daar kunnen wij met onze vliegtuigen, autotootjes en andere vervuilende apparaten echt niet tegenop.” De man gooit zijn peuk in een plas water. “Dan zullen we nog opsnakken naar dat Co2 wat we diep onder de grond hebben gepompt.” Hij kijkt op zijn horloge en vervolgens naar de aanlegsteigers van de Vaporetto’s. “Maar tot die tijd moeten de Venetianen in ieder geval zorgen dat ze droge voeten houden. “Hij steekt Manon zijn hand toe. “Het was me een genoegen, als ik de vier nog wil halen moet ik gaan rennen.”

Gepubliceerd: 30-09-07. Vond plaats op: 30-09-05. Tags:  Italië ; klimaatverandering ; milieu ; watermanagement ; weer en klimaat ;