Kiekje
 
 
 
afbeelding afbeelding
«  Aflevering 110: Over demagogische presidenten en bulldozers in de bergen   »
 
Manon viert haar afscheid met haar collega’s op een als terrasje vermomde boot. Met Teun en Freek ontspint zich een gesprek over Lance Armstrong en diens vermeende dope-gebruik. Kim schuift, na het winkelen, en ze bespreken het zo juist verschenen onderzoeksrapport waaruit blijkt dat de regering Bush flink wat signalen heeft genegeerd, die (...)

“Wat een professionele fiets heb jij!” Manon kijkt bewonderend naar de ultralichte racefiets die zorgvuldig met een ketting aan de boom vastgelegd wordt.
“Freek fietst semi-professioneel.” Zegt Teun, die naast haar zit. “Wist je dat niet?”
“Nou je het zegt...”
Freek stommelt de tot terras vermomde boot op. “Sorry, Manon, ik moest nog wat afmaken.”
“Wat afmaken...” Teun lacht schamper. “Zeg nou maar gewoon dat je die tijdrit af wilde zien.”
“Nou ja...”
“Jij volgt de Tour de France zeker op de voet?” Vraagt Manon.
“Zo’n beetje.”
“Niks zo’n beetje.” Teun pakt een biertje van het blad van de ober. “In gedachten fietst hij het hele parcours mee. Freek weet alles van de tour.”
“Dan weet jij vast wel hoe het nou zit met dat dopegebruik van Lance Armstrong?” Manon kijkt Freek vragend aan.
“Epo-Lance.” Teun lacht.
“Ik vraag me af of het waar is.” Freek haalt zijn schouders op. “Volgens mij is het niets meer dan een ordinaire lastercampagne van de Franse pers. Lance is gewoon een fantastische renner. Hij heeft Merckx, Hinault en Indurain overtroffen want hij gaat nu voor de zesde keer de Tour te winnen en dat zit ze natuurlijk niet lekker.”
“’t Is een buldozer in de bergen,” geeft Teun toe, “maar het blijft toch op zijn minst opmerkelijk dat hij ineens zo goed is geworden nadat hij van die kanker is genezen. En epo, daar ga je lekker op.”
“Ze kunnen dat toch zo uit zijn bloed halen tegenwoordig?” Manon neemt een slokje cola.
“Bij hem niet.” Freek schudt zijn hoofd. “Omdat Armstrong nog steeds medicijnen slikt vanwege die kanker, is het bij hem niet aan te tonen.”
“Dan moeten ze hem maar op zijn woord geloven.” Vindt Manon.
“Hallo!” Teun kijkt haar misprijzend aan. “We hebben het hier niet over een gezellig rondje fietsen. Weet je wel hoeveel geld er in die Tour omgaat? Het is één groot sponsor- en mediacircus en er zijn heel veel belangen mee gemoeid.”
“Wat zou het trouwens geven als hij een beetje epo had gebruikt?”
“Dat mag nou eenmaal niet.”
“Ik vraag me af waarom eigenlijk niet?" Zegt Manon. "Als iedereen nou doping zou mogen gebruiken is het probleem toch opgelost? Degene die het beste kan fietsen of degene die de meeste doping gebruikt wint.”
“Dat is toch niet sportief.” Freek kijkt haar afkeurend aan.
“Wanneer is de finish eigenlijk?” Vraagt Manon.
“Aanstaande zondag.”
“In Parijs?”
“Ja, waar anders.” Zegt Teun.
“Shit, dat weekend gaan wij ook naar Parijs.”
“Dan moet je zeker naar de Champs Elysées gaan! Dat is hartstikke leuk.” Freek kijkt haar enthousiast aan.
“Dan moeten we zo snel mogelijk onderdak regelen.” Zegt Manon bezorgd. “Het wordt vast enorm druk.”
“Dan ga je toch een ander weekend.” Teun haalt zijn schouders op.
“Dat kan niet. Ik heb maandagochtend een afspraak met die Franse dokter.”
“Controle?”
Manon knikt. "Het is weer zo ver."
"Ben je zenuwachtig?"
"Altijd een beetje."
"Het gaat vast hartstikke goed." Teun legt bemoedigend even zijn arm om haar schouder en staat op. "Ik ga even mijn jongeheer een hand geven."
Manon kijkt hoofdschuddend hoe hij voorzichtig over de loopplank naar de kade schuifelt, zijn armen gespreid.
“Hee,” Freek heeft zijn ogen tot spleetjes geknepen om tegen de zon in te kijken, “Wie is dat mens dat daar zo staat te zwaaien?”
Manon volgt zijn blik. “Dat is Kim.” Ze zwaait naar haar zus die met haar armen vol plastic tasjes op de kade staat en wenkt dat ze naar het terras moet komen. “Die is vast uitgewinkeld. Ik heb haar verteld waar we ongeveer zouden zitten.”
Kim ploft in de stoel van Teun neer. “Hè, hè. Ik zit.”
“Dus jij bent de zus van Manon.” Zegt Freek, enigszins overbodig, en steekt Kim zijn hand toe. “We hebben haar net uitgebreid de hemel in geprezen.”
“Jammer dat ik dat net gemist heb.” Kim grijnslacht naar Manon. De zachte huid rond haar ogen plooit zich in een netwerk van fijne rimpeltjes. “Leuk om de collega’s van mijn zus eens te zien.”
“Ex-collega’s.” Verbetert Manon. “Vanaf vandaag.”
“Jij komt toch uit de Verenigde Staten?” Freek kijkt haar nieuwsgierig aan. “Durfde je nog te vliegen na die beelden van die vliegtuigkapers die ze hebben vrijgegeven?”
“Ikke wel.” Kim lacht. “Vliegen is volgens mij nog nooit zo veilig geweest als nu. Maar ik moet wel zeggen dat je door die beelden wel gaat nadenken over het feit dat het eigenlijk zo makkelijk is om een aanslag te plegen. Je ziet op de video hoe die terroristen gecontroleerd worden door de beveiligingsmensen en toch hebben ze niks ontdekt, dat is wel een akelig idee.”
“En het detectiepoortje heeft nog wel twee keer gepiept.” Zegt Freek. “Je zou dan toch verwachten dat ze net zo lang doorzoeken totdat ze de piep-oorzaak gevonden hebben."
“Dat doen ze nu wel, hoor.” Kim lacht. “Je wilt niet weten door hoeveel controlepoortjes ik moest.”
“Op Schiphol is het er ook niet leuker op geworden.” Manon knijpt een partje citroen boven haar cola uit en stampt het aan met een van de stampers die in een glas op tafel staan. “Het wemelt er van de beveiligingspetten.”
“En die zijn duur, hoor.” Zegt Freek. “Ik meen dat de extra veiligheidsmaatregelen iets van honderd miljoen euro kosten. Een beetje overdreven allemaal.”
“Zeker als je bedenkt dat de kans dat ze nog eens zoiets doen heel klein is.” Beaamt Kim.
“Ik weet het niet.” Zegt Manon bezorgd. “Er is een terreuralarm afgegeven. Zoiets zullen ze toch niet voor niks doen?"
“Waarom eigenlijk?” Kim kijkt hen beurtelings aan.
“Volgens mij vanwege de dreigementen van Al-Qaeda.” Manon pakt een schaaltje gemarineerde champignons en houdt het haar zusje voor. “Het ultimatum om de troepen uit Afghanistan en Irak weg te halen is nu verstreken. De kans op aanslagen wordt nu in ieder geval groter en dat is natuurlijk zorgelijk voor Balkenende.”
“Ik begrijp wel dat Balkenende voorzichtig is.” Kim knikt. “Als er een aanslag wordt gepleegd zonder alarmwaarschuwing, dan heeft hij het gedaan. Zeker nu net dat Nine Eleven rapport in Amerika is verschenen waaruit blijkt dat regering de terroristische dreiging van El-Qeda zo heeft onderschat. Dat heeft echt pijn gedaan bij de Amerikanen."
"Dat kan ik me wel voorstellen, maar ik denk dat je zoiets heel moeilijk van tevoren kunt inschatten.” Werpt Manon tegen. “Achteraf is het allemaal zo makkelijk gezegd.”
“Dat ben ik niet helemaal met je eens. Het is toch raar dat Bush geen actie heeft ondernomen op dat CIA-memo dat hij een maand voor de aanslagen kreeg. Daarin stond dat de FBI verdachte activiteiten had waargenomen en de voorbereidingen voor de kapingen werden er zelfs in genoemd. Ook had de CIA de namen van twee van de kapers al eerder doorgegeven aan de immigratiedienst. Dan kan die aanslag toch niet echt een verrassing zijn geweest?”
“Heeft niemand verder iets met dat memo gedaan?” Wil Manon weten.
“Daar is in ieder geval niets van terug gevonden op papier.” Kim schudt haar hoofd. “Nee, Bush staat er niet goed voor. Hij heeft natuurlijk ook nog die andere tegenvaller.”
“Wat?” Manon kijkt haar zusje vragend aan.
“Dat zijn eigen congrescommissie nu heeft vastgesteld dat er geen bewijzen zijn gevonden van contacten tussen het regime van Saddam Hussein en Al-Qaeda. Het schijnt dat Al-Qaeda Saddam wel om hulp gevraagd heeft, maar voor zover bekend is hij daar nooit op ingegaan.” Kim veegt de gemarineerde champignon af aan een servetje. “Bush houdt krampachtig vol dat die samenwerking er wel was. Volgens hem vormde Saddam wel degelijk een gevaar vanwege zijn connecties met terroristische organisaties, niet alleen met Al-Qaeda trouwens.”
“Ach, iedereen weet dat Bush alleen maar een excuus zocht voor die oorlog met Irak.” Zegt Freek. “Het gaat allemaal om de olie.”
“Ja natuurlijk, maar daar kun je natuurlijk niet mee aankomen bij je fellow Americans. We gaan jullie zonen naar het front sturen om een democratie te stichten die onze olie veilig zal stellen." Kim lacht. "Toch vraag ik me serieus af of Bush zich wel gerealiseerd heeft waar hij aan begon, want met deze oorlog heeft hij een diepe haat voor Amerika aangewakkerd bij de moslims. En die zal alleen maar toenemen.”
“En daarmee wordt de kans op aanslagen alleen maar groter.” Freek knikt.
“En dus worden er steeds meer maatregelen genomen die onze vrijheid aantasten.” Vult Manon aan.
“Blair zit trouwens ook lelijk in zijn maag met dat rapport.” Zegt Freek. “Op basis van die vermeende relatie tussen Osama en Saddam hebben de Britten zich in die oorlog gestort.”
“Nee, dat was vanwege de grote hoeveelheden biologische en chemische wapens waarmee Irak helemaal vol zou liggen.” Geeft Manon aan. “Wij hebben ook in die kluif gehapt.”
“En daar was ook geen enkel bewijs voor achteraf.” Kim schudt haar hoofd. “Je vraagt je af hoe dat soort gegevens eigenlijk in circulatie worden gebracht.”
“Ze vermoeden dat die verspreid zijn door overlopers van het Saddam-regime.” Zegt Freek. “In een poging hem ten val te brengen.”
“Of ze hebben het uit een of andere gesjochte gevangene gemarteld.” Zegt Manon grimmig.
“In ieder geval is het gelukt om Saddam van zijn troon te stoten.” Zegt Kim tevreden. “Ik ben absoluut niet voor die oorlog, maar ik vindt Saddam wel een griezel. Hoewel hij er nu eerder pathetic uit ziet. Hij schrijft gedichten, eet Amerikaanse muffins en hij tuiniert. Het schijnt dat hij in de gevangenis een lapje grond heeft gekregen waar hij plantjes verzorgt.”
“Tuinieren!” Freek lacht honend. “Die man is verantwoordelijk voor een van de grootste milieurampen. Hij heeft de moerassen in het zuiden van Irak droog gelegd. Dat is één grote woestijn geworden. Ik ben benieuwd naar dat tuintje van hem.”

Gepubliceerd: 19-07-06. Vond plaats op: 19-07-04. Tags:  dopegebruik ; Frankrijk ; terrorisme ; Verenigde Staten ; wielrennen ;