Kiekje
 
 
 
afbeelding afbeelding
«  Aflevering 76: Over buitenaardse landingen en verloren dromen  »
 
Felix en Manon zijn ziek. Manon wordt wakker na een vreemde koortsdroom die ze zich nog maar deels kan herinneren. Ze staren naar de tv en zien een animatie van de Beagle II, die morgenochtend op de oppervlakte van Mars moet landen. Een riskante onderneming. Verder horen ze dat er een griepepidemie heerst.

Manon wordt badend in het zweet wakker. Ze opent haar ogen en ziet Felix naast zich die met een doffe blik in zijn ogen naar de televisie ligt te kijken. “Goddank.”
“Wat goddank?” mompelt hij.
“Je hebt je haar nog. Ik droomde dat je je helemaal kaal had geschoren. We stonden op het punt om te gaan vrijen en toen ging je nog even naar de badkamer. Het duurde heel lang en toen kwam je terug met een kaalsgeschoren hoofd.”
“Hoe kom je daar nou bij?” Felix kijkt haar met waterige ogen aan. De randen langs zijn neusgaten zijn rood en gezwollen.
“Geen idee, maar het was afschuwelijk. Er zaten allemaal bloedige korsten op je hoofd en je zag eruit als een crimineel.”
“Nou ja...”
“Van sex is dan ook niet veel meer gekomen.” Manon zucht diep. “Ik vroeg je nog waarom je het niet met mij had overlegd en je antwoordde dat het dan toch niet had gemogen.”
“Nee, vanzelfsprekend niet.”
“Het ergste vond ik nog dat je de week daarvoor naar de kapper was geweest.” Manon lacht vermoeid. “Zonde van het geld.”
“Echt iets voor jou.” Felix lacht schor.
“En voortaan moest je een mutsje op.” Ze kijkt hem schalks aan. “Ook in bed. Dat is toch vreemd dat ik zoiets droom?”
“Het klinkt wel spannend.”
“Daarvoor was het nog veel spannender maar ik weet nu absoluut niet meer waar het over ging. Jammer toch dat ik zo’n slecht geheugen heb.”
“Dat is heel normaal.”
“Wat? Dat ik zo’n slecht geheugen heb?”
“Nee, dat je alleen nog maar de laatste beelden van je droom herinnert. Er stond gisteren toevallig een interessant artikel in de NRC. Wacht.” Hij buigt zich opzij en rommelt in de stapel kranten naast zijn bed. “Hier.” Triomfantelijk houdt hij de bijlage Wetenschap en Onderwijs omhoog. “Waarom we dromen vergeten.”
“Waarom is dat dan?”
“Lees maar.”
“Kun je het niet voor me samenvatten?” Manon pakt de krant aan en kijkt met brandende ogen licht wanhopig naar de letterbrij.
“Er zijn verschillende theorieën.” Felix trekt het katern weer naar zich toe en zijn ogen scannen de regels. “De eerste is dat je in de loop van de dag zoveel gegevens verzamelt dat je hersens als het ware een information-overflow krijgen.” Vat hij samen. “’s Nachts vindt er een soort screening plaats van die gegevens. Alles wat niet relevant is wordt weggegooid. Dat zou als een flits in je droom verschijnen. Een andere theorie is dat je brein er juist voor zorgt dat je herinneringen van je kortetermijngeheugen ergens naar je langetermijngeheugen worden verplaatst. In ieder geval gaan ze er allebei vanuit dat dromen met herinneringen te maken hebben.”
“Dat klinkt niet logisch. Je dromen vergeet je juist.”
“Ze denken dat dat komt omdat ons brein houvast heeft aan chronologie bij het verwerken van herinneringen. Oorzaak en gevolg zijn daarbij heel belangrijk. Je gaat van huis, pakt de fiets, rijdt naar de stad en komt iemand tegen. Maar bij een droom werkt dat niet zo. De laatste beelden zijn het duidelijkst en hoe verder je in het verhaal naar voren gaat hoe vager het wordt.”
“Vandaar!” Manon knikt instemmend.
“En dan schijnt het nog zo te zijn, althans dat is één theorie, dat het dromen uit twee processen bestaat. Iets dat de droom voortbrengt, de bron, en iets dat de bewerking uitvoert.”
“Een beetje zoals een processor en een harde schijf.” Manon knikt. “We lijken toch meer op computers dan we ons realiseren.”
“Afijn, ze vermoeden dat dat weer te maken heeft met de linker- en rechterhersenhelft, waarbij de ene helft, welke weet ik niet precies meer, de emotionele en creatieve output van de andere helft moet vertalen in iets concreets. Of andersom. Maar dat is een vrij ingewikkeld verhaal. Als je het wel precies wilt weten lees je het maar lekker zelf.”
“Ik geloof het wel.” Manon draait zich op haar zij en kijkt naar de glazen bak, waarin de cavia’s huizen. Giotta ligt als een dikke matrone voor het raam en kijkt haar chagrijnig aan. Boticella ligt in de andere hoek van de bak.
Felix legt de krant weg en zet zijn doffe ogen weer in de staarmodus naar het televisiescherm. Zijn wijsvinger ligt op de afstandsbediening en bevredigt automatisch zijn zapbehoefte. “Zoveel zenders en eigenlijk is er niks op tv.” Het beeld blijft even hangen op een documentaire op Discovery Channel over de Cubaanse crisis. “Dit is dan nog het aardigst.”
“Die heb ik al eens gezien.” Manon voelt waterig snot uit haar neus lopen en vangt het behendig op met een tissue, die ze daarna naast zich gooit. Het kleine kerstboompje op haar nachtkastje is bedolven onder een witte wolk.
“Dan maar het journaal. Laten we maar weer eens kijken wat er in de wereld is gebeurd.”
Morgenochtend vroeg om vijf voor vier zal de Britse Marslander “Beagle-2” neerdalen op Mars. Volgens de teams die de ’Beagle-2’ en de ’Mars Express’ begeleiden werken alle systemen op dit moment goed en liggen beide toestellen op de juiste koers.” De nieuwslezeres verdwijnt uit beeld en ze zien een fraaie animatie van de op handen zijnde landing. “Pas tegen acht uur morgenochtend kan voor het eerst zekerheid komen over het succes van de landing. De Beagle-2 kan om half zeven het bericht van veilige aankomst doorgeven aan de Amerikaanse ’Mars Odyssey’ die op dat moment overvliegt. Anderhalf uur later kan de Odyssey zijn signalen doorsturen naar de aarde.
“Spannend voor de ESA.” Zegt Felix “Het zal mij benieuwen of het lukt.”
“Volgens Guus is de landing het meest riskante deel van de hele missie.” Manon niest hard en waterig en grijpt opnieuw een tissue.
“Guus? Wat weet die er nou van.”
“Zijn broertje doet toch iets met onderzoek naar buitenaardse planeten ofzo.” Manon kijkt gefascineerd naar de animatie. “De hitteschilden mogen het niet begeven en die parachute moet precies op tijd open gaan want hij kan niet remmen.”
“Hoe moet hij dan landen?”
“Met een soort airbags die de klap moeten opvangen. Maar het zal geen zachte landing worden. Kijk maar.” Ze wijst naar de animatie die een stuiterende Marslander op het planeetoppervlak laat zien. Als hij stil ligt worden de airbags afgestoten en er ontvouwen zich een aantal zonnepanelen om energie te verzamelen. “Als het lukt hebben we toch maar mooi gewonnen van de Amerikanen.”
“Als het lukt...” Felix is niet zo optimististisch. “Tot nu toe is ongeveer tweederde van de missies naar Mars mislukt. ”
“Toe maar. Als jij nou even thee gaat maken ga ik de jonge ouders even bellen.”

“Met Evelyn Harmsen.”
“Hoi Eef, met mij.”
“Jeetje, Manon, je klinkt nog steeds belabberd.”
“Ja, ik voel me echt hondsberoerd.” Manon niest een paar keer hard in de hoorn alsof ze haar woorden kracht wil bij zetten. “Maar goed dat er een lange lijn tussen ons zit, anders was je nu besmet geweest. Hoe is de eerste nacht voor het jonge gezin geweest?”
“Het jonge gezin heeft niet veel geslapen.” Evelyn geeuwt door de hoorn heen. “Joost is de halve nacht wakker geweest en ik kon verder eigenlijk niet slapen vanwege alle spanning.”
“Het is natuurlijk een enerverende dag geweest gisteren. Bevallen doe je gelukkig niet elke dag. Hoe voel je je nu?”
“Erg gelukkig.” Evelyn aarzelt even. “En raar leeg natuurlijk. Ik heb Joost de hele middag op mijn buik gehad, dat voelde tenminste nog een beetje vertrouwd. Ook voor het mannetje natuurlijk.”
“Voor hem moet het helemaal een traumatische ervaring zijn, zo uit de lekkere warme, natte moederbuik de koude wereld in.”
“En dan van die nare, stijve kleertjes aan.” Vult Evelyn aan.
“Ik vind het toch zo jammer dat ik niet even om het hoekje kan kijken.” Manon snuit haar neus en voelt tranen in haar ogen prikken van zelfmedelijden. Ze neemt gauw een slokje water.
“Het is zo’n lief ventje.” Evelyn’s stem klinkt vertederd. “Knap maar gauw op, des te eerder kun je je neefje komen knuffelen.”

Gepubliceerd: 24-12-05. Vond plaats op: 24-12-03. Tags:  besmettelijke ziekten ; ruimtevaart ; Slaap- en droomonderzoek ;