Kiekje
 
 
 
afbeelding afbeelding
«  Aflevering 112: Over gekleurde onderwatertuinen  »
 
Manon en Felix zijn met Evelyn en Matthijs op het strand. Manon weet te vertellen dat er twee nieuwe inktvissoorten zijn ontdekt. Ze bellen Ron die alles over het zeeleven weet.

“Zullen we bij de Kameel gaan?” Manon wijst op de strandtent die hoog boven de anderen uitsteekt. “Hier hebben ze in ieder geval een vegetarische salade.”
Evelyn knikt, ze heeft trek en wil graag zitten. Ze trekt de kinderwagen, die op ingenieuze wijze getransformeerd is in een soort strandkruiwagen, naar het dichtstbijzijnde tafeltje. Felix en Matthijs sjokken achter hen aan tussen de badgasten door die uitgezakt op hun ligbedden hangen, zondoorstoofd en verzadigd van alcohol en zonnebrandolie. De loungemuziek overstemt vrijwel alle strandgeluiden, maar het is niet onprettig.
“Hee, dag Bobbe.” De jonge vrouw zet haar dienblad op tafel en bukt zich om het kleine hondje te aaien. Bobbe strekt haar pootjes en likt haar hand.
“Hallo, Pop.” Zegt Manon.
Pop kijkt haar verbaasd aan. “Eigenlijk heet ik Mariska, Pop is Rick’s koosnaampje voor mij...” Ze denkt even na en pulkt aan de schelpjes van haar bikinibovenstukje. “Maar ik vind het niet erg als jij me ook Pop noemt, hoor.”
"Gelukkig."
"Ik heb ook een hond." Pop wijst naar een grote bruine hond die in het zand ligt. Hij heeft een vrolijk gekleurde krans van plastic bloemen om zijn nek. "Ampala kom eens hier."
De hond tilt even zijn kop op en legt vervolgens zijn zwarte neus weer op zijn logge poten.
"Hij luistert nog niet zo goed." Zegt Pop verontschuldigend. "Rick kwam er vorige week mee." Ze kijkt met een spijtige blik naar Bobbe. "Hij is alleen wel erg groot."
“Kunnen we wat bestellen?” Vraagt Matthijs ongeduldig.
“Ja, sorry.” Pop staat op. “Zeg het maar.”
“Een biertje voor mij en de kaart graag.”
Pop loopt heupwiegend weg en ze kijken naar de zee die in de geeloranje gloed van de zakkende zon voor hen ligt. Een enkele zwemmer doorbreekt het spiegelgladde oppervlak.
“Het zou mooi zijn als er nu een haai kwam.” Zegt Manon. “In films gebeurt het altijd op dit soort momenten.”
“Nee, joh.” Zegt Evelyn. “Overdag, als er veel meer mensen in het water zijn. Maar het lijkt me sowieso niet erg waarschijnlijk hier.”
“Maar je weet het nooit. De zee zit vol geheimen. Ze hebben pas weer twee nieuwe inktvissoorten ontdekt.”
“In de Noordzee?” Vraagt Matthijs ongelovig.
“Dat geloof ik niet. Maar waar het nou wel was....” Manon denkt diep na en grijpt dan in haar tas. “Ik zal Fadona even bellen, die kwam er mee.”
“Nee, niet doen,” Felix legt een hand op haar arm, “het is niet belangrijk.”
“Ik wil het weten.” Koppig drukt Manon op Fadona’s sneltoets.
“Met Fadona.”
“Hoi, Fadoon. Hee, luister eens. We zitten hier op het strand en kwamen op die nieuwe inktvissoorten waar jij het eergisteren over had. Dat was toch niet in de Noordzee?”
“Nee, gekkie.” Fadona lacht. “Ergens op drieduizend meter ofzo. Maar ik geef je Ron even, die zit toevallig naast me en dat is de specialist.”
“Ron komt aan de lijn. Die werkt bij een of ander bureau voor zeeonderzoek.” Legt Manon uit terwijl ze hem op de speaker zet.
“Moet dat nu?” Horen ze Ron enigszins humeurig aan Fadona vragen. Felix kijkt Manon hoofdschuddend aan.
“Met Ron.”
“Hoi Ron. Met Manon. Ja, het gaat over die nieuwe inktvissoorten. Waar zijn die nou ontdekt?”
“Die pijlinktvissen? Op de Mid-Atlantische rug.”
“Is dat in de Atlantische Oceaan?”
“Ja, het is een soort gebergte van zo’n 75.000 meter lang.”
“Een gebergte onder water?” Roept Evelyn uit.
“Wie is dat?”
“Mijn zusje. Die luistert mee.” Manon zet haar liefste stem op. “We zitten op het strand en het uitzicht op de mysterieuze zee inspireerde ons tot deze vraag. Vind je het erg?
“Nee, hoor.” Ron zucht hoorbaar. “Onder water heb je in principe hetzelfde landschap als boven de zeespiegel, alleen is het gevuld met water in plaats van met lucht.”
“Dat klinkt inderdaad heel logisch als je dat zo zegt, maar dat realiseer je je nooit zo.”
“Dat komt omdat we er nog zo weinig van weten. We zijn pas sinds een jaar of zestig, zeventig in staat om dat gebied een beetje in kaart te brengen. En dan staan we nog maar aan het begin want we hebben het wel over een landschap dat zeventig procent van onze aarde vormt. Die ontdekking van die inktvissen is in feite niets bijzonders, hoor. Ik geloof dat ze elke twee weken wel een nieuwe levensvorm vinden in de diepzee.”
“Hoe kunnen ze op zo’n diepte vissen?” Evelyn pakt de kaart aan van Pop.
“Met speciale netten maar meestal wordt er niet gevist, onbemande duikbootjes verzamelen monsters en maken filmopnames.”
“Knap, hoor,” Zegt Evelyn, “want op drieduizend meter is het natuurlijk aardedonker.”
“Ze werken met speciale camera’s en technisch zeer vernuftige belichtingstechnieken." Vertelt Ron geduldig. "Bewegingen van vissen op die diepte kunnen worden gevolgd door akoestische technieken, zoals bijvoorbeeld de gelatine-blindvis."
"De wat?"
"Gelatine-blindvis. Ook een diepzeeganger. Maar op de toppen van die bergen, waar het lichter is, liggen prachtig gekleurde tuinen met sponzen, zee-anemonen en koraal.”
“Goh.” Weet Evelyn uit te brengen.
“Is je vraag hiermee beantwoord, Manon?”
“Ja, dank je wel.”
“Fijne avond nog.”
Voordat ze gedag hebben kunnen zeggen heeft hij de verbinding verbroken.

Gepubliceerd: 05-08-06. Vond plaats op: 05-08-04. Tags:  aard- en zeewetenschap ; fauna ; zee ;