Kiekje
 
 
 
afbeelding afbeelding
«  Aflevering 167: Over wollen troostlapjes en blote kinderkunst  »
 
Manon en Felix ontmoeten Nishal weer bij een overzichtstentoonstelling van Berlinde de Bruyckere in het museum en praten met hem over Kiki Lamers, die aangeklaagd is voor kinderporno. Nishal is net terug uit India. Hij vertelt dat de tsunami ook India heeft getroffen.

“Indrukwekkend werk.” Manon tuurt naar de enorme aanhangwagen waarin opgestapelde dekens, opgevouwen dozen, stukken plastic en takken liggen. Het staat middenin de grote zaal, op de plaats waar normaalgesproken de witte cirkel van Richard Long ligt. “Wat heeft de Bruyckere toch met die dekens? We zagen net ook al die verwrongen lichamen met die dekens. Staat daar iets over op dat blaadje?”
“Eens kijken...” Felix’ ogen vliegen over het papier. “Volgens de Bruyckere symboliseren wollen dekens niet alleen warmte en beschutting, maar ook kwetsbaarheid en angst." Leest hij. "Angst die mensen onder de dekens doet wegkruipen en kwetsbaarheid in situaties van kou, ziekte, rampen en oorlog. Het zijn de beelden die de media ons dagelijks voorschotelen; uit Somalië, Rwanda of Kososvo. Beelden uit brandhaarden waar de bevolking vlucht, schuilt of verkleumt. Slachtoffers worden in dekens gehuld. Het leed wordt bedekt.”
“Dat is zo.” Peinst Manon. “Bij een ramp hoor je altijd dat het Rode Kruis onderweg is met dekens. Dekens voor Kosovo, en zelfs dekens voor de slachtoffers in Sumatra en Sri Lanka, terwijl je zou denken dat ze er daar in de tropen toch niet op zitten te wachten. Maar het zijn dus eigenlijk meer troostlapjes.”
Ze lopen om de wagen heen naar een vitrinekast, waarin twee naakte, verstrengelde figuren van was staan. De lichamen hebben een bleke, vleesachtige kleur en zijn licht vervormd.
“Geniet er nog maar van, want blote kunst kan binnenkort niet meer in het museum.” Zegt een zachte mannenstem met een licht accent achter hen. Ze draaien zich tegelijk om.
“Nishal!” Roept Manon uit.
“Wat goed dat je mijn naam nog weet!” Nishal’s donkere ogen stralen. Hij geeft hen allebei een hand. “Mooi werk, hè?”
“Prachtig.” Manon draait zich weer om naar de vitrine. “Maar dit werk vind ik het mooist. Het is veel subtieler dan die aan elkaar genaaide paardenlichamen.”
“Die hebben iets tragisch.” Beaamt Nishal. “Maar toch ook wel erg mooi.”
“Is je vrouw er niet?” Manon kijkt om zich heen.
“Die wilde liever naar de carnavalsoptocht kijken.”
“Bestaat dat?” Vraagt Felix. “Mensen die liever naar een carnavalsoptocht gaan kijken dan naar deze tentoonstelling?”
“Je zou ze te eten moeten geven.” Nishal lacht zuurzoet.
“Over eten geven gesproken, ik lust wel wat.” Manon wrijft over haar buik. “Ga je mee, Nishal? Dan kunnen we even bij kletsen.”
Nishal knikt en ze slenteren in de richting van het museumrestaurant.
“Wat bedoelde je nou met die opmerking dat blote kunst binnenkort niet meer in het museum kan?” Manon kijkt de Indiase man vragend aan.
“Heb je niet van die toestand met Kiki Lamers gehoord?”
“Kiki Lamers.” Manon denkt even na. “Die maakt toch die portretten van kinderen?”
“Die is in Frankrijk veroordeeld voor zedelijke beschadiging van minderjarigen, oftewel kinderporno.”
“Ik heb zoiets gelezen.” Felix schuift een stoel voor Manon naar achteren bij een tafeltje voor in het restaurant. “Maar ik wist niet dat ze zo bekend was.”
“Nou ja!” Manon laat zich op de stoel zakken en kijkt Nishal verbouwereerd aan. “Ze schildert soms wel blote kinderen, maar dat is toch geen porno! Hoe kan dat nou?”
“Voor die schilderijen gebruikt ze foto’s van blote kinderen. Bij de plaatselijke foto-ontwikkelcentrale in Frankrijk, waar ze toen woonde, hebben ze die er tussenuit gepikt en naar de politie gebracht.”
“Ze worden wel steeds alerter bij die ontwikkelcentrales. Nog een reden om alles digitaal te doen.” Felix pakt de kaart. “Maar wel een beetje naïef van die Kiki. Ze zijn zo paranoïde met al die kinderpornoaffaires.“
“Als kunstenaar denk je daar toch niet aan!” Zegt Manon verontwaardigd.
“Ik heb de foto’s niet gezien.”
“Het waren vrij onschuldige foto’s van naakte, spelende kinderen.” Nishal glimlacht. “Foto’s van haar eigen kinderen en kinderen van familie en vrienden, die daar overigens toestemming voor hadden gegeven. Haar hele fotoarchief is nu in beslag genomen door de politie.”
“Mijn God, ze doet dit al jaren en haar schilderijen zijn over de hele wereld bekend. Heeft de rechter helemaal niet naar haar artistieke reputatie gekeken?”
“Blijkbaar niet. Ze hebben zich voornamelijk gericht op dat fotoarchief. Iemand die kwaad wil vindt daar natuurlijk altijd wel een paar beelden tussen die suggestief en obsceen overkomen. Wat in ieder geval niet helpt is dat ze kinderporno hebben gevonden op de computer van haar ex-man.”
“Ai! Getrouwd met een pedo. Dat maakt de zaak toch wel anders.”
“Nou, pedo.... Hij zegt dat hij die foto’s per ongeluk gedownload had toen hij op zoek was naar beeldmateriaal voor een boekomslag. Maar ik kan me voorstellen dat ze dat niet geloofden bij de Franse rechtbank.”
“Het is niet erg waarschijnlijk, maar het kan wel.” Felix legt de kaart weer neer. “Je hebt programmaatjes waarmee je van alles kunt downloaden in nieuwsgroepen. Ik ben er niet happig op, omdat je weinig controle hebt over wat je nou daadwerkelijk binnen haalt. Je wilt niet weten wat een rotzooi er ook in die nieuwsgroepen zit. Zelfs een hondennieuwsgroep kan vol zitten met porno. Het zijn vaak dumpplaatsen voor dat soort materiaal omdat iedereen er iets kan plaatsen en het is eenvoudig om de politie te misleiden. In theorie zou het dus kunnen dat hij er zo aangekomen is.”
“In ieder geval heeft het niet geholpen in Kiki’s zaak.” Zegt Nishal.
“Wel triest.” Manon pakt de kaart. “Als straks elk naakt met porno wordt geassocieerd krijgen we misschien nog een heuse beeldenstorm.”
“Wat wil je nou eten?” Vraagt Felix.
Manon kijkt op de kaart en ziet een onleesbare, wazige brij met letters. “Je denkt toch niet dat ik dit kan lezen?” Ze geeft de kaart terug aan Felix. “Ik heb gisteren lenzen gekregen.” Zegt ze tegen Nishal. “Multifocaal. Vreselijk!”
“Is dat voor ver en dichtbij zien?”
“Ver gaat goed, maar dichtbij zie ik niks. Ik zag net een stapel stoeptegels hier in het museum voor een kunstwerk aan.”
“Niet zo ongeduldig.” Felix pakt het blaadje van haar over. “Je hebt ze gisteren pas gekregen, volgens de opticien kon het wel een weekje duren voor je ogen eraan gewend zijn.”
“Maar ik kan geen boek of krant lezen met die dingen in,” Klaagt Manon. “En werken gaat ook amper. Ik moest gisteren een kapelletje fotograferen voor een opdracht, maar ik kon niks zien op mijn lcd-schermpje.” Ze zucht. “Het moet vast over.”
“Die camera van jou kan heel goede foto’s maken in de automatische stand.” Zegt Felix. “Dus dat zal wel meevallen. Broodje brie of broodje oude kaas?”
“Brie. En een cappuccino.”
“Nishal?”
“Thee graag.”
“Niks eten?”
“Nee, ik heb al met mijn vrouw geluncht.”
“Hoe gaat het verder?” Vraagt Manon als Felix weg loopt om de bestelling door te geven.
“Ik ben in India geweest om mijn familie op te zoeken. Het was een rare tijd vanwege die tsunami.”
“Heb je familieleden verloren?” Vraagt Manon verschrikt.
“Nee, mijn familie woont in Bhopai, dat ligt midden in India. Maar iedereen was erg met de ramp bezig. Twee van mijn broers waren afgereisd naar het zuiden om te gaan helpen. Het schijnt vreselijk geweest te zijn daar.”
“Ik dacht dat het in India wel meeviel.” Zegt Manon verbaasd. “Ze hadden toch geen hulp nodig?”
“Geen internationale hulp.” Merkt Nishal op. “India heeft zich net ontworsteld van zijn ontwikkelingslandimago. Ze bijten liever een dubbeltje doormidden dan hun hand op te houden nu.”
“Ik dacht dat India zo arm was?”
“India heeft wel geld maar het is niet altijd even eerlijk verdeeld.” Nishal strijkt over zijn dunne haar. “Dat ze het niet gebruiken om de positie van de allerarmsten wat te verbeteren is een keuze. Daar komt bij dat hulp vragen gezien wordt als een teken van armoede en een trots volk ziet dat toch een beetje als een vernedering en ze hebben altijd het gevoel dat ze er iets voor terug moeten doen.”
“Het komt er zo aan.” Felix gaat weer zitten. “Hoe is het eigenlijk met je neef?”
“Neef?” Nishal kijkt hem verbaasd aan.
“In New York.”
“Ah, Salman! Wel goed geloof ik, hoezo?”
“Ik vroeg het me zomaar af. Wij gaan binnenkort naar New York en dan gaan we natuurlijk het nieuwe Moma bezoeken.”
“Wat leuk! Dan moet je zeker naar hem vragen. Hij kan jullie misschien wel een rondleiding geven. Hij heet Bennie Pathak.” Hij trekt een klein rood boekje uit zijn binnenzak.”
“Net zei je Salman?”
“Dat vond hij te buitenlands, daarom heeft hij er Bennie van gemaakt.” Nishal pakt een bierviltje en schrijft er in een priegelig handschrift een telefoonnummer achter op.
“Salman is mooier.” Vindt Manon. “Net als Rushdie.”
“Dan kunnen jullie ook The Gates zien van Christo.” Nishal krijgt een schittering in zijn ogen.
“Dat was min of meer de aanleiding van ons uitstapje naar New York.”
“Dat moet heel bijzonder worden. Hoeveel van die poorten gaat hij nou in Central Park zetten?”
“7500.” Zegt Felix. “Een enorme klus, waar hij overmorgen mee begint. Er zijn honderden vrijwilligers naar New York gekomen om te helpen. Die zal hij wel nodig hebben ook, want al die poorten moeten in loodzware stalen voetstukken worden gezet. Ik geloof dat die dingen alleen al 300 kilo wegen.”
“Ik ben jaloers. Misschien kan ik mijn vrouw zo gek krijgen dat we ook nog even gaan kijken, maar ik geef mezelf weinig kans. Ze houdt niet van vliegen.” Nishal schuift het bierviltje naar Manon toe. “Ik stuur hem een email dat je kan bellen.”

Gepubliceerd: 05-02-07. Vond plaats op: 05-02-05. Tags:  aardbeving ; Azië ; beeldende kunst ; India ; misdaad en corruptie ; natuurgeweld ; oogproblemen ;