Kiekje
 
 
 
afbeelding afbeelding
«  Aflevering 130: Over onbeproefde groutbogen  »
 
Manon en Felix zitten in de tram en rijden door de tramtunnel. Manon maakt zich kwaad over de protserige tunnel en vindt dat hij beter gebruikt kan worden door auto’s en vrachtverkeer omdat die de lucht in de stad zo verontreinigen. Ze raken in gesprek met een man, die gewerkt heeft aan het project.

“Wat een protserig geheel.” Manon kijkt omhoog naar de grof afgesmeerde cementen muren. Ze staan op het nieuwe, net geopende tramstation aan het Spui. “En dat allemaal voor die paar trams die hier rijden.”
“Maar het is wel mooi geworden.” Felix kijkt bewonderend naar de prachtige houten vloer onder hun voeten.
“Dat mag ook wel voor 234 miljoen euro." Moppert Manon. "Twee keer zo duur als begroot.”
“Maar dan heb je ook een echte Koolhaas.”
“Doodzonde voor een ondergrondse tramhalte. Tien jaar van breken, lawaai en ander overlast. En wat zijn we er nou wijzer van geworden? Niks! Vroeger stapte je voor de V&D uit. Je kon naar links of naar rechts. Hier kan je niet eens de rails over! En je moet eerst tien meter omhoog voor je zelfs maar boven de grond bent. Nu doen die roltrappen het nog, maar die zijn natuurlijk binnen no-time kapot. Op het station werken ze ook nooit.”
“Daar komt lijn zes.” Waarschuwt Felix.
“Laten we nou eerlijk zijn.” Gaat Manon onvermoeid verder als ze in de tram zitten. “Dit was toch allemaal niet nodig geweest? Sinds er geen auto’s meer mogen rijden functioneert het toch allemaal prima hierboven. Het winkelende publiek had helemaal geen last van die paar trams die er reden. Waarom hebben ze er geen autotunnel van gemaakt? Dan hadden we een prachtige ring naar de Utrechtse Baan gehad.”
“Er was nou eenmaal subsidie voor een openbaar vervoertunnel en niet voor een autotunnel.” Felix zucht.
“Maar het is toch belachelijk dat zo’n subsidie niet voor iets anders aangewend mag worden!”
“Zo gaat dat nou eenmaal met subsidies.”
“Was het nou niet veel voordehand liggender om de auto’s onder de grond te stoppen.” Dramt Manon door. “Nederland heeft de meest vervuilde lucht ter wereld. En in de Randstad schijnt het extra erg te zijn.”
“Hoe kom je daar nou bij?”
“Dat heb ik gehoord.” Zegt Manon onzeker.
“Ja, stikstofdioxide. Daar hebben ze op gemeten. Maar dat wordt voornamelijk veroorzaakt door dieselauto’s en vrachtwagens.”
“Nou, die kunnen dan toch ook in zo’n tunnel.” Manon slaakt een diepe zucht. “Zoveel geld voor zoiets overbodigs.”
“U heeft groot gelijk. U bent heus niet de enige die er zo over denkt." De man voor hen heeft zich omgedraaid. "Wist u dat ze een prijs voor de tunnel hebben gehad?”
“Een prijs?” Manon kijkt hem argwanend aan.
De Gulden over de Balk Award.” De man knikt triomfantelijk. “Van Yorin. Voor de stomste overheidsmisser in jaren. De gemeente wilde hem niet in ontvangst nemen. Heel onsportief.”
“Maar wel begrijpelijk.” Mompelt Felix.
“Ze zijn stapelgek hier in Den Haag.” De man schudt zijn hoofd. “Die tunnel heeft 187.000 euro per meter gekost, mevrouw. En alleen maar vanwege de vage voorspelling dat het kruispunt van het Spui en de Grote Marktstraat over een paar jaar het drukste openbaar vervoerskruispunt van Europa zou gaan worden.”
“Dat meent u niet!” Manon uit een hoge, schelle lach. “Dan zijn onze Haagse bestuurders zeker nog nooit in Londen of Parijs geweest.”
“Ik ben heel serieus.” De man legt zijn hand op zijn hart. “Daarmee heeft wethouder Meijer de raad over de streep getrokken.”
“Het is toch niet te geloven, he Fé.” Manon trekt Felix aan zijn arm om hem ook bij het gesprek te betrekken, maar hij kijkt stug naar buiten.
“Kijk, mevrouw.” De man wijst naar een stuk muur, waar ze langs rijden. Manon ziet niks. “Daar moesten wij in een duikerscabine acclimatiseren voor we aan het werk konden.”
“U heeft gewerkt aan de tramtunnel.” Begrijpt Manon.
“Jarenlang.” De man kijkt naar buiten. Zijn zware wenkbrauwen hangen als kleine borsteltjes boven zijn ogen.
“Een duikerscabine? Moest u onder water werken?”
“Nee, zo gek was het nou ook weer niet.” Hij kijkt haar weer aan en lacht een rijtje bruine rooktanden bloot. “Drukverschil. Daarom moesten we in die cabine. Nadat het water uit de tunnel gepompt was, hebben ze hem onder druk gezet. Maar daar merkte je niet veel van, hoor.”
“Was u erbij toen hij lek raakte?”
De man knikt. “Eerst een beetje water dat langs de muur sijpelde. Toen het echt begon te stromen zijn we geëvacueerd. Ik heb gehoord dat het water op een gegeven moment met 140000 liter per uur de tunnel instroomde. Toen het wegdek op de Kalvermarkt verzakte hebben ze de boel maar onder water gezet." Hij snuift misprijzend. “Een blunder van de eerste orde.”
“Hoezo?” Kan Felix niet nalaten te zeggen. “Zoiets valt toch niet te voorzien?”
“Meneer,” de man buigt zich iets naar hen toe en zegt op samenzweerderige toon, “Die techniek die ze gebruikt hebben voor die tunnel was absoluut onbetrouwbaar. Experts hebben ernaar gekeken en die hebben geconcludeerd dat de gemeente op deze grond nooit een tunnel had mogen bouwen, en al helemaal niet met een groutboog.”
“Een wat?”
“Een groutboog. Dat is een soort waterwerende onderlaag. Het is een experimentele techniek die nog nooit voor een groot project gebruikt was.”
“En wisten ze dat van tevoren?” Manon fluistert nu ook bijna.
“Daardoor is die financiële strop voor de gemeente ook zo groot.” De man knikt triomfantelijk. “De aannemers en de verzekeringsjongens hebben al voor de bouw laten vast leggen dat zij niet aansprakelijk kunnen worden gesteld voor grondwaterlekken.”
“Wat onnozel.” Manon kijkt naar de skyline van het centrum dat voor hen oprijst als ze de tunnel uitrijden. "Wie maakt in hemelsnaam de contracten bij de gemeente?”
“Daar was Meijer verantwoordelijk voor. Maar die zit nu burgemeestertje te spelen in Zwolle en houdt nog steeds vol dat er geen fouten zijn gemaakt. Maar wij waren op een haar na failliet. En we zijn nog aan een ander groot gevaar ontsnapt, want we waren bijna nog de lul omdat Netelenbos wel wat centjes voor de tunnel uit de staatskas wilde halen als de Hagenezen het rekeningrijden gingen uitproberen. Gelukkig is dat lijpe wijf toen teruggefloten.”
“Maar dankzij de tramtunnel zijn nu wel alle winkels op zondag open.” Felix stoot tegen Manon’s arm en staat op. “Wij moeten er hier uit.”

Gepubliceerd: 16-10-06. Vond plaats op: 16-10-04. Tags:  milieu ; openbaar vervoer ;