Kiekje
 
 
 
afbeelding afbeelding
«  Aflevering 155: Over opportunistische brievenschrijvers en informatieve gifhandelaren  »
 
Manon raakt op de huwelijksreceptie van Teun en Cor in gesprek met Alex de ex-buurman van Teun over de publicatie van de brieven die prins Bernhard aan Hitler heeft gestuurd. Plotseling voegt Bert zich bij hen. Hij blijkt te squashen met Cor. Bert houdt zich momenteel bezig met de zaak van Frans van A., die verboden chemische middelen heeft (...)

“Wat een leuk stel, hè?” De donkere man die achter Manon in de rij staat knikt naar Teun en Cor.
“Ja.” Manon kijkt naar de twee mannen, hun gezichten stralen van geluk. “Ik vind het ontzettend leuk voor ze.”
“Bent u familie?” Vraagt de man.
“Nee, ik ben een ex-collega van Teun.”
“Ik ben de ex-buurman.” De man glimlacht en reikt haar een ruwe hand. Hij heeft een aardig gezicht. “Ik ben Alex.”
“Manon.” Ze pakt de hand aarzelend aan. “Doe jij ook iets met kunst?”
“Nee, zeg. Ik werk bij de overheid.”
“Ambtenaar.” Manon knikt. “Maar daar zijn er zoveel van. Wat doe je precies?”
Hij buigt zich vertrouwelijk naar haar toe. “Ik werk voor de koningin.”
“Op Huis ten Bosch?”
“Soms, maar meestal op Paleis Noordeinde. Ik werk op het secretariaat.”
“Interessant.” Manon kijkt hem geïnteresseerd aan.
“Dat zegt iedereen, maar het is vrij saai werk, hoor!”
“Hoe is het met Beatrix na de dood van haar vader?”
“Daar merk je niet zo veel van. Ze is erg professioneel. Ze was wel enigszins aangeslagen door dat interview van haar vader.”
“En nu weer die brieven aan Hitler.” Manon schudt haar hoofd. “Er vallen heel wat lijken uit kast.”
“We zijn er.” Alex geeft haar heel lichtjes een duwtje in de rug richting het bruidspaar.
“Manon, wat heerlijk dat je er bent.” Teun’s ogen stralen. “Nooit geweten dat je je door een huwelijk zo goed ging voelen.”
“Gefeliciteerd!” Manon omhelst hem en stopt hem een envelop toe.
“We wilden geen cadeaus.” Teun pakt aarzelend de envelop aan. “Want we hebben alles al.”
“Het is ook geen cadeau. Je ziet het wel.” Manon loopt door naar Cor, Teun’s kersverse echtgenoot.
“Gefeliciteerd, Cor. Ik hoef niet te zeggen dat ik hoop dat jullie heel gelukkig worden, want dat zijn jullie al.”
Cor lacht breed. “Vond je de huwelijksplechtigheid mooi?”
“Het was prima.” Zegt Manon, terugdenkend aan het plichtmatige praatje in het stadhuis.
“Neem lekker wat te drinken, de hapjes komen zo.”
Manon loopt naar een tafeltje naast de kerstboom waarop een kerstmannetje staat met een lelijk, glanzend gezichtje, omringd door een krans van wit haar dat over gaat in een wit baardje. Ze kijkt naar de mensen die in groepjes staan te praten en te lachen. Allemaal onbekende gezichten, haar ex-collega’s zijn er nog niet. Teun staat nu te praten met een vrouw die op Sikhanysio lijkt. Zou dat die Koffieboontje zijn waar hij het wel eens over heeft? Ze pakt haar mobieltje om te kijken of er nog sms-jes zijn binnengekomen. Een van Aleona of ze de 27e thee komt drinken.
“We zaten nog midden in een gesprek.” Alex staat ineens weer naast haar en reikt haar een glas witte wijn aan.
"Dank je." Manon pakt het glas aan. “We hadden het over de de brieven van Bernhard aan Hitler. Daar was Beatrix ook vast niet blij mee?”
“Zo zou je het kunnen zeggen.” Zegt Alex neutraal.
“Ik zou ook niet blij zijn met zo’n vader. Als je de hulp inroept van Hitler om te zorgen dat je gasten naar je bruiloft kunnen komen ben je wel erg opportunistisch bezig.”
“Je moet het wel in zijn tijd zien.” Zegt Alex vergoelijkend. “Het was 1937 en niemand kon toen nog maar vermoeden wat Hitler allemaal teweeg zou brengen.”
“Hij had zich anders toen al ontpopt als een rasdictator.” Werpt Manon tegen. “We stonden aan de vooravond van Kristallnacht. Al in 1935 zijn alle niet-ariërs vogelvrij verklaard en de Joodse ambtenaren werden het land uitgejaagd. En Bernhard was nog een bangerd ook. Hitler was een beetje boos op hem omdat hij, als Duitser, geen maatregelen zou hebben genomen toen de vlag met het hakenkruis neergehaald werd bij een voetbalwedstrijd. Toen had hij zich kunnen distantiëren van zijn naziverleden. Maar wat doet onze heldhaftige prins? Die gaat met knikkende knieën naar Hitler en zegt dat hij het vlaggenincident betreurt en dat hij ervoor zal zorgen dat de nazi-symbolen niet meer beledigd zullen worden in zijn nieuwe land.”
“Alex, wat heb jij je hier afgezonderd met deze mooie dame!” Manon draait zich met een ruk om als ze de bekende stem hoort. Het is Bert. Hij schrikt even als hij haar ziet, maar dan omhelst hij haar. “Manon.”
Er hangt een indringende dranklucht om hem heen en Manon duwt hem voorzichtig van zich af.
“Jullie kennen elkaar?” Alex lacht zuurzoet naar Bert.
“Of ik haar ken.” Bert strijkt langs zijn snor. Zijn ogen zijn een beetje vochtig. “Hoe is het met Fadoonje? Heeft ze al een nieuw vriendje?”
“Niet dat ik weet.”
“Mist ze me?”
“Niet dat ik weet.” Manon kijkt hem met neutrale blik aan.
“Ik heb het verkloot, hè?” Zijn gezicht vertrekt zich in een emotionele grijns. Dan vermant hij zich en kijkt naar Alex. “Probeerde hij je te verleiden met zijn koninginnepraatjes? Pas maar op voor hem, hoor.”
“We hadden een leuk gesprek.” Zegt Manon. “Waar ken jij Teun nou van?”
“Cor.” Bert boert. “Sorry, ik ken Cor van het squashen.”
“Ik dacht dat jij het zo druk had vanmiddag.” Zegt Alex sikkeneurig. “Met die zaak van die gifhandelaar.”
“Sssttt.” Bert legt quasi voorzichtig een vinger op zijn lip en giechelt dan uitbundig.
“Dat is toch publiek geheim.” Zegt Manon. “Frans van A.”
Bert doet net of hij schrikt en buigt zich vertrouwelijk naar haar toe. “Van Anraat.”
Manon deinst onwillekeurig een beetje terug voor de schrale alcoholwalm die hij uitademt.
“Hoe zit dat nou met die Van Anraat?” Wil Alex weten. “Klopt het nou dat de AIVD hem de hand boven het hoofd hield?”
“Hij zat in een Safe house.” Bert gaat op de punt van de tafel zitten. Die helt direct voorover en het kerstmannetje valt op de grond. Er is een stuk van zijn mutsje afgebroken. “Shit.” Bert kijkt om zich heen, raapt snel het kerstmannetje op en zet het weer op tafel.
“Zijn mutsje.” Manon wijst onder de stoel.
Bert bukt zich steunend en zet het mutsje weer op het glanzende gezichtje. “Zo dat ziet niemand. Het is trouwens toch een foeilelijk ding.”
“Wat is een Safe house?” Wil Manon weten.
“Een schuiladres van de overheid.”
“Van de overheid?” Manon is oprecht verbaasd. “Die man wordt toch verdacht van volkerenmoord?”
“Ik dacht het wel!” Bert grinnikt. “Als je Saddam Hussein aan duizenden tonnen grondstof helpt om chemische wapens te kunnen maken ben je minstens medeplichtig aan genocide.”
“Was het geen mosterdgas?” Vraagt Alex. “Daarmee heeft Saddam heel wat Koerden uitgeroeid. Ik zal nooit die televisiebeelden vergeten met die blauwe, opgezwollen lichamen die overal op straat lagen.”
“Weet je wat hij zei toen hij daarmee geconfronteerd werd?" Bert steekt zijn wijsvinger op. "Als ik niet had geleverd, had een ander het wel gedaan.”
“Zo lust ik er nog wel een paar.” Zegt Manon verontwaardigd. “Als ik die autoradio niet jat, doet een ander het wel. Maar wel raar dat hij op een onderduikadres van de overheid zat. Was het nou een informant of niet?”
“Daar mag ik niets over zeggen.” Bert neemt een slok wijn.
“Kan dat zomaar?” Manon is verbijsterd. “Dat ze iemand beschermen die meegewerkt heeft aan genocide?”
“Dat is wel vaker gebeurd.” Bert kijkt haar lodderig aan. “De Britten en Amerikanen hebben twintig jaar geleden een heel ingenieus netwerk opgezet dat munitie en kruit leverde aan Irak en Iran. Met als excuus dat ze een beter zicht hadden op de leveringen. Dat ging dan via Portugal of Oostenrijk en de directie van de bedrijven had meestal geen enkel idee, dat ze indirect bijdroegen aan de oorlog daar.”
“Vreselijk.” Manon is gechoqueerd.
“Dat Delftse bedrijf is toen toch vervolgd omdat het nachtkijkers leverde aan Irak?” Herinnert Alex zich. “Daar heeft de overheid toch ook geprobeerd om informanten onder de medewerkers te zoeken.”
“Dat is waar van A., zo zullen we hem maar noemen, zich ook op beroept.” Bert dempt zijn stem. “Maar het is een gevaarlijk spel, want de AIVD is er natuurlijk niet blij mee als hij hier openlijk voor uit komt.”
“Maar ze hebben wel gebruik van zijn diensten gemaakt.” Zegt Manon. “Beetje dubbel om je agent nou aan te klagen.”
“Ho, ho.” Bert steekt afwerend zijn handen op. “Hij was geen agent, laten we daar heel duidelijk over zijn. Agenten worden opgeleid door de inlichtingendiensten en bewust geïnfiltreerd in organisaties. Van A. was een informant. Informanten zijn mensen waar je als inlichtingendienst toevallig tegenaan loopt en die inzetbaar zijn. Van A. was natuurlijk waardevol omdat hij veel wist over het chemische wapenprogramma van Saddam want hij deed al jaren zaken met hem.”
“Vreselijk toch.” Manon kijkt hulpzoekend naar Alex.
“Het doel heiligt de middelen blijkbaar.” Alex haalt zijn schouders op. “Ik weet dat wapenhandelaren in Engeland in ruil voor informatie een eeuwige vrijgeleide krijgen van de overheid.” Hij kijkt Bert aan. “Jammer dat justitie bij deze zaak niet op de hoogte was... Althans voor zover ik weet...” Dringt hij aan als Bert niet reageert, "Want dat had gemoeten volgens de regels van het spel.”
“De wegen van de inlichtingendiensten zijn ondoorgrondelijk.” Bert glimlacht vaag. “Voorlopig zitten we er mooi mee. En de zaak is extra complex omdat Iran een half jaar geleden de West-Europese landen heeft aangeklaagd voor medeplichtigheid in de oorlog met het gifgas. Nederland klaagt dus Van A, aan, Iran klaagt Nederland aan. Als van A. nu bekent dat hem door de AIVD de hand boven het hoofd werd gehouden, zou dat wel eens heel vervelend kunnen worden.”
“Ja, want dan hebben we Saddam indirect geholpen met zijn Koerdengenocide en zijn gifgasoorlogen.” Manon kijkt bedenkelijk. “Als dat zo is hebben we wel wat goed te maken daar.”

PS - 23-12-2005 De Nederlandse zakenman Frans van A. is tot vijftien jaar cel veroordeeld voor medeplichtigheid aan oorlogsmisdaden in Iran en Irak. De rechtbank in Den Haag sprak hem vrij van volkerenmoord in Irak.

PS - 2-4-2007 Het gerechtshof in Den Haag is begonnen met het hoger beroep tegen de Nederlandse zakenman Frans van A., die in december 2005 werd veroordeeld tot vijftien jaar gevangenisstraf wegens medeplichtigheid aan Iraakse oorlogsmisdaden.

Gepubliceerd: 23-12-06. Vond plaats op: 23-12-04. Tags:  genocide ; koninklijk huis ; misdaad en corruptie ; Tweede Wereldoorlog ; veiligheid en beveiliging ;