Kiekje
 
 
 
afbeelding afbeelding
«  Aflevering 75: Over opportunistische tirannen en schurftige aankopen  »
 
Evelyn belt dat ze onderweg zijn en dat ze op de radio heeft gehoord dat Saddam Hussein gevonden is. Gezamenlijk kijken ze naar televisie en bediscussieren het eventuele gevolgen van deze vangst.

Ladies and gentlemen, we’ve got him.” De man op de televisie is zichtbaar geëmotioneerd, zijn lipt trilt een beetje. De aanwezige journalisten applaudisseren en juichen. Enkele Irakese journalisten roepen “Dood aan Sadam.”
“Kom gauw kijken.” Roept Manon naar Felix. “Ze hebben Saddam gevonden.”
“Dat werd tijd.” Felix komt naast haar staan en wrijft vergenoegd in zijn handen. “Wat een mooi kerstcadeautje voor Bush.”
“Nog een wonder dat ze hem herkend hebben.” Terwijl Manon water in het espresso-apparaatje doet kijkt ze naar de beelden van een ernstig verslonsde Saddam Hussein. Hij heeft lang, warrig haar en een wilde grijze baard. Een man in een witte jas buigt zich over hem heen en tuurt met een loep in zijn haar, hij is vermoedelijk op zoek naar ongedierte. Ook Saddam’s gebit wordt uitgebreid bekeken.
“Wat vernederend dat hij zo wereldwijd op televisie komt.” Felix kijkt met iets van medelijden naar het scherm. “Ik begrijp dat ze hem willen onderzoeken, maar waarom moeten ze dat in godsnaam uitzenden?”
“Saddam had vast hetzelfde gedaan als hij Bush te pakken had kunnen krijgen.”
“Wel erger waarschijnlijk. Maar daarom hoef je je toch niet te verlagen tot zijn niveau?”
Op dat moment gaat de voordeurbel.
“Wat een nieuws, hè?” Matthijs begroet hen vluchtig en loopt direct door naar de televisie in de keuken. Evelyn schommelt er achteraan met haar dikke buik.
“Bush heeft net een reactie gegeven.” Manon trekt een stoel bij de keukentafel voor haar zusje bij.
“We hoorden het op de radio.” Evelyn laat zich moeizaam op de stoel zakken. “Ik vond hem erg optimistisch. Hij denkt dat de tijd van onderdrukking voor de Irakezen nu definitief voorbij is en dat het land nu weer een beetje vooruit kan kijken.”
“Dat moeten we nog maar afwachten.” Felix kijkt naar het scherm. “Saddam is maar een mannetje. En de narigheid met mannetjes is dat er altijd weer andere mannetjes komen. Ik vind het nogal naïef om te denken dat het geweld hiermee voorbij zal zijn. Er zullen nog veel doden en gewonden vallen.”
“Maar voorlopig is dit mannetje weg,” zegt Matthijs, “en ik denk dat een heleboel Irakezen daar erg blij mee zijn.”
“Maar er zullen ook mensen zijn die grondig de pest in hebben.” Manon zet de televisie wat zachter. “Saddam was voor velen toch een charimatische leider die het vuur van de anti-Amerikaanse sentimenten brandende hield. Je zag hier toch ook maar een handjevol feestvierders.”
“Dat komt omdat niemand durft.” zegt Felix. “Als er één ding is wat de mensen wel van het Saddam-regime geleerd hebben is dat ze heel goed weten hoe ze hun emoties moeten verbergen, want je wist nooit of dat tegen je gebruikt kon worden. Een keer met je vinger de verkeerde kant op wijzen en je zat in de plastic-vernietiger. Dat is nu in ieder geval voorbij.”
“De meeste niet-Irakezen zijn volgens mij blij.” Evelyn kijkt hen met licht verwijtende blik aan. “Behalve jullie dan.”
“Ik ben ook blij.” Manon zet de schoteltjes met appeltaart op tafel. “Saddam is een vreselijke dictator. Maar ik vraag me wèl af of de Irakezen met de Amerikanen nou zoveel beter af zijn. Het enige wat die hen te bieden hebben is een soort van schijnveiligheid.”
“Ik ben ook niet zo optimistisch over de toekomst van Irak,” helpt Felix haar een handje, “en ik ben er helemaal niet van overtuigd dat het verzet nu zijn wapens neer zal leggen. We hebben het hier niet over een paar boze, gefrustreerde activisten. Die aanhangers van Saddam zijn die-hard guerilla’s. En het zijn er nogal wat, want de soennieten zijn erg machtig in de Arabische wereld. Daar hebben de Amerikanen zich volgens mij lelijk op verkeken, ze hadden veel meer troepen moeten sturen.”
“Hebben jullie gehoord wanneer en waar hebben ze hem gevonden?” Vraagt Manon. “Dat heb ik net gemist, denk ik.”
“Gisterenavond. Hij zat in een schuilkelder. Ergens bij een afgelegen boerderijtje in een gat van twee meter lang. De toegang was met stenen en vuil onzichtbaar gemaakt, maar ze hebben het luchtgat gevonden naar de kruipruimte.” Evelyn schept wat slagroom op haar taart. “Ze moeten getipt zijn, anders hadden ze hem nooit gevonden.”
“Hij heeft zich direct overgegeven. Hij had vier pistolen op zak, maar die heeft hij niet gebruikt. Volgens de man die het luik geopend heeft, een of andere Amerikaanse majoor, heeft hij gelijk gezegd dat hij Saddam was en dat hij wilde onderhandelen.”
“Hij had toch minstens een paar Amerikanen neer moeten schieten.” zegt Felix minachtend. “Zijn zoons hebben zich verweerd tot de dood er op volgde.”
“Waar hebben ze hem nu naar toe gebracht?” Wil Manon weten.
“Dat is niet bekend.” Matthijs schept ook wat slagroom op zijn taart. “Maar ga er maar vanuit dat het een veilige plek zal zijn. Hoe en waar hij berecht wordt weet niemand.”
“Ik dacht dat ze daar een speciaal tribunaal voor hadden opgericht in Irak?”
“Dat gaat pas in werking als de Amerikanen de soevereiniteit aan de Irakezen zelf overdragen. En dat kan nog wel even duren. Maar het zou me niet verbazen als Bush hem zelf in Amerika voor de rechter wil brengen.”
“Dat lijkt mij het beste.” Zegt Evelyn.
“Ik weet niet of Amerika wel het meest geschikt is.” Felix zet de kopjes op tafel. “Al die vreselijke dingen die onder Saddam’s regime gebeurd zijn vallen niet onder het Amerikaanse recht, dus veroordelen wordt dan heel moeilijk.”
“Maar zelf kunnen de Irakezen het in ieder geval niet.” Zegt Matthijs. “Daar is tot nu toe nog nooit een eerlijk proces mogelijk geweest. Waarom zouden ze dat nu wel ineens kunnen?”
“Het lijkt me een zaak die de hele internationale gemeenschap aangaat.” Evelyn verdeelt met een vorkje nauwkeurig de slagroom over haar appeltaart. “We hebben het niet alleen over misdrijven die het Iraakse volk aangaan. Neem alleen al de genocidale acties tegen de Koerden en de moeras-Arabieren. Nee, het lijkt mij een mooi klusje voor de VN. Die kunnen misschien een internationaal strafhof oprichten ofzo.”
“Daar zullen de Amerikanen het wel niet mee eens zijn. Die willen hem zien hangen en de VN wijst de doodstraf af.”
“Misschien was het maar beter geweest als ze hem dood hadden gevonden.” Manon loopt naar een kratje in de hoek van de keuken. “Kijk eens, Eef.” Voorzichtig pakt ze een klein, roodbruin caviaatje op.
“Oh, heb je een nieuwe?” Evelyn steekt verlangend haar handen uit. “Sinds wanneer?”
“Gisteren.”
“Wel snel.” Vindt Matthijs. “Die zwarte is nog maar net dood.”
“Cavia’s zijn hele sociale dieren.” Berispt Evelyn hem. “Die moet je niet te lang alleen laten.”
Manon zet het kleintje bij Evelyn op schoot. “Ze heet Boticella”
“Wat een schatje.” Evelyn bestudeert het schilferige plekje boven het donkere kraaloogje. “Wat heeft ze bij haar oogje?”
“Schurft.”
“Jakkie!” Evelyn trekt haar hand terug.
“Het is niet besmettelijk voor jou.”
“Een cavia met schurft!” Matthijs kijkt Manon afkeurend aan. “Je hebt haar toch niet bij die andere gezet?”
“Ik wist niet dat het besmettelijk was.” Manon knikt enigszins beschaamd. “Volgens de dierenarts zou het ook een schimmel kunnen zijn. Maar ik moet ze nou inderdaad allebei druppelen.”
“En weer veertig euro verder.” Bromt Felix.
“Die veertig euro vergeet je wel weer, maar ik vind wel dat je je straks in haar vachtje moet kunnen spiegelen.”
“Ik weet niet of Giotta besmet is, want ze heeft er maar heel even bij gezeten. Het gaat namelijk helemaal niet goed. Kijk maar eens.” Manon pakt het roodbruine beestje van Evelyn’s schoot en zet haar bij de dikke witte cavia in de bak. Die begint te snuffelen aan het oogje van de kleine Boticella om vervolgens in haar achterste te bijten. De kleine, rode zet het direct op een rennen en Giotta zet klappertandend en op hoge poten de achtervolging in. Houtsnippers vliegen in het rond en het is een lawaai van jewelste. Manon grijpt de witte cavia die direct begint te krijsen. “Kun je wel, tegen zo’n klein beestje.” zegt ze streng. Giotta kijkt haar met loensende oogjes aan.
“Misschien moet je dit vandaag nog niet willen.” Felix pakt Giotta van Manon over en streelt het witte lijfje. “Voor jou is het ook niet makkelijk, hè biggetje.” Giotta reageert door waarschuwend met haar tanden langs zijn vinger te schrapen. Felix zet haar direct terug in haar eigen bak. “Kreng.” Hij pakt de trillende Boticella en zet haar terug in het kratje.
“Poeh!” Evelyn veegt langs haar voorhoofd. “Heb je trouwens nog wat extra melk voor in mijn koffie. Ik ben al vast aan het hamsteren voor mijn kleine meid.”
“Wordt het toch een meisje?” Felix trekt zijn wenkbrauwen op.
“Daar heb ik mijn zinnen op gezet.” Evelyn wrijft over haar dikke buik. “Aanstaande donderdag zullen we het weten. Een vriendin van me heeft het een soort uitgerekend met astrologische boeken. Ik moet alleen nog aan mama vragen hoe laat ik geboren ben. Dan kunnen we ook mijn ascendant berekenen.”

Gepubliceerd: 14-12-05. Vond plaats op: 14-12-03. Tags:  Irak ; islam ; politiek buitenland ; terrorisme ; Verenigde Naties ; Verenigde Staten ;