Kiekje
 
 
 
afbeelding afbeelding
«  Aflevering 190: Over wetenschappelijk geluksonderzoek en vrijgesproken kinderlokkers  »
 
Manon is met Jim bij Evelyn en Matthijs om het nieuwe huis te bekijken. Matthijs wil het schilderwerk zelf doen want hij maakt zich zorgen over zijn financiën naar aanleiding van ontwikkelingen met het nieuwe zorgstelsel. Volgens Manon wordt je van meer geld niet gelukkiger en er ontspint zich een gesprek over geluk en welvaart, waarbij ook (...)

Volgens mij hebben jullie hard gewerkt!” Manon kijkt de lichte, lege huiskamer rond.
“Het wordt wel wat, hè?” Evelyn strijkt een sliert haar van haar voorhoofd weg en glimlacht vermoeid. “Maar de verhuizing is al volgende week en er moet nog heel wat gebeuren.”
“Kun je Jim niet inzetten?” Manon wijst naar buiten waar haar neefje met Joost op de grond zit en hem geduldig uitlegt hoe zijn nieuwe kiepauto werkt.
“Jim heeft ook vakantie! Hij komt ook al helpen verhuizen.” Zegt Evelyn. “Bovendien moeten we het verfwerk toch echt zelf doen, dat kun je niet aan een dertienjarige overlaten.”
“Je hebt ook nog zoiets als schilders, hoor.”
“Je weet hoe Matthijs is...” Evelyn zucht. “Hij maakt zich zo’n zorgen over de financiën. Ik heb natuurlijk nog steeds geen vaste aanstelling, hij gaat een dag minder werken en hij maakt zich nog steeds zorgen over die Hoogervorstmaatregel met dat nieuwe zorgstelsel. Belachelijk natuurlijk, maar goed. Hij zit ermee.”
“Is daar nog wat uitgekomen?” Manon pulkt aan een stukje tape wat langs het houtwerk op het raam is achtergebleven.
“De LHV is bezig met onderhandelingen. Naar alle waarschijnlijkheid krijgen ze straks meer geld, maar dat is natuurlijk nog niet zeker.”
“Ach, jullie hebben genoeg en meer geld maakt niet gelukkig.” Manon rolt het stukje tape tussen haar vingers.
“Hè, Non...” Evelyn maakt een geeuwbeweging met haar hand, “weet je niets beters te verzinnen?”
“Maar het is waar.” Protesteert Manon. “Ik zal niet ontkennen dat geld natuurlijk een belangrijke rol speelt bij geluk, geen geld maakt wel degelijk ongelukkig, maar als je een bepaald inkomensniveau hebt bereikt helpt meer geld niet om nog gelukkiger te worden.”
“Says who?”
“Daar is uitgebreid onderzoek naar gedaan. Geluk is hartstikke hot op het moment. We hebben zelfs een geluksprofessor in Nederland die samen met andere geluksonderzoekers zeer gewichtig werk doet.”
“Dat heb je wel eens eerder verteld.” Herinnert Evelyn zich. “Die houden zich bezig met geluksindexen en zo, toch?”
“Zo is dat.” Manon knikt. “Dankzij hen weten we nu bijvoorbeeld ook dat mensen alleen gelukkiger van geld worden als zij meer dan anderen hebben. Geluk is namelijk relatief, je bent voortdurend aan het kijken of je het wel beter hebt dan je omgeving. Stel je koopt een jaguar waar je natuurlijk verschrikkelijk gelukkig mee bent. Maar als je buurman een paar maanden later ook een jaguar koopt, waarbij zìjn geluksgevoel omhoog zal schieten, zal jouw geluksgevoel onherroepelijk dalen, want jij wil dan eigenlijk een nieuwe, duurdere auto om weer gelukkig te kunnen worden. Buurmans geluk gaat ten koste van dat van jou.”
“En ons gezamenlijke gelukssaldo blijft dan gelijk.” Begrijpt Evelyn.
“Ook van een salarisverhoging wordt je maar even gelukkig,” gaat Manon verder, “zodra je eraan gewend bent ebt het geluksgevoel weg en wil je meer. Mensen wennen aan alles wat constant blijft. Geluidsoverlast, stank, ruziënde kinderen, maar ook fijne dingen zoals een hoger salaris. Om weer die kick te krijgen wil je weer meer. Daarom zijn mensen met een topinkomen niet veel gelukkiger dan wij.”
“Misschien moet jij maar eens met Matthijs gaan praten.” Evelyn lacht.
“Wat moet Manon met mij bespreken?” Matthijs komt binnen. Hij draagt een zwarte broek die grootdeels lichtgeel is van de latex. Ook zijn gezicht en haar zijn bedekt met lichtgele spikkeltjes. “Wat zijn de klachten, Manon?”
“Manon is kerngezond maar ze vertelt net dat geld niet gelukkig maakt en dat mensen met een topinkomen niet gelukkiger zijn dan wij.”
“Mèèr geld maakt niet gelukkig.” Verbetert Manon haar zusje.
“Je kan me nog meer vertellen.” Matthijs lacht haar vierkant uit. “Ik zou best bestuurder van NUON willen zijn.”
“Maar je zal er niet gelukkiger van worden.” Zegt Manon beslist. “Even misschien, voor de kick, maar dan ben je alweer op zoek naar je volgende shot. En voor onze nationale geluksindex helpt het al helemaal niet, want met je exorbitante inkomen maak je andere mensen ongelukkig. Die zullen zich namelijk armer voelen. Sterker nog, ons gemiddelde geluk zal achteruit gaan, want de groep die niet het felbegeerde hoge salaris krijgt is veel groter.”
“Ik heb anders altijd geleerd dat economische groei mensen gelukkiger maakt.”
“Tot een bepaald niveau, volgens Manon.” Evelyn wijst naar buiten. “Kom we gaan lekker even buiten koffie drinken.”
“Iets van 23.000 dollar.” Manon loopt achter Evelyn en Matthijs aan. “Daarboven is er geen verband meer tussen het inkomensniveau en het geluksniveau. Zo zijn wij beduidend gelukkiger dan de Amerikanen terwijl wij toch een lager gemiddeld inkomen hebben. Neem nou bijvoorbeeld Michael Jackson. Exorbitant rijk. Maar is hij nou zo gelukkig?”
“Nu wel, denk ik.” Evelyn kijkt naar Joost en Jim die nog druk aan het spelen zijn. “Hij is vrijgesproken op alle fronten.”
“Is die vieze pedofiel vrijgesproken?” Matthijs kijkt haar vol afgrijzen aan. “Dat had ik nooit gedacht! Volgens mij was er genoeg bewijs voor die verkrachtingen.”
“Ik geloof er niets van.” Manon haalt een kratje van een tuinstoel en gaat in de schaduw zitten. “Wel dat hij zijn bed deelde met kinderen, maar volgens mij kwam het nooit in zijn hoofd op om met ze te rommelen. Het is zo’n naïeveling.” En met een kwijnende stem zegt ze: “Slapen met kinderen is zo zoet, de hele wereld zou het moeten doen.”
“Ik vind het überhaupt onbegrijpelijk dat je je kind bij Michael Jackson laat slapen.” Evelyn schudt haar hoofd. “Die moeder heeft daar wèl toestemming voor gegeven. No way dat Joost bij zo’n griezel zou mogen logeren, als is hij nog zo rijk.”
“Ach, volgens mij waren het meer pyamaparty’s.” Manon haalt haar schouders op.
“Pyamaparty’s?” Matthijs houdt de thermoskan stil boven zijn mok. “Filmpjes kijken met popcorn, zeker! Ha!” Hij lacht schamper. “Wel zonder broek dan. Orale seksspelletjes, dat noem ik geen pyamaparty.”
“Dat beweerde die inhalige nachtwaker, hè? Dat lijkt me niet een van de betrouwbaarste getuigen want hij heeft zijn verhaal voor een vermogen aan een of ander roddelblad verkocht.”
“Ik geloof ook niet dat die Jackson een frisse jongen is, hoor Non.” Zegt Evelyn. “En de jury geloofde er eigenlijk ook niet in, maar ze vonden dat er niet genoeg bewijs was.”
“Ze waren natuurlijk ook bevooroordeeld.” Matthijs legt een krant op zijn stoel en gaat er voorzichtig op zitten. “Iedereen kent Michael Jackson als kindervriend met zijn pretpark Neverland. Hoe kan een burgerjury daar nou in hemelsnaam een objectief oordeel over vellen?”
“De Amerikaanse media zal trouwens wel in een gat vallen nou.” Denkt Evelyn. “De Michael Jackson-case trok meer belangstelling dan de oorlog in Irak. Iedereen bemoeide zich ermee: zelfs Jesse Jackson heeft zich van het sterfbed van Terri Schiavo losgemaakt om zijn vriend Michael bij te staan."
"Ze hebben nu toch Natalee Holloway." Manon haalt haar schouders op.
“die rijkdom heeft hem wel geluk gebracht tijdens dat proces.” Merkt Matthijs op. “Daardoor kon hij zich de beste advocaten veroorloven.”
“Hij is dan nu wel een vrij man, maar volgens mij is hij niet gelukkig. Ik denk dat hij een heel laag happiness-set point heeft.”
“Een wat?” Evelyn grijpt naar haar voorhoofd.
“Een happiness-set point.” Herhaalt Manon, ze strijkt met haar vinger langs het spinrag wat over de stapel oude dakpannen naast haar ligt. “Ik heb pas een stuk gelezen van een wetenschapper die beweert dat je geluksgevoel genetisch bepaald is. Ieder mens heeft een afgesteld gemiddeld geluksniveau waar je, na je tijdelijke genotmomenten of dieptepunten, weer naar toe keert.”
“En dat is erfelijk?” Matthijs werpt Evelyn een veelbetekenende blik toe.
“Voor vijftig procent.” Beaamt Manon. “Voor de andere vijftig ben je zelf verantwoordelijk. Nou ja, en je omgeving natuurlijk, maar die is geloof ik maar goed voor tien procent.”
“Dus als ik het goed begrijp probeer jij me duidelijk te maken dat ongelukkige mensen er eigenlijk zelf voor kiezen.” Matthijs schudt ongelovig zijn hoofd.
“Ik heb het niet verzonnen.” Zegt Manon verdedigend, “Ik blaat alleen de wetenschappelijk bevindingen van de geluksprofessoren na. Maar ik geloof er tot op bepaalde hoogte wel in. Aan het genetische gedeelte kun je natuurlijk niets doen, dat heb je meegekregen, en als je in een gortdroog land bij een straatarm gezin wordt geboren, heb je natuurlijk ook vette pech. Neem nou Michael Jackson nog eens. Ogenschijnlijk zit die jongen toch alles mee in het leven maar hij is compleet verknipt. Laten we er eens van uitgaan dat die dominante agressieve vader, die hem met de zweep naar zijn rijkdom heeft gedreven, voor tien procent verantwoordelijk is voor zijn lage happiness set-point, dan zou hij verder toch zeker een heel gelukkig leven kunnen hebben met zijn carrière en zijn geld. Maar nee, hij verruilt zijn zwarte huidje voor een witte, hij laat zijn neus verwesteren...”
“Dat was om beter te kunnen ruiken.” Valt Evelyn haar in de rede. “Volgens hemzelf althans.”
“Hij vereenzelvigt zich met moeder Theresa, Gandhi en Peter Pan,” gaat Manon verder, “en trekt zich uit de profane wereld terug op zijn sprookjeslandgoed. Dat is nou typisch iemand die voortdurend probeert een andere werkelijkheid voor zichzelf te creëren omdat hij inherent ontevreden is. Ik weet niet of je die documentaire hebt gezien pas, waarin hij aan het shoppen is en in een uurtje een miljoen dollar uitgeeft...”
“Ja, bizar.” Evelyn knikt.
“Het betekende niks voor hem. Het ongelukkige zit in hemzelf, hij zal voortdurend achter zichzelf aan blijven hollen zolang hij zichzelf niet accepteert zoals hij is. En hij zou eens wat goed werk met zijn geld moeten doen, bijvoorbeeld aidskindertjes in Afrika helpen in plaats van rijke verwende Amerikaanse kinderen in de watten leggen op zijn landgoed, zoals Bob Geldof, die gebruikt zijn energie en geld voor dat soort dingen. Die ziet er een stuk gelukkiger uit.” Manon denkt even na. “Hij moet gewoon eens een roze bril opzetten.”
“Een roze bril...” Evelyn kijkt geamuseerd naar Matthijs. “Misschien moet jij die dan maar eens gaan verkopen in je praktijk. Dan ben je gelijk van je zorgen af.”

Gepubliceerd: 21-06-07. Vond plaats op: 21-06-05. Tags:  artiesten ; geld ; geluk ; misdaad en corruptie ; topinkomens ; Verenigde Staten ; welvaart ;