Kiekje
 
 
 
afbeelding afbeelding
«  Aflevering 170: Over gouden rivieren en ongepaste inauguratiefeestjes   »
 
Manon en Felix zijn in Central Park, New York. Ze bekijken The Gates, de installatie van de kunstenaar Christo en zijn Jeanne-Claude. Hoewel het bitter koud is gaan ze toch even zitten, want Manon is moe. Ze raken in gesprek met een vrouw uit Washington die zich vreselijk druk maakt over het peperdure inauguratiefeestje van Bush en de (...)

“Ik vind het wel een beetje rommelig.” Manon kijkt met een licht ontevreden uitdrukking op haar gezicht om zich heen. Overal staan poorten waarin oranje doeken wapperen in de ijskoude vrieswind. Voor haar, achter haar, links en rechts. “Ik kan er weinig structuur in ontdekken. Als dit nou die gouden rivier is waar Christo het over had...”
“Nou, als je daar kijkt,” Felix wijst in de verte waar de oranje vlaggen een pad volgen, “zie je wel een duidelijke lijn.”
“Daar wel, ja.” Geeft Manon onwillig toe. “Maar toch vind ik het een beetje te veel. Het klinkt wel aardig, 7500 poorten, maar volgens mij had hij wel met de helft toegekund.”
“Daar zal hij best wel over nagedacht hebben. Hij is er tenslotte al 26 jaar mee bezig.”
“Toen hij het project bedacht heette het ook nog the Thousand Gates.” Manon knikt. “Daar had hij het volgens bij moeten laten.
“Kijk daar eens!” Felix wijst op een bankje waar een vrouw zit. Ze heeft een dik ski-jack aan en heeft een wit baseballpetje op. Naast haar zit een reusachtige Deense dog die een enorme kabeltrui aan heeft. Hij kijkt tevreden voor zich uit. Op schoot bij de vrouw zit een chihuahua met een miniversie van het kabeltruitje aan.
Manon kijkt naar het lege bankje naast de vrouw. “Zullen we daar even gaan zitten?”
“Is het niet te koud?” Felix kijkt aarzelend naar het bankje. Alleen zijn neus is zichtbaar Zijn hoofd en mond worden bedekt door een muts en een sjaal en zijn ogen door zijn zonnebril.
“Alleen je neus kan maar bevriezen en die kan trouwens nog wel onder je sjaal.” Manon gaat zitten en knikt de vrouw met het petje vriendelijk toe. Ze hebben een prachtig uitzicht over het grote grasveld. “Ik vind die voeten van die poorten trouwens wel erg lomp.” Ze kijkt naar de betonnen platen links en rechts van het wandelpad waar de staanders van de metalen poorten in bevestigd zijn.
“Ik meen me te herinneren dat Christo dat liever ook niet wilde. Hij had in eerste instantie bedacht dat ze in de grond moesten staan en dan met kabels gespannen of zo, dat had natuurlijk een heel ander effect gegeven.”
“Veel mooier. Waarom mocht dat niet?”
“Omdat er gaten in de grond moesten worden geboord en dat zou te veel schade aan het park veroorzaakt hebben.”
“Nou ja, schade aan het park... Als er iets makkelijk te herstellen is dan zijn het wel gaten in de grond.” Manon kijkt naar de oranjerode nylon stof die hier en daar goudgeel kleurt door het tegenlicht van de zon. Vooral tegen de achtergrond van het kale, in wintertinten gehulde park lijken de poorten wel neonobjecten. “Zo is het toch wel erg mooi.”
“Waar komen jullie vandaan?” De vrouw met het witte petje heeft zich naar hen toegedraaid.
“Nederland.” Zegt Manon.
“Ik dacht dat ik een Duits accent hoorde.” De vrouw lacht. “Maar Nederlands lijkt daar natuurlijk op. Zijn jullie speciaal voor The Gates gekomen?”
“Het kwam zo uit.” Zegt Felix terughoudend.
“Ik ben er wel speciaal voor gekomen.” Zegt de vrouw. “Ik kom uit Washington. Wat vinden jullie ervan?”
Manon wil omstandig in het Engels gaan uitleggen wat ze net met Felix heeft besproken, bedenkt dan dat dit wel heel gecompliceerd is in het Engels en zegt: “Wonderful.”
“Ik vind het ook schitterend.” De vrouw klopt de dog op zijn flank. “We zijn hier voor vijf dagen en we zitten elke dag op een ander bankje. We zijn dolblij dat Christo uiteindelijk zijn plan heeft doorgezet. Nietwaar, Gail?” De dog kijkt haar met een neutrale blik aan “Schandalig dat ze dit zo lang hebben tegengehouden. En het heeft ze uiteindelijk niets gekost. Sterker nog: Christo moest zelfs nog drie miljoen aan Central Park doneren. Zo gaat dit land nou met zijn kunstenaars om.” Ze snuift misnoegd. “En dan hebben we wel een president die veertig miljoen dollar uitgeeft aan een inauguratiefeestje. En dat terwijl die geldverslindende oorlog in Irak maar door gaat en onze soldaten niet eens behoorlijke pantserwagens hebben.”
“Ach,” Felix wappert met zijn hand, “je kunt maar twee keer president worden en bovendien wordt dat hele feestje toch voornamelijk gesponsord door het bedrijfsleven?”
“Het gaat om het principe.” De donkere ogen van de vrouw krijgen een fanatieke glans. “Ons land is in oorlog en bovendien zijn er net honderdduizenden mensen verdronken bij die vloedgolf in Azië, dan is het niet gepast om zo uitgebreid feest te vieren. Het is tekenend voor onze president en welke kant het land op glijdt.” De dog blijft zijn vrouwtje strak aankijken en geeuwt luidruchtig. "En die hele inauguratie was trouwens nog een aanfluiting ook. Niks leuk feestje. Heel Washington was vergeven van de veiligheidsagenten, ordebewakers en gemeen kijkende honden. En als je Bush dan tijdens zijn toespraak hoort over freedom en liberty. Mijn god, die man is echt wereldvreemd.”
“Bent u er geweest?” Manon strekt zich uit om de dog te aaien. Hij kijkt haar met lodderige ogen aan.
“Er viel niet veel te zien. De hele paraderoute was afgezet met manshoge hekken. Alleen degenen die een kwart miljoen hadden meebetaald aan het feestje mochten erbij zijn. Nee, het was geen feest voor het volk. Zeker niet nu Bush heeft aangekondigd welke bezuinigingen er allemaal doorgevoerd moeten worden. Onderwijs, milieu, openbaar vervoer, sociale voorzieningen....” De vrouw schudt haar hoofd. “En als je dan hoort dat er weer meer geld gaat naar defensie en binnenlandse veiligheid. En dat moet allemaal opgebracht worden door de mensen die al zo weinig hebben.”
“Maar die toevallig wel op Bush hebben gestemd.” Zegt Felix droog. “Ze hadden ook voor Kerry kunnen kiezen.”
“Onbegrijpelijk. Maar we zullen het er toch mee moeten doen.” De vrouw schudt met haar schouders alsof ze de last daarmee kan afschudden. “Wat voor president hebben jullie eigenlijk?”
“Wij hebben geen president. Wij hebben een koningin.” Zegt Manon. “Beatrix.”
“Natuurlijk.” De vrouw slaat tegen de klep van haar petje. “Maar hoe regeert die dan?”
“Die heeft niks te vertellen.” Zegt Felix. “Die mag alleen maar linten knippen en mooi zitten op feestjes.”
“Wij hebben een minister-president, maar dat is ook niet veel soeps.” Manon denkt aan het weke, ronde gezicht van Balkenende.
“En hoe gaat het met jullie economie?”
“Ook bezuinigingen natuurlijk. Niet zo erg als bij jullie, maar wij betalen dan ook veel meer belasting.”
“En dat is helemaal niet zo slecht.” Meent de vrouw. “Alle overheidsuitgaven en voorzieningen zullen toch ergens van betaald moeten worden. Bij ons gaat alles op de pof. En als het geld op is wordt er weer wat bezuinigd op onderwijs en sociale zekerheid. Dat kan toch ook niet goed blijven gaan?”
“Ik denk het niet.” Zegt Manon voorzichtig. Ze wil de chihuahua aaien, maar die kijkt zo venijnig naar haar vingers, dat ze dat ze haar hand maar weer terug trekt.
“Die moet er niets van hebben.” Waarschuwt de vrouw. “Weet je, miljoenen Amerikanen geven veel meer uit dan ze binnenkrijgen. Niemand spaart meer in dit land. Iedereen die een eigen huis heeft, heeft dat geherfinancierd tegen de prachtige lage rentelasten. Het is één grote, collectieve zeepbel. Als de rente straks omhoog gaat, wat iedereen verwacht, dan spat hij uit elkaar. Onze economie drijft op schulden.”
“Zolang Amerika nog uit het buitenland kan lenen is dat toch niet zo erg?” Felix haalt zijn schouders op.
“Hoe lang willen jullie nog meebetalen aan ons financiële wanbeleid, want daar komt het op neer.” Zegt de vrouw. “Op een gegeven moment wil je daar toch wel eens wat van terug zien. Er zal een moment komen waarop het buitenland geen zwakke dollars meer wil, maar harde euro’s.”
“Dat zal zo’n vaart niet lopen.” Denkt Felix. “Voorlopig heeft Europa Amerika’s defensie hard nodig.”
“Dus het komt jullie eigenlijk wel goed uit dat wij meer geld in defensie steken?” Er klinkt een bittere ondertoon door in de stem van de vrouw. “Wist je dat de defensiebegroting ongeveer de helft van onze overheidsuitgaven beslaat? Vierhonderd miljard dollar per jaar. Vierhonderd miljard dollar! Die oorlogen in Irak en Afghanistan hebben ons al driehonderd miljard dollar gekost. En nou heeft Bush nog eens 80 miljard extra gevraagd. Dat kan toch zo niet door blijven gaan?” De dog legt zijn reusachtige kop op haar schoot en zucht, alsof hij voelt dat het om een serieuze zaak gaat. De chihuahua legt zijn kopje op de grote neus, maar blijft met zijn bolle oogjes Manon in de gaten houden. Hij trilt van ingehouden spanning. “Maar ja, zo lang mijn landgenoten geloven dat Amerika door God is uitverkoren als het beloofde land en dat de duivel in het Midden-Oosten woont, zullen we geld blijven steken in dit soort kruistochten.” Ze zet de trillende chihuahua op de grond en staat op. “Gelukkig heeft Christo ons nog gratis The Gates gegeven. Want geld voor kunst kunnen we natuurlijk helemaal wel vergeten. Zijn jullie trouwens al in het nieuwe Moma geweest? Het is echt de moeite waard, hoor.”
“Dat staat voor dinsdag op het programma.” Zegt Manon. “We hebben een afspraak met een kennis die daar werkt.”
“Wat interessant. Veel plezier dan maar. Leuk om met jullie gesproken te hebben.”

Gepubliceerd: 19-02-07. Vond plaats op: 19-02-05. Tags:  beeldende kunst ; politiek buitenland ; Verenigde Staten ;