Kiekje
 
 
 
afbeelding afbeelding
«  Aflevering 181: Over verplichte jetlags en zilveren hamertjes  »
 
Manon en Felix zijn bij Evelyn en Matthijs om Matthijs verjaardag te vieren. Ze zijn bijna een uur te laat vanwege de zomertijd en Felix vraagt zich af waarom de overheid hem twee keer per jaar met een jetlag opzadelt. Verder praten ze over de aardbeving die opnieuw Azië heeft getroffen en over de eindelijk overleden paus.

“Gefeliciteerd, Thijs.” Manon omhelst haar zwager en drukt hem een in paars papier verpakt cadeautje in de handen.
“Jullie zouden toch om 11 uur komen?” Evelyn kijkt hen met een licht verwijtende blik aan.
“En?” Manon kijkt op haar horloge. “Het is 10 voor 11. We zijn zelfs te vroeg.”
“Je had gelijk.” Evelyn knikt naar Matthijs. “Het is tien voor twaalf. De zomertijd is vannacht ingegaan.”
“Is het weer zo ver?” Manon slaat met haar hand tegen haar voorhoofd. “Ik vond al dat de klokken van de kerk vanochtend zo vroeg luidden. Sorry!”
“And that didn’t ring a bell? Nou ja, geeft niks.” Matthijs werpt een triomfantelijke blik op Evelyn. “Ik heb gewonnen. We hadden om een etentje gewed of jullie er wel of niet aan zouden denken.”
“Vandaar die vriendelijke ontvangst.” Manon geeft haar zus een duwtje. “Nu hang je.”
“Het is toch vreselijk dat de overheid je twee keer per jaar met een jetlag opzadelt.” Moppert Felix, als hij zich in een van de tuinstoelen laat zakken. “Mijn hele bioritme is verstoord.”
“Van dat ene uurtje?” Evelyn lacht schamper. “Aansteller! En bovendien had je nog niet eens door dat de zomertijd was ingegaan.”
“Ik hoor er veel klachten over.” Zegt Matthijs. “De week nadat de tijd vooruit gezet is zit mijn wachtkamer vol met vermoeide patiënten. Ze hebben last van slaaptekort en dat leidt vaak weer tot minder concentratievermogen en het heeft een slechte invloed op het geheugen.”
“Maar dat is toch maar even.” Evelyn haalt haar schouders op. “En dat vindt ik nou ook weer niet zo erg, hoor.
“Dat ligt er aan. Er is wel aangetoond dat er meer verkeersongelukken zijn als de klok verzet is.”
“Ik begrijp niet waarom die zomertijd nou nodig is.” Houdt Felix aan.
“Om energie te besparen.” Zegt Evelyn. “Je hoeft ’s avonds veel minder snel het licht aan te doen.”
“Daar geloof ik helemaal niets van.” Felix schudt zijn hoofd. “Volgens mij kost het alleen maar energie. Hoeveel mensen hebben niet een klokthermostaat op hun verwarming en vergeten die anders in te stellen? Bovendien moet de verwarming in april en oktober eerder aan omdat de nachten zo koud zijn en het lang duurt voordat het opwarmt.”
“Maar de avonden zijn wel heerlijk lang.” Matthijs strekt zich uit en kijkt Manon aan. “En..., ben je erg teleurgesteld dat je partij in het kabinet blijft?”
“Ik stem nooit meer op D66.” Zegt Manon resoluut. “Ze zoeken het maar uit.”
“Maar waar ga je dan op stemmen als er verkiezingen komen?” Wil Felix weten.
“Geen idee, dat zien we dan wel weer.” Manon kijkt naar het kamertje van Joost, waar de oranje gordijnen dicht zijn. “Wat slaapt hij lang.”
“Godzijdank wel.” Zegt Evelyn Hij heeft vannacht zo lopen spoken. Dat geeft mij meer jetlag dan die zomertijd, hoor.”
“Wat heeft-ie?”
“Oh, niks bijzonders. Hij is verkouden, en dan wordt hij wakker omdat hij niet goed kan ademen. Nu gaat het wel, maar als ik er ’s ochtends om half zeven uit moet... Soms vraag ik me wel eens af waarom ik per sé wil werken.”
“Omdat dat belangrijk voor je is.” Zegt Matthijs. “Jij zou niet altijd thuis kunnen zitten bij Joost.”
“Maar voor Joost zou het misschien wel beter zijn.” Protesteert Evelyn lichtjes.
“Nee!” Felix steekt zijn wijsvinger op. “Daar is pas uitgebreid onderzoek naar geweest. Kinderen van twee werkende ouders zijn minstens zo gelukkig als kinderen uit gezinnen waar alleen de vader werkt.”
“Oh ja? Hoe kan dat nou? Wij hebben toch veel minder tijd voor ons kind?”
“Maar in de tijd die je met je kind doorbrengt, heb je veel meer energie.”
“Ja, dat klopt misschien wel.” Evelyn knikt bedachtzaam. “Ik was blij dat ik na dat zwangerschapsverlof weer aan het werk kon. Mijn dagen met Joost waren daarna veel minder vermoeiend.” Ze staat op. “Ik ga nieuwe koffie zetten.”
“Kan ik helpen?” Manon loopt achter haar aan.
“Jij mag de appeltaart snijden. De gebakschoteltjes staan daar in de kast.” Evelyn doet water in het koffiezetapparaat. “Hoe gaat het met het monument van Guus? Schiet dat een beetje op?”
“Niet zo erg.” Manon pakt een stapel schoteltjes uit de kast. “Ik wil nu eerst geregeld hebben dat ik faciliteiten krijg op die begraafplaats. En dat gaat zo traag. Ik moet me door een uitgebreid ambtenarentraject heen worstelen.”
“Je weet toch dat er vorige week weer een aardbeving is geweest?”
“Weer honderden doden.” Manon knikt. “En weer op dezelfde breuklijn. Maar gelukkig ging de kracht van de beving dit keer voornamelijk van het land af. Alleen die kleine eilandjes voor de kust hebben pech gehad.”
“Dat kun je stellen.” Evelyn geeft Manon een mes.
“Volgens een vriend van Fadona heeft een of andere geofysicus voorspeld dat dit zou gebeuren.”
“Dat zeggen ze altijd achteraf.”
“Maar dit heeft in Nature gestaan de week voor de aardbeving. De aardplaten lagen nog steeds tegen elkaar vastgeklemd en die zeebeving met kerst schijnt de spanning alleen maar verhoogd te hebben. Het was volgens hem onvermijdelijk dat er weer een flinke aardbeving zou komen. Maar die aardplaten zijn dit keer meer over elkaar gegleden zodat er amper water verplaatst is.” Manon schuift twee schoteltjes langs elkaar. “In december gebeurde er dit.” Ze duwt met het ene schoteltje het andere een stuk omhoog.
“Hee, kijk je wel uit.” Zegt Evelyn bezorgd, terwijl ze met een lepel de opgeklopte melk in de kopjes schept. “Dat is wel mijn trouwservies.”
“Er is geloof ik wel een kleine tsunami geweest, een lokale golf van een meter of drie.” Manon legt het vierde stuk appeltaart op het schoteltje.
“Dat vind ik anders nog knap hoog. Dat is zo hoog als het plafond.” Evelyn wijst omhoog. Vervolgens duwt ze Manon een dienblad in de handen. “Hier, neem jij dit vast mee, ik pak nog even de slagroom.”
“Het was te zien vanaf de maan.” Hoort Manon Matthijs tegen Felix zeggen als ze naar buiten loopt.
“Wat?” Manon zet de vier mokken koffie op de ronde tafel.
“De kaarsen die de Polen langs de wegen hadden gezet ter nagedachtenis aan hun paus. Nou ja, er was een merkwaardige lichtvlek te zien.”
“Hij heeft toch het loodje gelegd, hè?” Manon gaat zitten. “Ik dacht in eerste instantie aan een verlate 1 april grap. Zouden ze hem toch een handje geholpen hebben?”
“Nee, dat denk ik niet. Niet na alles wat hij heeft doorgemaakt.” Matthijs pakt een mok koffie en doet er twee scheppen suiker in. “Een ontsteking aan de urinewegen heeft hem de das omgedaan. Hij kreeg koorts, bloedvergiftiging en vervolgens een hartstilstand.”
“Oh, de paus.” Evelyn zet het gebak neer en gaat zitten. “Wat een toestand, hè? Het hele Vaticaan zal wel in rep en roer zijn. Ik ben benieuwd wat er nou gaat gebeuren.”
“Het Bernini-mysterie live.” Zegt Felix.
“Oh, ja!” Evelyn kijkt hem verrast aan. “Het vorige boek van Dan Brown. Met die louche camerlengo.”
“Bestaat die ook in het echt?” Wil Manon weten.
“Reken maar! Dat boek klopte qua procedure heel behoorlijk volgens mij.” Felix pakt een stuk appeltaart en schept er een flinke lepel slagroom op. “Die heeft het hartstikke druk nu, want die moet alles regelen. De begrafenis, de voorbereidingen voor het conclaaf en tot er een nieuwe paus is moet hij de lopende zaken afhandelen. De camerlengo is een van de machtigste mannen van de katholieke kerk. Hij is degene die Johannes Paulus drie keer met een zilveren hamertje op zijn hoofd mag tikken om te kijken of hij wel echt dood is.”
“Als ik het me goed herinner heeft JP dat afgeschaft.” Zegt Matthijs. “Hij heeft een jaar of tien geleden een hele nieuwe procedure rondom het sterven van de oude en het kiezen van een nieuwe paus bedacht.”
“Kan zijn.” Mompelt Felix. “Wel jammer, want het spreekt wel tot de verbeelding. En die pauselijke vissersring, die hij kapot moet breken met dat hamertje, is dat er ook uit?”
“Dat niet volgens mij. In die ring zit het pauselijke zegel, waar hij de officiële documenten mee verzegelt, en die behoort aan de gestorven paus. De nieuwe krijgt ook een nieuw zegel.”
“Op de paus.” Evelyn neemt een flinke hap taart. “Of toch maar op Terro Schiavo die nu eindelijk rust heeft gevonden."
"Nee, de paus." Beslist Matthijs. "De oude dan, want we hebben natuurlijk nog geen idee wie de nieuwe wordt. Wanneer zou het conclaaf zijn?”
“Ik dacht dat dat maximaal twintig dagen na de dood van de paus moet beginnen.”
“Hoe gaat dat dan? Die kardinalen gaan de Sixtijnse kapel in, dat weet ik nog van dat boek. Ze konden toen die vier oude kardinalen niet vinden, die later vermoord werden.”
“Ze moeten geheimhouding zweren en dan gaan ze aan het werk. Twee stemronden in de ochtend en twee in de middag. Ze moeten hun stem op een briefje schrijven en in een miskelk doen. De briefjes worden voorgelezen en iemand schrijft de namen op een apart vel papier. De stembriefjes worden vervolgens aan een draad geregen en daarna worden ze verbrand.”
“Oh ja, dat is die zwarte of witte rook.” Manon kijkt tevreden naar Bobbe, die loom op het grasveldje naast een bosje witte narcissen ligt. “Hoe doen ze dat eigenlijk?”
“Met chemicaliën. Maar omdat er altijd zoveel verwarring is of de rook nou wit of zwart is, staat er nu ook in de procedure dat de klokken van de Sint Pieter geluid zullen worden als er een nieuwe paus is.”
“En als ze het niet eens kunnen worden? Ik geloof dat een kandidaat tweederde van de stemmen moet hebben. Dat lijkt me nog best wel lastig.”
“Als ze er na twaalf dagen nog niet uit zijn verandert de procedure.” Zegt Matthijs. “Dan heeft de nieuwe paus voldoende aan een meerderheid van de helft plus een.”
“Hebben ze al enig idee wie het gaat worden?” Vraagt Evelyn
“Nog niet echt, maar ik denk dat daar de komende weken genoeg over gespeculeerd zal gaan worden.”

Gepubliceerd: 03-04-07. Vond plaats op: 03-04-05. Tags:  aardbeving ; christendom ; maatschappij- en gedragswetenschap ; politiek binnenland ;