Kiekje
 
 
 
afbeelding afbeelding
«  Aflevering 194: Over radicale lilywhites en softe cultuurrelativisten  »
 
Manon en Fadona ontmoeten Sikhanysio bij de Theetuin. Sikhanysio vertelt dat de bomaanslagen in Londen het werk was van vier Britse zelfmoordterroristen. Ze praten over jihadisten, bommen en soft cultuurrelativisme wat volgens Sikhanysio de oorzaak van de problemen met de westerse moslims is.

“Dat meen je niet, Non!” Fadona kijkt Manon opgewonden aan. “Wat spannend!”
“Met afzettingen en scherpschutters en zo.” Manon knikt gewichtig en bukt zich om de tak op te rapen die Bobbe voor haar voeten heeft gelegd. “Ik wist niet wat ik zag toen die twee agenten mijn tuin in renden.”
“Waar ze natuurlijk niet verder kwamen, want daar liepen ze dood op die enorme schutting van jou.” Constateert Fadona. “Maar wat is er nou precies gebeurd?”
“Ze hadden het over een gijzeling, maar het bleek een dolgedraaide postbode te zijn die ’s morgens te horen had gekregen dat hij ontslagen was. Hij kwam verhaal halen bij zijn baas en er werd door getuigen gezegd dat hij een wapen bij zich had. Toen werd er groot alarm geslagen en is de hele buurt afgezet.” Manon gooit de stok opnieuw ver het bos in. “Hij gaf zich snel over, tot grote teleurstelling van de buurtbewoners, die in groten getale waren toegestroomd.”
“Arme man.” Zegt Fadona.
“Wie?” Manon bukt zich om een dode duif te fotograferen, waarvan de kop geheel verdwenen is. Alleen zijn bloederige nekwervels steken nog uit zijn veren.. “De manager of de postbode?”
“Allebei eigenlijk.” Fadona duwt de witte hond, die geïnteresseerd aan de duif wil snuffelen, weg. “Die postbode omdat hij zo wanhopig is over zijn ontslag en die manager vanwege het feit dat hij bedreigd is op zijn werk. Dat lijkt me een traumatische ervaring.” Ze kijkt naar een elegante, donkere gestalte die op het terras bij de Theetuin naar hen zwaait. “Hee, Sikhanysio is er al.”
“Het waren tòch zelfmoord-terroristen.” Zegt Sikhanysio nadat ze hen begroet heeft. Ze wijst op de krant die naast haar op de stoel ligt.
“Toch?” Fadona kijkt haar onthutst aan. “Wat erg!”
“Ja, en weet je wat het nog dramatischer maakt?” Sikhanysio gaat weer zitten en pakt de krant. “Dat het gewone Britten waren.”
“Dus toch geen moslims?” Manon gaat zitten en kijkt haar verbaasd aan. “Wie dan? De IRA?”
“Wel moslims, maar geboren en getogen in Groot-Brittannië. Home-made. Geen strafblad. Volgens vrienden en familie hadden ze ook niet echt radicale denkbeelden. Lilywhites uit West-Yorkshire, volgens de Britse politie, ofwel onbeschreven bladen.”
“Shit!” Zegt Fadona hartgrondig. De witte hond kijkt haar verontrust aan. “Wat eng! Die hebben dus een dubbelleven geleid.”
“Keurige Engelse jongens die op hun kamertjes bommen in elkaar knutselden.” Sikhanysio’s stem klinkt verbitterd. “Van materialen die je gewoon bij de drogist kunt kopen. Aceton, waterstofperoxide en nog een of ander zuur...” Ze pakt de krant en haar ogen vliegen over de tekst. “Zwavelzuur. Ze noemen het TATP-bommen. En op internet staan genoeg leuke recepten om er je rugzakje mee te vullen.”
“Hoe zijn ze erachter gekomen wie het waren?” Wil Manon weten. “Het lijkt me dat er niet veel van je overblijft als je met rugzak en al ontploft.”
“Een van de ouders belde de politie omdat hun zoon niet thuis kwam van een tripje naar Londen. Verder hadden de daders creditcards en papieren op zak. Ze wilden duidelijk laten zien dat ook ogenschijnlijk gewone Britten bereid zijn als martelaar te sterven voor de strijd tegen het Westen.”
“Godsdienstwaanzinnigen.” Manon schudt haar hoofd. “Gewoon geestelijk gestoord, net als die Mohammed B.”
“Niet gestoord!” Sikhanysio kijkt haar bestraffend aan. “Vergiftigd. Met ideeën van heel gevaarlijke mensen. Mohammed B. is daar typisch zo’n voorbeeld van. Maar daar zijn er heel veel van.”
“Op de middelbare school was die Mohammed B. anders een hele aardige jongen.” Zegt Manon.
“Hoe weet jij dat?” Fadona kijkt haar verbaasd aan.
“Ik heb in november een leraar ontmoet wiens collega hem in de klas heeft gehad.” Legt Manon uit. “Die man met die neef in het Moma, weet je nog?”
Fadona knikt.
“Hij was heel leergierig en helemaal niet zo fanatiek.”
“Dat is bij al die jongens zo.” Zegt Sikhanysio. “Het begint meestal met een identificatieprobleem. Waarschijnlijk is dat bij Mohammed pas na zijn middelbare school begonnen. Ze hebben, terecht of onterecht, het gevoel dat ze met de nek worden aangekeken en gediscrimineerd worden. Een tweede stap is dat de westerse normen en waarden verworpen worden, vervolgens het westerse rechtssysteem en dan worden het jihadisten en gaan ze moorden.”
“Nou generaliseer je wel erg.” Manon fronst haar wenkbrauwen. “Volgens mij is het groepje dat daadwerkelijk tot geweld overgaat heel klein.”
“Je zult er versteld van staan hoeveel mensen met wraakideeën rondlopen.” Zegt Sikhanysio.
“Dat zou inderdaad nog wel eens tegen kunnen vallen.” Beaamt Fadona. Ze streelt de witte hond die zijn kop op haar schoot heeft gelegd. “Mijn zwager zie ik er ook wel voor aan dat hij na het avondeten bommetjes zit te maken in zijn kelder. Hij is ook al eens verhoord door de AIVD, maar die moesten hem weer laten gaan. Hij kent Mohammed B. ook trouwens.”
“Jakkie!” Sikhanysio kijkt haar vol afschuw aan. “Kijk je wel een beetje uit.”
“Ik zie hem zelden, daar zorg ik wel voor.”
“Ik mag lijden dat ze hem levenslang opsluiten.” Sikhanysio slaat met de krant op tafel.
“Dat zal toch wel?” Zegt Fadona.
“Ik heb niet zoveel vertrouwen in de Nederlandse rechters. Je hebt gezien wat er met die Samir A. gebeurd is.”
“Die had geen moord gepleegd.” Zegt Manon.
“Nog niet. Maar daar kun je op wachten natuurlijk.” Sikhanysio priemt haar wijsvinger richting Manon. “En kom niet bij me uithuilen als hij zichzelf volgende week in een tram in de spits opblaast in naam van het ware geloof.”
“Dat vindt ik zo erg.” Zegt Fadona zachtjes. “Dat ons geloof zo wordt misbruikt door die terroristen. Iedereen denkt dat de islam een gewelddadige godsdienst is, maar de koran predikt alleen maar vrede.”
“Daar gaan we weer.” Sikhanysio zucht. “Je weet goed dat er hele gewelddadige passages in de koran staan, Fadona. Net als in de bijbel en de Thora overigens.”
Wie een mens doodt, doodt de hele mensheid.” Zegt Fadona.
En wie een mens redt, redt de hele mensheid.” Manon steekt haar vinger op. “Dat zei je toen in verband met die orgaandonaties.”
“Goed dat je dat nog weet.” Fadona kijkt haar verrast aan. “Maar volgens de koran mag je geen onschuldigen doden.”
“Precies!” Sikhanysio priemt haar wijsvinger nu in de richting van Fadona. “En in dat ene woordje zit ‘um nu net het verschil. Onschuldige. Dat betekent dat je wel schuldigen mag doden als je de koran letterlijk neemt. En dat is exact wat de islam-facisten doen. Ze lezen in hun goddelijke boek over het stichten van islamitische staten, vrouwenonderdrukking en dat geweld en moord tegen ongelovigen en afvalligen gerechtvaardigd is. Joden en christenen nemen hun goddelijke boeken toch ook niet meer letterlijk? Zìj hebben ze door de jaren heen geherïnterpreteerd en aangepast naarmate de wereld veranderde. Dat is wat de moslims met hun koran moeten doen zodat we niet meer tegen post-Middeleeuwse opvattingen van ene meneer Mohammed hoeven te vechten.”
“Mohammed heeft altijd gepredikt dat iedereen vrij is om zijn eigen godsdienst te praktiseren.” Werpt Fadona tegen.
“Dat is dan lekker handig opgeschreven.” Zegt Sikhanysio cynisch. “Waarom horen we dat soort dingen nooit?”
“Omdat de fundamentalisten nou eenmaal harder roepen.” Zegt Fadona moedeloos. “En die krijgen de media-aandacht. Er zit toch niemand te wachten op gematigde moslims die vrede prediken? Men wil spektakel, dus worden de microfoons gericht op degenen die de meest vreselijke dingen roepen. Dat vult de kranten en voedt de angst van de islamofobisten zoals Wilders. Het bevestigt hen in hun gevoelens dat de moslims de westerse maatschappij gaan overnemen en dat ook hier de sharia ingevoerd gaat worden.”
“Die gevoelens zijn niet helemaal ongegrond.” Zegt Sikhanysio. “Over vijfentwintig jaar is een kwart van de wereldbevolking moslim. Ze hebben al twee keer eerder geprobeerd om Europa te islamiseren en in de zestiende en zeventiende eeuw zijn ze heel ver gekomen. Tot in Wenen. Ze doen het nu alleen veel sluwer, via migratie. Voordat iemand er erg in heeft wordt de sharia via democratische weg ingevoerd.”
“Als de meerderheid dat wil, gebeurt het.” Manon begint zich een beetje te ergeren aan Sikhanysio’s fanatisme. “Als het maar democratisch is.”
“Naïef mens.” Sikhanysio kijkt haar geërgerd aan. “Je weet niet waar je het over hebt. Het kost je je vrijheid. Je denkt toch niet dat wij hier dan nog zo gezellig af kunnen spreken? Ik heb het in Afrika meegemaakt en ik wens het niet nog eens mee te maken. Ik word er doodziek van dat jullie vinden dat je niet mag oordelen over andere culturen. Je mòet erover oordelen, anders verkwansel je de mensenrechten. Dan ga je indirect ook akkoord met vrouwenonderdrukking en vrouwenbesnijdenis.”
“Nou, nou...” protesteert Manon zwakjes.
“Niks nou, nou, Manon. Dat geschipper en die dubbele moraal van jullie hebben er voor gezorgd dat er nu zoveel problemen zijn met Westerse moslims. Lekker zoveel mogelijk hun eigen cultuur en godsdienst laten behouden en zo min mogelijk eisen stellen. Zo kweek je vanzelf een groep mensen die hun afkomst en cultuur als smoesje gebruikt om niet te integreren. Daarmee houd je toch alleen een cultuur van uitzichtloosheid in stand? Moet je het maar eens met Ayaan over hebben. Volgens haar gaat dat in Amerika compleet anders. Je opleiding en talent zijn daar veel belangrijker dan waar je vandaan komt. En de Amerikaanse droom is voor iedereen bereikbaar.”
“Wordt u al geholpen?” Er staat een pukkelige jongen met stekeltjeshaar naast hen.
“Nee.” Manon kijkt de jongen dankbaar aan. “Heeft u misschien de kaart voor ons?”
“Jazeker.” De jongen verdwijnt naar binnen.
“Ik heb trouwens nog een nieuwtje.” Fadona kijkt Manon onzeker aan.
“Gooi op.” Manon lacht haar bemoedigend toe.
“Ik ben met Mark naar bed geweest.”

Gepubliceerd: 19-07-07. Vond plaats op: 19-07-05. Tags:  asielbeleid en integratie ; Groot-Brittannië ; mensenrechten ; terrorisme ; vrouwenonderdrukking ; zelfmoord ;