Kiekje
 
 
 
afbeelding afbeelding
«  Aflevering 168: Over rijzige energieleveranciers en medicinale budgettering  »
 
Manon maakt kennis met Blarian, de man die Carla energie geeft. Ze praten over het eredoctoraat van Beatrix en dure medicijnen die in bepaalde ziekenhuizen niet voorgeschreven mogen worden.

“Vind je wel dat dit kan voor een man?” Carla houdt onzeker een wit-rozig boeketje omhoog. Ze lopen over een smal, met sneeuwklokjes omzoomd pad naar de voordeur van een keurige eengezinswoning.
“Ik vind het een beetje een bruidsboeketje.” Bekent Manon.
“Echt?” Carla giechelt zenuwachtig. “Nou ja, niks aan te doen. Blarian heeft weer een nieuw level bereikt en dat is wel een bloemetje waard.”
“Mooi zo. Des te beter kan hij jou helpen. Misschien worden we binnenkort wel uitgenodigd voor zijn promotie.”
“Ik geloof niet dat je kunt promoveren op spirituele energie.”
“Dat maakt toch allemaal niet uit. Beatrix heeft nu toch ook een eredoctoraat gekregen. Die heeft nog nooit wat wetenschappelijks gedaan en is ook nooit gepromoveerd. Wat is zo’n titel nou nog waard? Het is eigenlijk belachelijk dat ze hem heeft geaccepteerd.”
“Hij wordt anders niet aan Jan en Alleman gegeven.” Carla laat de zware, koperen klopper op de voordeur vallen. “Ik geloof dat alleen Juliana en Wilhelmina hem hebben gekregen en ik meen ook Mandela, maar waarom weet ik eigenlijk niet.”
“Maar wat moet Trix er nou mee?”
“Ach, dat vond de Leidse universiteit gewoon leuk.” Carla klopt nogmaals op de deur. “Hun devies is Praesidum libertatis en Beatrix heeft die titel gekregen omdat zij zich altijd sterk heeft gemaakt voor de vrijheid.”
“Als ik een bul had zou ik hem inleveren.” Zegt Manon koppig terwijl ze afwachtend naar de deur kijkt. “Is hij eigenlijk wel thuis?”
Op dat moment wordt de deur geopend en staat er een rijzige man voor hen met donker haar. Hij kijkt Carla van onder zijn borstelige grijze wenkbrauwen gespannen aan. “En?”
“De uitslag was heel goed.” Carla steekt het boeketje naar voren. “Mijn CEA was twee, zelfs nog gehalveerd sinds de vorige keer!”
“Gefeliciteerd!” De man kust haar op beide wangen. “Wat een fantastisch nieuws!”
“Mede dankzij jou!" Carla lacht en schuift Manon naar voren. “Manon, dit is nou Blarian. Mijn energieleverancier.”
Manon geeft hem een hand.
“Manon heeft samen met mij de energiecursus gedaan.”
“Ik zie het, ze straalt energie uit.” Blarian kijkt Manon onderzoekend aan. “Gebruik je je energie, Manon?”
“Niet zo vaak.”
“Jammer, dan doe je jezelf te kort.” Blarian loopt voor hen uit naar de woonkamer. “Schattig zeg, die roze roosjes.” Hij kijkt liefdevol naar het boeketje. “Ik ga ze even in het water zetten.” Hij geeft Carla een foldertje. “Heb je de informatie van de nieuwe cursus al gezien?”
“Schot in de roos, dat bruidsboeketje.” Carla stoot Manon aan als Blarian is verdwenen. “Wat een bijzondere man is het toch.” Ze kijkt naar de folder en geeft hem aan Manon. “Die kan ik toch niet lezen zonder bril.”
“Je denkt toch niet dat ik het wel kan lezen met die akelige lenzen?” Manon kijkt mismoedig naar de vage letterbrij in het foldertje.
“Gaat dat nog steeds niet? Stop er toch mee!”
“Maar het zou kunnen dat mijn ogen er nog aan wennen.”
“Schei toch uit. Je hebt ze nou al zes dagen in. Als je nou nog niks kan zien gaat het gewoon niet lukken.”
“En?” Blarian komt binnen. Hij zet het boeketje dat inmiddels in een kristallen vaasje staat, op tafel.
“We kunnen het allebei niet lezen.” Zegt Carla. “Ik heb mijn leesbril niet bij me en Manon heeft nieuwe lenzen waar ze niks mee ziet. Mogen we het lenen?”
“Natuurlijk, maar het staat ook op de website.”
“Ik ben je zo dankbaar.” Carla kijkt hem breed glimlachend aan. “Ik weet zeker dat het zo goed gaat door alle energie die ik van je krijg.”
“Het zal wellicht helpen. ” Blarian lacht bescheiden. “Voorlopig blijf je in mijn energieschema. En het blijft gratis.” Hij knipoogt naar Manon. “Met die dure medicijnenis het maar afwachten wat je krijgt.”
“En òf je het krijgt.” Zegt Manon. “Dat is tegenwoordig ook maar de vraag.”
“Ja, het is toch absurd dat sommige ziekenhuizen hun oncologen verbieden om hun patiënten te behandelen met de nieuwste geneesmiddelen.” Zegt Carla verontwaardigd.
“Ze zeggen dat er geen geld voor is.” Zegt Blarian. “Die ziekenhuizen hebben meestal een medicijnbudget en dat verschilt per ziekenhuis.”
“Maar het is toch bij de wilde beesten af de je bent overgeleverd aan het vergoedingenbeleid van ziekenhuizen.”
“En als je daar nou nog enig inzicht in had...” Zegt Manon. “Maar je hebt geen idee of een ziekenhuis wel of niet de benodigde medicijnen voorschrijft.”
"Het schijnt dat daar vorige maand een website voor geopend is." Zegt Blarian.
"Kiesbeter.nl." Carla snuift hoorbaar. "Daar heb ik wel eens op gekeken, maar daar heb je helemaal niets aan. Daar staan dit soort middelen heus niet op. Jammer, want als je kanker krijgt voel je je al doodongelukkig, en dan moet je ook nog eens zelf op zoek naar een plek waar je de juiste behandeling kan krijgen. Ik vind op zijn minst dat ze daar opening van zaken over zouden moeten geven.” Ze heeft kleine blosjes op haar wangen. “Ik heb geluk gehad. Die oxaliplatin, die ik per infuus kreeg, schijnt een van die schrikbarend dure middelen te zijn. Die kuren kosten meer dan tienduizend euro. Wie zou nou verwachten dat je dat in een ziekenhuisje als Ivoka voorgeschreven krijgt?”
“Volgens mij heeft het niets te maken met de grootte van het ziekenhuis.” Blarian legt zijn handen tegen elkaar. “Maar veel meer met beleid van het ziekenhuismanagement en waar ze de speerpunten leggen. Als je veel geld uitgeeft aan dure medicijnen, kun je weer minder heupoperaties doen bijvoorbeeld.”
“En dat vind ik nou raar.” Zegt Carla. “Dat ze dat soort beslissingen, die uiteindelijk over leven en dood gaan, overlaten aan een paar managers, want daar heb je het wel over. Kijk, ik begrijp best dat dertigduizend euro een behoorlijk bedrag is om iemand die een dodelijke ziekte heeft zes maanden langer uitstel te geven. Maar je zal in die tijd nog maar net het huwelijk van je dochter kunnen meemaken, of de geboorte van je eerste kleinkind ofzo. Dat kan soms belangrijker zijn dan een nieuwe heup voor een oud dement opaatje.”
Blarian knikt: “Ik ken iemand die al acht jaar uitgezaaide darmkanker heeft. Hoewel hij verschillende operaties heeft gehad en constant medicijnen moet gebruiken geniet hij toch met volle teugen van het leven.”
“Dat bedoel ik.” Carla priemt haar wijsvinger in zijn richting. “Daar kan een ziekenhuismanagement toch niet over beslissen? Als er al keuzes gemaakt moeten worden, dan moet de samenleving dat doen. Maar het kan niet zo zijn dat de een het wel krijgt en de ander niet. Dat behoort een maatschappelijke discussie te zijn.”
“Maar hoe moeten de ziekenhuizen dat dan oplossen?” Wil Blarian weten. “Nieuwe medicijnen zijn een enorme investering voor een ziekenhuis omdat ze vaak een deel zelf moeten betalen. Financieel hebben ze er niets bij te winnen.”
“Een ziekenhuis hoeft toch ook geen winst te maken!” Carla snuift nogmaals. “Daarom is dat budgetsysteem ook zo raar. Als die medicijnen eenmaal ontwikkeld en op de markt gebracht zijn moet iedereen ze kunnen krijgen of niemand.”
“Dat betekent dat men van tevoren onderzoek zou moeten doen naar de verwachte werking en de kosten van zo’n medicijn.” Blarian kijkt haar peinzend aan.
“Dat zou wel eerlijker zijn, ja. Als men dan besluit het te ontwikkelen is het ten minste voor iedereen beschikbaar.”
“Ik weet het niet.” Blarian schudt zijn hoofd. “Ik ben bang dat dat het onderzoek naar medicijnen verschrikkelijk zal stagneren. Als de ontwikkelkosten te hoog dreigen te worden dan stop je er maar mee. Bovendien denk ik dat je heel moeilijk van tevoren kunt voorspellen of een medicijn effectief is. Neem nou die nieuwe pillen, die precies bij de tumor open gaan...”
“Precisiepillen.” Carla knikt. “Matthijs heeft het daar over gehad. Maar die zijn nog niet op de markt, hoor. Dat duurt nog wel een paar jaar.
“Hoe werkt dat dan?” Vraagt Manon.
“Een ingewikkeld verhaal, maar als ik het goed begrepen heb komt het er op neer dat ze een pil ontwikkeld hebben met een soort uitlaatklep die geopend wordt als hij een ontsteking of een tumor bereikt. Dat zou natuurlijk prachtig zijn, want die chemotroep wil je natuurlijk niet door je hele lichaam. Daar word je nou juist zo beroerd van.”
“Maar hoe weet zo’n pil nou wanneer hij open moet gaan?” vraagt Manon.
“Dat had iets met de ph-waarde te maken. Rond een ontsteking of tumor is die lager. Of hoger, dat weet ik niet meer. Als je het precies wilt weten, moet je het maar aan Matthijs vragen. Evelyn komt morgen, die weet het vast ook wel.” Carla zucht en kijkt naar Blarian. “Maar voorlopig zullen we het met de energie moeten doen. Misschien kun je trouwens ook wat aan het kleindochtertje van mijn buurvrouw geven. Het schaap is na de geboorte maar een paar dagen thuis geweest en ligt nu al twee maanden in het ziekenhuis.”
“Eigenlijk moeten haar ouders me dat vragen.” Blarian kijkt Carla aarzelend aan. “Wat heeft ze?”
“De doktoren staan voor een raadsel.”
“Dan wordt het moeilijk.”

Gepubliceerd: 09-02-07. Vond plaats op: 09-02-05. Tags:  alternatieve geneeswijzen ; kanker ; koninklijk huis ; medicijnen ;